Nog een Ponzi-stelsel
Nu dat het Madoff-schandaal wereldwijd de voorpagina’s haalt, is het zinvol om nog eens een ander Ponzi-stelsel onder de aandacht te brengen: de staatsobligatie.
Sociale Zekerheid
Laten we beginnen met het omslagstelsel in de sociale zekerheid dat er op gebaseerd is dat de huidige generatie arbeiders voor de huidige voorzieningen (zoals AOW) van de niet-werkenden betaalt. Dat is overigens niet alleen in Nederland zo, maar dit systeem wordt in vele landen in de wereld toegepast, waaronder Amerika.
Milton Friedman noemde in 1999 het sociale zekerheidsstelsel in Verenigde Staten het ‘grootste Ponzi-stelsel ter wereld’. Immers, de aanname is dat toekomstige overheden dezelfde voorzieningen zullen bieden als waar de huidige generatie voor betaalt; een aanname die in het verleden vaak onterecht bleek te zijn en in de toekomst steeds onwaarschijnlijker wordt door de alsmaar oplopende kosten (steeds minder jongeren die voor steeds meer ouderen moeten zorgen).
Staatsschuld
Onder andere door financieringsproblemen in de sociale zekerheid (en ja, vele andere uitgaven) laten overheden consequent hun nationale schuld groeien. Wanneer bestaande schulden vrijvallen, worden deze betaald met nieuwe schulden en zelfs de rente op bestaande schulden wordt gefinancierd met de uitgifte van nieuwe schuldbewijzen. Dat hele piramidespel vertrouwt erop dat er een constante toevoer van nieuwe kopers is of dat bestaande kopers hun schatkistpapier maar blijven doorrollen. Wanneer echter voldoende uitleners hun geld opeisen, zoals bij Madoff het geval was, dan is het over met de pret. Het grote verschil tussen Madoff en de overheid is natuurlijk dat overheden dit Ponzi-spel open en bloot bedrijven onder de valse aanname dat politici zullen slagen daar waar individuen keer op keer hebben gefaald en dat overheden immuun zijn voor de economische wetten die de rest van de maatschappij beheersen.
Zeker op basis van het verleden kan in ieder geval niet geconcludeerd worden dat overheden nooit in de financiële problemen komen. Overheden die sinds het jaar 1500 het meest hun betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen: Spanje, Ecuador, Venezuela, Frankrijk en Duitsland. Maar vergeet ook niet dat we in de geschiedenis natuurlijk landen als Turkije, Portugal, Oostenrijk, Griekenland, Rusland, en China meerdere malen op de lijst van wanbetalers hebben zien voorkomen (1).
Credit Default Swaps
De prijzen van Credit Default Swaps (CDS) op overheidsobligaties, verzekeringen tegen het niet terugbetalen van de hoofdsom door de uitgever, zijn het laatste jaar fors gestegen. Zo is de CDS van Amerikaans staatspapier opgelopen van 10 basispunten vorig jaar tot zo’n 65 basispunten op dit moment. De CDS van Duitsland doet momenteel 48bp (versus 10bp een jaar geleden), die van België 87bp (vs 20bp), die van Italië 169bp (vs 50bp) en die van IJsland bijvoorbeeld 1066bp (vs 275bp). De trend is duidelijk: marktpartijen schatten het risico dat overheden niet aan hun verplichtingen richting obligatiehouders zullen voldoen, steeds hoger in.
Hoewel het daadwerkelijke faillissement van overheden niet niet erg waarschijnlijk lijkt, kan toch hetzelfde effect bereikt worden wanneer de valuta van een land keldert, haar markten instorten en (hyper-)inflatie haar intrede doet. Vraag dat maar eens aan de mensen in IJsland.
Staatspapier
De vlucht naar een ‘veilige haven’ in de kredietcrisis heeft obligatieprijzen tot ongekende hoogten opgestuwd. 10-jaars Amerikaans staatsobligaties leveren momenteel zo’n 2% op en voor staatspapier met een looptijd van tussen drie maanden en drie jaar moet de belegger genoegen nemen met een effectief rendement van tussen de nul en 0.95% op jaarbasis! In Europa is het iets beter gesteld met de rendementen (tussen de 1.8% en 3% variërend van 3‑maands tot 10-jaars papier), maar ook hier maken de rentes nauwelijks de vermogensbelasting goed.
Tel daarbij op dat de typische opkopers van staatspapier in het verleden, de Sovereign Wealth Funds, op dit moment op het thuisfront meer financiële gaten te dichten hebben dan in het verleden, en er resulteren weinig overtuigende redenen om nu long staatspapier te zitten. In tegendeel. Ik ga short staatsobligaties, ondanks de stijgende lange termijn trend, en dan vooral die van Amerikaanse makelij. De momentumindicatoren zijn erg overgekocht en de tijd is rijp voor het onthullen van een nieuw Ponzi-stelsel
Cees Qurijns