![](/images/legacy-images/images/071115-jvb-+-woestijn.gif)
Olie: achter de coulissen (1)
Olie blijft een spannend thema. Een paar dagen geleden vroegen we ons af of Olie vóór Nieuwjaar boven 100$? zou kunnen zijn. Wat blijkt? Prompt zakt de $WTIC Index van ca 96.3 naar ca 90.3, dat is zo maar eventjes 6,2% daling van 9 tot 13 november.
Maar laat u niet misleiden. Nu is een rebounce bezig, maar hoelang die zal duren en tot welk niveau, dat valt af te wachten. Alleen blijven we bij ons standpunt, dat de kans groot is dat we vóór Nieuwjaar de kaap van 100 $/vat zullen hebben genomen. Geen reden om champagne te laten sprankelen, een glaasje water van de kraan lijkt ons meer geschikt voor dergelijke gelegenheid. Trouwens, wij zijn niet alleen met die vooropstelling van 100 $ per vat. Zo ziet Guy Boscart het niet voor onmogelijk om in het eerste kwartaal van 2008 zelfs 125 $ per vat op het scorebord te zien verschijnen.
Wachtend op de ups and downs van de olieprijs, willen we u een blik gunnen achter de coulissen van Olieland. Daarom beginnen we met de tabel van de wereldvoorraad ruwe olie van geciteerd artikel:
Afhankelijk van de informatiebron bevindt 95 of 89% van alle ruwe olie zich bij de top-20 landen. Als u de cijfers per land nagaat, dan merkt u dat er één land verantwoordelijk is voor het toch wel grote verschil tussen 95 en 89%. Inderdaad, volgens Oil & Gas Journal bezit Canada 179 miljard vaten ruwe olie en volgens World Oil Magazine slechts 12 miljard. De reden is, dat in die 179 miljard vaten (stapel dat maar eens op achter je garage) de reserve in de vorm van oliezand begrepen is. Dat zouden dus 167 (179−12) miljard vaten zijn in de vorm van oliezand. En het kunnen er nog meer zijn. Zo maakte geciteerd Oil & Gas Journal ook al gewag van 265 miljard vaten die Canada in petto zou hebben.
Hoe dan ook, de overige cijfers in bovenstaande tabel verwijzen naar ‘conventionele’ olie, naar boven te pompen of te persen met behulp van inert gas.
Als we het bekijken per regio zien we dat 57 à 64% van alle ruwe olie in het Midden-Oosten wacht op exploitatie. Op de tweede plaats maar met ruime achterstand hebben we Noord-Amerika, gevolgd door de overige regio’s met als rode lantaarn Europa. Deze gegevens tonen aan, hoe afhankelijk de geïndustrialiseerde wereld is van de Arabische wereld, Saoedi-Arabië op kop.
Laten we even kijken achter de coulissen van enkele belangrijke olieproducerende landen. Op deze manier kunnen we een idee krijgen welke verwachtingen we kunnen hebben en welke uitdagingen/bedreigingen ons te wachten staan.
Saoedi-Arabië
Volgens World Oil Magazine is hier 23% van alle (conventionele) olie ter wereld voorradig. Aan het huidige productietempo van ca 4 miljard vaten per jaar volstaat die voorraad voor 65 jaar. In theorie, want dit gegeven vraagt onmiddellijk om een nuancering. Ten eerste stijgt de vraag naar olie jaar na jaar en dat met meerdere percenten. Ten tweede wordt de olie-exploitatie moeizamer naarmate de putten leger worden. Stijgende vraag, geleidelijk moeilijkere productie, de nefaste invloed op de prijs kan je met de ellebogen voelen. Een voorbeeld: het belangrijkste olieveld (Ghawar) is goed voor bijna de helft van de complete Saoedi-Arabische productie. Wel, dit olieveld is nu door de helft van de initiële reserve. Er zijn productieproblemen en op sommige dagen komt er meer water dan olie naar boven.
Zonder (al te) pessimistisch te willen zijn, onderlijnen we dat het huidige jaarproductietempo van 4 miljard vaten snel zal gaan dalen. Daarvan zijn de Saoedi’s zich bewust, zonder het toe te geven. Maar satellietfoto’s tonen aan, dat het aantal boortorens een spectaculaire groei kent. En toch zou de productie aan het dalen zijn, volgens US Energy Information Agency met 8% in 2006. Dat is een verontrustende en uitzonderlijke situatie in Olieland.
De reden van de productiedaling kan gezocht in een technisch gegeven. Hoger haalden we al aan, dat het grootste olieveld Ghawar soms meer water geeft dan olie. Spijtig genoeg is dit zout water waar niemand beter van wordt. Want het is al een hele tijd een gangbare praktijk om zeewater naar beneden te pompen om de bovendrijvende ruwe olie onder druk te zetten, zodat ze gemakkelijker naar boven te krijgen is. In de realiteit blijkt een groot deel van de olie zich niet naar boven laat persen en verloren is, bedekt door zeewater.
Dit alles werpt een niet zo rooskleurig (hoewel deze kleur nogal weinig van toepassing op het plakkerige goud) licht op de situatie van ’s werelds grootste olieleverancier.
En last but not least nog dit. Saoedi-Arabië mag dan wel voor het oog van de doorsnee-buitenlander een welvarende staat zijn, die dankzij zijn olie elke dag zo’n slordige 500
miljoen dollar verdient, in de realiteit zijn er ernstige sociaal-economische problemen.
Zo is er de werkloosheid. Officieel is deze 9%, maar volgens insiders ligt deze tussen 13 en 20%.
Aan het niveau van scholing zal het niet liggen, maar wel aan hetgeen onderwezen wordt, vooral onder druk van het religieuze establishment. Daardoor volgt 80% van de universitairen studies in de richting van aardrijkskunde, geschiedenis, Arabische literatuur en de Islam. Voor wetenschappelijke, technische, ingenieur- en medische richtingen zijn er enorme tekorten. Dergelijke betrekkingen worden bekleed door ‘gastarbeiders’, mensen uit o.m. de Filipijnen en Pakistan. De jonge, net afgestudeerde en werkloze Saoedi’s vormen een teleurgestelde en verveelde bevolkingsgroep die dikwijls een blok is aan het been van diegenen die vooruit willen.
Uit deze problematiek kan gemakkelijk politiek dwarsliggerij ontstaan, wat dan ongunstig is voor de betrekkingen met het (voor de meeste Arabieren) onbekende en als vijandig beschouwde Westen. Zo onstaan er drukkingsgroepen die net als in de 1970’er jaren de oliekraan willen gebruiken als wapen, gericht op het Westen.
Tot daar onze beschouwing wat de grootste olieleverancier ter wereld betreft. Niet bepaald om vrolijk van te worden, maar feiten zijn feiten.
In een volgend artikel hebben we het over andere belangrijke olieproducenten, zoals Canada met zijn oliezand en Mexico en Brazilië met net ontdekte olievelden.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.