Verdedigers van het rentesysteem stellen dat de heffing van rente een belangrijke prikkel vormt om de schuld op tijd terug te betalen. Maar in het huidige systeem is de renteschuldenberg zo hoog gestegen dat complete staten (Griekenland, Ierland, Californië, Illinois, enz.) ondanks het amechtige pompen toch verzuipen. Het systeem is gewoon niet houdbaar.
Stel u voor, ik maak bakstenen. Ik leen u een baksteen, en als prijs vraag ik een halve baksteen rente. U kunt geen bakstenen maken (anders hoefde u ze niet bij mij te komen lenen, nietwaar). De enige plaats waar u aan die extra halve baksteen kunt komen, dat ben ik. Want reken er maar op dat ik een heel speciale klei gebruik, met een watermerk, een hologram en een dun metalen stripje waarin wat cijfertjes zijn geperforeerd. U geeft mij na uw financiële transacties de baksteen terug, en u heeft geen andere keus dan de halve baksteen die u aan rente schuldig bent bij mij te gaan lenen. En ik zeg u, dat mag maar dan wil ik wel de helft van die baksteen als rente. En als u meer nodig hebt dan alleen die rente (en dat hebt u, want u hebt een complete nationale economie te draaien), dan wil ik daar ook rente op. U leent dus 1,5 bakstenen, en bij de volgende ronde bent u mij al 2,25 (1+0,5+0,75) bakstenen schuldig, terwijl het enige wat u hebt gedaan in al uw onschuld is te proberen een economie draaiende te houden. Nogmaals: het systeem is niet houdbaar. Het huidige monetaire systeem moet veranderen als we niet allemaal slaven van de bakstenenmaker willen worden. Waarom zou een boete bij te laat betalen niet evengoed kunnen werken als de renteprikkel? A propos, nu u toch tijd over heeft, dan moet u eens proberen uit te zoeken aan wie de rente wordt uitbetaald die de Fed, de Nederlandsche Bank, en de ECB aan hun schuldenaars (lees u) vragen. Ik heb het namelijk nergens zwart op wit kunnen vinden (maar dat garandeert niets). Ik vond op Internet en de academische literatuur wél de volgende anekdote.
Het Waterloo van de Rothschilds
Het jaar is 1814, de dag zondag 18 juni. Wellington, op het laatste moment versterkt door de Pruisen, geeft het elitekorps van Napoleon de genadeslag. Tot die dag was de kleine Keizer oppermachtig op het Europese vasteland, en oefende hij invloed uit van het Iberisch schiereiland tot aan Scandinavië. De Franse aartsvijand Engeland had hij het onmogelijk gemaakt handel te drijven met de landen onder zijn invloed: de havens op het Europese vasteland waren voor de Engelsen gesloten. Daarom leerden de Europeanen suiker te maken uit bieten in plaats van suikerriet dat door de Engelsen uit de Caraïben zou moeten worden ingevoerd. Wellington strijdt dus niet uit het nobele motief om Europa te bevrijden van het Napoleontische juk, maar uit botte noodzaak voor de economische toekomst van Groot-Brittannië.
Het verhaal wil dat zich op het slagveld een informant van de Engelse zakenman Nathan Rothschild bevindt. Die informant constateert de Engels/geallieerde overwinning, en wil deze boodschap zo snel als hij kan overbrengen aan zijn broodheer in Londen. Een smsje versturen ging niet, en zelfs een telegraaf had hij niet ter beschikking. Née, hij moet te paard naar Oostende, vanaf daar afhankelijk van de wind op een zeilboot proberen Engeland te bereiken, om vervolgens weer te paard (hopelijk een ander dan dat zeezieke aan boord) te gaan naar Londen. Een andere oplossing is om een postduif te versturen met de naam van de winnaar. In ieder geval, zijn boodschap komt één dag voordat andere boodschappers de Britse hoofdstad van inlichtingen hebben kunnen voorzien, aan.
Rothschild, op dat moment de enige die de uitkomst van de slag kent, denkt niet lang na. Hij gaat naar de Londense effectenbeurs, trekt een zorgelijk gezicht, en geeft zijn brokers opdracht per direct zijn aandelen te verkopen. De andere brokers op de beursvloer, die op de hoogte zijn van de kwaliteit van de informatie waarover Rothschild op de één of andere manier altijd maar weer weet te beschikken, denken ook niet lang na. Het gerucht dat Wellington heeft verloren gaat als een lopend vuurtje de beursvloer rond. Als Wellington heeft verloren, dan zullen de sancties op de Engelse handel in stand blijven, met alle gevolgen voor de koers-winst ratio’s van hun aandelen. De aandeelhouders beginnen hun effecten te dumpen. Er ontstaat paniek, en een aandelenkrach is een feit. Aandelen gaan voor een fractie van hun waarde van de hand. Maar er is toch nog één koper. Zijn naam is Nathan Rothschild. Enfin, zo gaat toch het verhaal (1)(2)(3).
Dystopie of utopie?
