![](/images/legacy-images/images/071130---jvb-+-oliekranen.gif)
Olie: achter de coulissen (3)
Deze maand heeft de olieprijs tot twee keer toe een aanval ingezet op het magische niveau van 100 $ per vat. In de loop van afgelopen week daalde de prijs meer dan 8% en koerste richting 90 dollar en lager. Het ziet ernaar uit, dat krachten achter de schermen alles in het werk stellen om de heftige reactie te vermijden, die we kunnen verwachten als de 100 dollar een feit zullen zijn. Verder is er de hoop, dat de OPEC-landen tijdens hun vergadering in Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten) zullen besluiten meer olie op te pompen.
Zoals we in ons artikel Olie: achter de coulissen (1) al aangaven, mogen we er niet van uitgaan, dat eenvoudigweg wat meer olie oppompen niet meer aan de orde is. Ook voor olieproducent nummer 1, Saoedi-Arabië, wordt het winnen van het kleverige goud er niet eenvoudiger op. Meer olie produceren kan misschien lukken op korte termijn, maar daarna duiken onvermijdelijke productieproblemen op. Tel hierbij de nog niet opgeloste politieke spanningen in het Midden-Oosten en dan zult u begrijpen, waarom wij erbij blijven, dat het niet lang meer zal duren of die kaap van 100 dollar per vat wordt genomen.
We zetten onze zoektocht achter de coulissen van de olie voort en bezoeken nu een Midden- en een Zuid-Amerikaans land, resp. Mexico en Venezuela.
Mexico
In Mexico kost benzine zo om en rond 0,44 euro per liter. Als je voltankt met bij voorbeeld 60 liter, ben je ca 26 euro kwijt. Bij ons betaal je voorhetzelfde ongeveer 90 euro…
De zuiderbuur van de VS beweert te beschikken over meer dan 100 miljard vaten olie. Wellicht is dit getal nogal serieus over, als we de cijfers (2006) van zowel Oil & Gas Journal en World Oil Magazine bekijken: resp. 13 en 12 miljard vaten. Een mogelijke verklaring van dit toch wel grote verschil van pakweg 88 miljard vaten is misschien te zoeken in de interne politiek van Mexico. In dit land heeft het staatsbedrijf PEMEX het monopolie, bij grondwet vastgelegd, van de olieproductie. In ruil voor deze vergaande faveur incasseert de overheid 60% van haar inkomsten via PEMEX.
In de Golf van Mexico ligt het Cantarell-veld (groen aangegeven in bovenstaande figuur). Van oppervlakte (ca 180 km²) is het niets vergeleken met het Saoedi-Arabische Ghawar (ca 7.000 km²), maar qua productie is Cantarell het tweede grootste olieveld ter wereld. Sinds 1979 kwam de meeste Mexicaanse olie van dit veld, maar sinds 1997 droogde de oliestroom op en moest Mexico krachtdadige middelen inzetten om de productie rendabel te houden. De helft van de wereldproductie van stikstofgas moest eraan geloven om de olie naar boven te persen. Op deze manier steeg de olieproductie tussen 1997 en 2004 van 1,1 naar 2,1 miljoen vaten per dag. Maar dan was het mooie liedje uit, want alle inspanningen ten spijt was eind 2006 de dagproductie teruggevallen naar 1,5 miljoen vaten per dag en het gaat nog altijd bergaf. En dat toveren zal nodig zijn, want van bovenvermelde 12 à 13 miljard vaten bevind 40% zich in bikkelharde rotsformaties, wat de exploitatie quasi onmogelijk maakt. Te vergelijken met rammelen van de honger, terwijl je omringd bent door een berg conservenblikken, maar je bent je dozenopener vergeten.
Een ander deel van de Mexicaanse olie is van de hoogviskeuze soort, die moeilijk te transporteren en te verwerken is.
