...

Olie: wie zoekt die vindt?

26 december 2007, 20:57 | US Markets Redactie | leestijd: 5 minuten | moeilijkheid: 8 / 12 | (0)

Soms blijkt er in een land opeens tot 200% meer olie in de grond te zit­ten dan het jaar voor­di­en. En naar­mate het olie­ver­bruik sti­jgt, wor­den ook de voor­raden grot­er. Daaren­boven gaat de zoek­tocht verder en hebben de prospec­tors de noord- en de zuid­pool­ge­bieden in het vizier.

Olie: wie zoekt die vindt?

In Ency­clo­pe­die voor iedereen’ uit 1937 lezen we over aar­dolie dat zij voor­namelijk gewon­nen wordt in de Ver. Stat­en, Mex­i­co, Rus­land, Perz­ië, Roe­menië, Polen en N.O.-I.’ Verder staat er dat de VS 23 van alle olie lev­ert en van 18591929 bedroeg de totale opbrengst der aar­doliebron­nen o/​d geheele wereld 18 500 miljoen vat­en.’ Kijk eens aan, 18,5 mil­jard vat­en wer­den gepro­duceerd gedurende de 70 jaar tussen Drakes ont­dekking in 1859 en het jaar van de Wall Street crash. Tegen­wo­ordig bedraagt de pro­duc­tie op jaar­ba­sis bij­na 30 mil­jard vat­en, ca 62% meer dan die 18,5 miljard. 

Uit het lijst­je van de oliepro­du­cen­ten in 1937 zijn Roe­menië, Polen en Noor­doost Indië verd­we­nen. Noteer dat in die tijd slechts één land uit het Mid­den-Oost­en (Perz­ië, Iran dus) bek­end was als olieproducent. 

Terug naar het heden en meer bepaald naar onze tra­di­tionele chart:


De oliepri­js is de laat­ste dagen aan het klim­men, maar nu lijkt ons de kans dat we voor Nieuw­jaar de 100 dol­largrens over­schri­j­den toch bij­zon­der klein. We zien wel.

Onder­tussen hebben we nieuwe gegevens over de wereld­voor­raden ruwe olie en die willen we u niet onthouden: 

Begin dit jaar waren vol­gens geciteerde bron nog meer dan 1.317 mil­jard vat­en ruwe olie ter beschikking. Dat is zowat 24 mil­jard vat­en meer dan wat u kunt lezen in ons artikel olie: achter de coulis­sen (1) , met data van begin 2006. Het voor­naam­ste ver­schil komt van Kazach­stan, waar de offi­ciële voor­raad toe­nam van 9 naar 30 mil­jard vaten. 

Rond die offi­ciële voor­raden is alti­jd wat te doen geweest. 
In Aladdins lamp flikkert, deel 1 toon­den we aan, hoe de cijfers van olievoor­raden wellicht gema­nip­uleerd wer­den (en nog wor­den?) in func­tie van de poli­tiek. Een van de meest tot de ver­beeld­ing sprek­ende voor­beelden is boven­staande tabel, die toont hoe in de 1980’er jaren de groot­ste oliepro­du­cen­ten opeens tot bij­na 200% meer olie in reserve had­den. Hoe de vork aan de steel zat/​zit, leest u in het daar­net aange­haalde artikel. 


Deze won­der­baar­lijke ver­menigvuldig­ing van de olievat­en vin­dt u terug in de grafiek hier­boven, die ook aangeeft dat tussen de 1990’er jaren en van­daag er nog alti­jd olie blijkt bij te komen. Dit is uit te leggen door twee feit­en in over­weg­ing te nemen. Ten eerste er nu meer uit­gekiende opsporing­stech­nieken, waar­door nog hier en daar nieuwe con­ven­tionele olievelden (figu­urlijk) aan het licht komen. Ten tweede komen er de cijfers bij van niet con­ven­tionele olie zoals oliezand en schalieolie. Maar zoals we in de vorige artikels uit deze reeks al aan­haalden, zijn deze nieuwe olievond­sten nu niet direct de gemakke­lijk­ste te ont­gin­nen en lev­eren ze pro­ducten op met hogere kost­pri­js, denk maar aan de kost­pri­js van 40 dol­lar per vat ruwe olie, gewon­nen uit oliezand. 

De laat­ste richtin­gen waarin de olieprospec­tors kijken, is naar het noor­den en het zuiden, ofwel de arc­tis­che en de antarc­tis­che gebieden. 

In Arc­ti­ca (het noord­pool­ge­bied) zijn ver­schil­lende gas- en olievelden ont­dekt en zijn exper­i­menten aan de gang om de exploitatie rend­abel te lat­en ver­lopen. Er zijn ver­schil­lende prob­le­men waarmee de inge­nieurs worste­len met als voor­naam­ste de tem­per­atu­ur en de afs­tand. Het is geen lachert­je om olie te moeten oppom­pen uit een bevroren zee van op een diepte van 2 à 3.000 meter. En als je gas wilt ver­vo­eren, heb je bij deze tem­per­a­turen en druk gemakke­lijk hydraatvorm­ing, waar­bij het gas over­gaat in een vaste massa. 
Tot op heden wer­den in de arc­tis­che gebieden wezen­lijke gas- en oliere­serves ont­dekt, maar geen ervan vol­doende belan­grijk om er een infra­struc­tu­ur met pij­pli­j­nen over duizen­den kilo­me­ters voor te installeren. En ook de sociale en ecol­o­gis­che aspecten van dergelijke pro­jecten zijn ook niet om mee te lachen.

Antarc­ti­ca is het zes­de con­ti­nent en het enige dat (nog) als ongerepte natu­ur te beschouwen is. In tegen­stelling tot Arc­ti­ca is het zuid­pool­ge­bied vaste­land. Boven­di­en heer­ste er vele hon­der­den miljoe­nen jaren gele­den een tro­pisch kli­maat en daar­door is er veel kans, olie en gas te vin­den als resul­taat van de ont­bind­ing van aller­lei organ­is­men. Het loslat­en van prospec­tors op Antarc­ti­ca zou meteen het einde beteke­nen voor dit con­ti­nent met zijn heel kwets­bare fau­na en flo­ra. Tot op heden hebben inter­na­tionale organ­isaties de boot (of zeggen we beter de oli­etanker’?) kun­nen afhouden. Laat ons hopen dat de rede zal standhouden. 

In het laat­ste deel van deze reeks olieartike­len proberen we te weten te komen hoe­lang de voor­raad zoals we die nu ken­nen nog zal strekken en wat er kan/​zal gebeuren na het moment P met de P van Peak Oil. 

Jan Van Besauw 
Pub­li­cist voor US Markets

Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artikels over uiteen­lopende onderwerpen.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.