![](/images/legacy-images/images/schrijvers/jan_willem_06.gif)
Enerzijds neemt de productiviteit van bestaande olievelden uit bijvoorbeeld de Noordzee en Mexico sneller dan verwacht af, terwijl de ontginning van nieuwe olievelden in Rusland en het Verre Oosten vertraging oploopt. Anderzijds neemt de consumptie als gevolg van de sterke economische groei van met name de opkomende landen sneller toe dan eerder was verwacht. Volgens het IEA zal het verbruik van olie de komende 5 jaar met 2,2 % per jaar toenemen in plaats van de eerder ingeschatte 2,0 %. Dat zou een vraag van 96 miljoen vaten per dag betekenen terwijl het huidige verbruik 86 miljoen vaten bedraagt. Het zal niemand verbazen dat China en andere emerging markets daarbij het grootste gedeelte van de groei voor hun rekening nemen.
Het hierdoor ontstane gat tussen het stijgende verbruik en het tekortschietende aanbod verplicht de olieproducenten hun productie fors op te drijven. Wanneer een dergelijke productiestijging niet gerealiseerd kan worden zal het prijsmechanisme zijn werk gaan doen. Met andere woorden een fors hogere olieprijs is dan nodig om het evenwicht te herstellen.
Met de olieprijs zijn ook de winsten van de oliefondsen enorm toegenomen. Tegen deze achtergrond zijn de relatief beperkte koerswinsten van de aandelen van grote oliefondsen als Shell, BP en Total zeer opmerkelijk. De koersen lijken daarmee een toekomstige prijsdaling van de olie te verdisconteren. Gezien de verwachting van het IEA en de huidige prijsontwikkelingen op de olietermijnmarkt lijkt dat echter enigszins ten onrechte. De olieprijs stijgt ondanks een economische terugval van ’s werelds belangrijkste consument, de VS. Wanneer de economische groei van deze grootverbruiker na een kortstondige afzwakking later weer zal gaan aantrekken zal dat des te meer een steun leggen onder de olieprijs.
Net als tijdens de vorige oliehausse van de jaren ’70 kunnen de koersen van de oliefondsen hun weg naar boven weer vervolgen zodra beleggers weer vertrouwen hebben in de houdbaarheid van de winstgevendheid. Met name de grote Europese oliefondsen zijn aantrekkelijk gewaardeerd met koers-winstverhoudingen van rond de 11. Beleggers die echter een grote mate van spreiding prefereren kunnen ook kiezen voor een aan de New York Stock Exchange genoteerde tracker van hoofdzakelijk oliebeleggingen, de iShares S & P GSSI Natural Resources Index Fund. Deze index is door Goldman Sachs samengesteld en bevat 128 verschillende aandelen van grondstoffenbedrijven.
Als gevolg van de hoge olieprijs raken ook beleggingen in alternatieve energie steeds meer in de belangstelling. Interessante beleggingen zijn onder meer het Ohra New Energy Fund en het ASN Milieu- en Waterfonds, beiden beleggingen waarbij het duurzame karakter een bovengemiddeld rendement niet in de weg staat.
Jan-willem Nijkamp
US Markets