Als Mexico geen drastische verbeteringen kan doorvoeren in zijn olieprogramma, dan is het over 10 jaar afgelopen met de exploitatie van aardolie. In juni van dit jaar verwittigde ex-Fed voorzitter Alan Greenspan ervoor, dat een afnemende olieproductie Mexico regelrecht kan brengen naar een financiële afgrond. Tijd dat Mexico die 88 miljard vaten uit zijn sombrero tovert…
Venezuela
Volgens Oil & Gas Journal (2006) bezit Venezuela 80 miljard vaten conventionele olie en volgens World Oil Magazine (idem) zijn dat er ‘maar’ 53 miljard. Hoe dan ook, Venezuela heeft dankzij zijn olie een zetel in de OPEC en heeft de meeste conventionele olie in het westelijk halfrond.
Maar er is ook niet-conventionele olie in de vorm van oliezand. Nu is het ene oliezand het andere niet. In ons artikel Olie: achter de coulissen (2) hadden we het o.m. over het Canadese oliezand en de problematiek, verbonden met de ontginning ervan.
In Venezuela, meer bepaald in de zg. Orinoco Oil Belt (zie bovenstaande figuur) zouden 1.200 miljard vaten olie voorradig zijn in de vorm van oliezand. Dat is zo maar eventjes evenveel als de hele wereldvoorraad conventionele olie! Bovendien is blijkbaar het ene oliezand het andere niet, want in het Venezolaanse oliezand zit een minder bitumineus product, dat veel gemakkelijker te bewerken is dan de zwarte klompen waaruit men in Canada met de hulp van heet water, centrifuges en solventen een vloeibaar product moet te voorschijn halen.
Venezuela beweert, dat ca 22% of 267 miljard van die 1.200 miljard vaten te verwerken zijn naar ‘conventionele’ olie zonder bijzondere technische kunstgrepen. Waarom geldt dit niet voor alle 1.200 miljard vaten? De reden is, dat ook hier de Wet van Behoud van Ellende geldt: het oliezand is van betere kwaliteit, maar het meeste ervan zit dieper in de bodem en is dus moeilijker te ontginnen. Leuk, toch?
Net als in Mexico is de oliewinning in Venezuela in handen van een staatsbedrijf, met name Petróleos de Venezuela Sociedad Anónima (PDVSA). Deze onderneming had de afgelopen jaren (2002 en 2003) te maken met sociale onrust en stakingen en dat had een gevoelige weerslag op de productiviteit in het algemeen en op de ontwikkeling van methodes van exploitatie van het Orinoco-oliezand in het bijzonder.
Over de productiecapaciteit van Venezuela lopen de meningen uiteen. Het land zelf beweert 3 miljoen vaten per dag aan te kunnen, maar waarnemers zoals US Energy Information Administration gaan ervan uit, dat het met 2,5 miljoen al heel goed zou zijn.
Benzine is in Venezuela echt spotgoedkoop, want je betaalt een duizelingwekkende 0,013 euro per liter. Voor een volle tank van 60 liter komt dat neer op … 0,78 euro. Dit is meer dan honderd maal goedkoper dan hier!
Hoe dan ook, Venezuela levert 10 à 11% van de door de VS gebruikte olie en is dus een hele belangrijke leverancier. Tenminste voor zolang het nog duurt, want in het kader van de ruzie tussen de Amerikaanse overheid en de Venezolaanse president Chavez dreigt deze laatste ermee de olie-export naar de VS stop te zetten.
Dat kan de VS pijn doen. Want laten we wel wezen: zonder buitenlandse olie zou de
VS-economie op dit moment onmiddellijk vastlopen. En volgens de wet van vraag en aanbod kunnen we verwachten dat de overige leveranciers hun prijzen zullen aanpassen, moest Venezuela wegvallen.
Dit brengt ons tot de VS. In een volgend artikel gaan we kijken hoe het daar staat met de olie en hebben we het ook over de exploitatiemogelijkheden van weer een andere vorm van
kleverig goud, namelijk schalieolie.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.