De banken lagen mee aan de basis van de wereldwijde crisis, werden gered door een overheidslening lening van miljarden maar gaan vrolijk door met het toekennen van riante bonussen. Daardoor krijgt president Obama het danig op de heupen en hij stelt een belasting voor om het geleende geld snel te recupereren.
Over enkele dagen, op 20 januari 2010 zal de 48-jarige Barack Hussein Obama het eerste jaar van zijn ambtstermijn als 44ste president van de USA achter de rug hebben. Toen hij zijn intrede maakte van het Witte Huis kreeg hij, buiten alle (geo)politieke beslommeringen, de volle laag van de financiële crisis te verwerken.
Hij zag hoe de grootste economie ter wereld aan het wankelen was en stond toe, dat de overheid miljarden dollars pompte in noodlijdende sectoren. In 2008 kregen banken in de VS ca 117 miljard dollar (81 miljard euro) toegestopt met als voorwaarden dat het geld moest worden terugbetaald zodra de banken weer gezond waren en dat ze intussen matig moesten omspringen met verloning en dat vooral de eindejaarsbonussen op een laag pitje moesten komen te staan.
Zo ontvingen JP Morgan, Goldman Sachs en American Express resp. 25, 10 en 3,4 miljard dollar. En de CEO van Goldmans Sachs, de 55-jarige Lloyd C. Blankfein, ontving eind 2007 een recordbonus van 68 miljoen dollar (47 miljoen euro). Op het einde van 2008 kreeg hij evenwel geen bonus.
Al heel vroeg in 2009 waren grootbanken er als de kippen bij om het geleende geld terug te beginnen storten. De achterliggende reden was, dat ze weer vrij wilden zijn met hun loon- en zeker bonussenpolitiek. Zo had Goldman Sachs in juli 2009 de lening al helemaal terugbetaald en er zijn nog voorbeelden.
Daaruit zou men kunnen afleiden, dat de banken terug over voldoende cash beschikten om over te gaan tot de orde van de dag en bij voorbeeld aan de industrie de broodnodige leningen zouden toestaan. Zo ging het helaas niet. De banken bleven wantrouwend op hun dollars zitten en fungeerden zo als rem op de toch al zo gehavende economie.
Op het einde van 2009 voelden de banken die hun schuld aan de overheid hadden ingelost zich terug oppermachtig en ze draaiden de bonussenkraan gul open. Zo lezen we The New York Times van 9 januari 2010 dat JP Morgan zijn medewerkers gemiddeld 463.000 dollar (322.000 euro) heeft toegestopt. Goldman Sachs wilde hierover gaan en schoof gemiddeld 595.000 dollar (414.000 euro) over tafel.
In datzelfde artikel lezen we, dat vijf van de grootste banken die geholpen werden door de overheid (Bank of America, Citigroup, Goldman Sachs, JP Morgan Chase en Morgan Stanley) in de 9 eerste maanden van 2009 een totaal spaarpotje hebben kunnen aanleggen van ca 90 miljard dollar (63 miljard euro) als appeltje voor de dorst. Dat appeltje moet dan dienen voor salarissen en bonussen. Om toch de schijn wat te redden, betaalden sommige banken, zoals Goldman Sachs, de bonus aan hun toplui uit in aandelen.
Tot daar The New York Times. De manier waarop de Amerikaanse banken volgens hem omgaan met hun verantwoordelijkheid werkt president Obama danig op de zenuwen. Daarom wil hij de grootbanken die meer dan 50 miljard dollar aan activa beheren (en zo zijn er 50) een extra belasting opleggen. Op die manier zou al het aan de banken geleende geld terug moeten vloeien naar de overheid met als ‘bonus’ dat het begrotingstekort van de VS wat vermindert.
Binnen dit en 10 jaar zou de nieuwe belasting 90 miljard dollar naar de schatkist brengen en twee jaar later zou het volledige geleende bedrag van 117 miljard dollar zijn teruggekeerd naar de overheid.
Als het Congres Obama’s gedachtegang volgt, wordt de ‘bankenbelasting’ ingeschreven in het budget, dat in februari 2010 rond moet zijn.
De banksector heeft al laten weten vierkant tegen deze belasting te zijn. Ze beschouwen het als een voortijdige poging om het aan hen geleende geld terug in de staatskas te krijgen.
De voorzitter van het IMF, de Franse econoom Dominique Strauss-Kahn, is alvast gewonnen voor Obama’s idee. Ook Jean-Claude Juncker, de eerste minister van Luxemburg en voorzitter van de Eurogroep (de 16 landen met de euro als munt) steunt Obama, maar voegt er snel aan toe, dat zoiets in Europa ‘moeilijk’ te realiseren is, omdat Europa niet als één homogeen blok, maar als een conglomeraat van landen te beschouwen is.
Dat president Obama zo reageert is naar onze mening te catalogeren als een uiting van gezond verstand. Bovendien is het voor hem een politieke noodzaak in het kader van de toenemende kritiek vanuit de bevolking op de miljardensteun aan banken en (auto)industrie, betaald met belastinggeld.
Obama en de banksector hebben nu de zwaarden gekruist. En nu maar afwachten wie als overwinnaar het strijdperk zal verlaten.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.