Op een massief granieten monument van 6 meter hoogte in Georgia staat een stelling opgetekend van zgn. new agers. De stelling luidt “Maintain humanity under five hundred million in perpetual balance with nature” (vert. “handhaaf de mensheid onder vijfhonderd miljoen in duurzaam evenwicht met de natuur”).
Ik denk dat iedereen wel eens heeft overwogen dat er misschien wel teveel mensen zijn op de wereld. De vraag is alleen: wie moeten er verdwijnen, en wie mogen er behouden blijven? Bij voorkeur behoren we natuurlijk tot de laatste groep. De boeren willen waarschijnlijk dat de boeren overleven (zo dachten Mao en Pol Pot er tenminste over). De bankiers zien waarschijnlijk de bankiers graag overleven (hoewel je je kunt afvragen welke toekomst bankiers hebben zonder een massa om uit te zuigen; ze zouden wel eens een echt beroep moeten gaan uitoefenen). En u, tja, u wilt misschien wel dat de daytraders overleven. En hun naaste familie. En toch ook die aardige buurman. Maar dat kan niet, want denk eens in, 500 miljoen, dat betekent dat 1 op 14 in leven zou mogen blijven.
De utopie van een dunbevolkte Aarde waar we kunnen genieten van ongerepte natuur, waar iedereen er een ranch à la George “Double Dip” Bush op nahoudt, en waar we met vrouw en koters kunnen picknicken aan een rivier waarvan we het water zó kunnen drinken, kan alleen worden bereikt tegen de prijs van de dystopie van de grote meerderheid van de wereld. Dertien mensen op veertien moeten immers ten ondergaan. Het merkwaardige is dat extreem-rechts en extreem-links (denk aan de zgn. deep ecologists) elkaar ontmoeten in de hoop op een dergelijke wereld. Waarmee wat mij betreft, meteen de krankzinnigheid van hun beider standpunten is aangetoond.
Global governance (dystopische variant)
Ik heb deze lange inleiding nodig om te tonen dat ik enigszins belezen ben wanneer ik het netelige onderwerp global governance aanroer. Het eindpunt van mijn vorige column was immers, dat een hervorming van het monetaire stelsel zinloos is wanneer deze hervorming niet wereldwijd wordt ingevoerd. Maar ik wil de vraag uit de weg gaan of de elite die het feitelijk beheer voert over het huidige monetair stelsel ons slecht of gunstig gezind is. In de analyse volstaat het om te begrijpen dat een instantie die het monopolie heeft over gelduitgifte, en in ruil voor elke uitgifte van een hoofdsom in geld, rente in geld eist, uiteindelijk de hele economie in handen krijgt waar die instantie dit monopolie voert. Als de instantie in privéhanden is, betekent dit dat alle beschikbare kapitaalgoederen (lock, stock and barrel) overgaan in handen van de geprivilegieerde aandeelhouders. Als de instantie overheidsbezit is gaat alle bezit over naar de overheid. Privébezit is onbestaanbaar in het monetair systeem waarbij een monopolist het geld uitgeeft in ruil voor geld. In ons monetair systeem, met andere woorden. En ga het eens objectief na. Hoeveel huizenbezitters hebben werkelijk hun huis in eigendom? Vroeger (toen de dieren nog spraken), kon je met 1 salaris een gezin onderhouden én een huis afbetalen. Tegenwoordig heb je twee salarissen nodig om in elk geval de rente te kunnen blijven afbetalen. Ach, je wordt treurig als je erover nadenkt.
Als er dus een globaal monetair systeem komt, dat een monopolie over de geldproductie voert en voor de uitgifte van dat geld betaald wil worden in dezelfde specie, dan kunt u net zo goed de eigendomspapieren van uw woning (voor zover die überhaupt al in uw bezit is) opsturen naar die instantie, en ze de sleutels van het huis en uw auto overhandigen wanneer ze daarom vragen. Maar wie weet wordt u wel een gefortuneerde lakei, aan wie het wordt gedoogd om op zondag een glas wijn te drinken, en de kamer ’s winters op 16 graden te stoken. U denkt dat ik scherts? Waarom bevinden we ons nu dan op het punt dat overheden moeten bezuinigen, terwijl er buiten een efficiëntieslag (lees: massaontslagen) vrijwel niets meer te bezuinigen is? De spoorwegen zijn verkocht, het water- en energiedistributienetwerk (de “nutsbedrijven”, d.w.z. bedrijven voor het openbaar nut, ja lach er maar om) werden geprivatiseerd, de gezondheidszorg komt voor steeds grotere delen in handen van de privé. Telecommunicatie en postbedrijf werden verkocht aan de privé. Er wordt vroeg of laat een punt bereikt wanneer de overheid zijn straten, havens, rivieren en kanalen heeft verkocht, het gevangeniswezen, bejaardentehuizen en het onderwijs van de hand heeft gedaan, en het niets meer te verkopen heeft dan zijn monopolie op het uitoefenen van geweld (politie, leger) en tenslotte, de rechtbanken. Daarna bent u vogelvrij. Dát is wat privatisering betekent. Maar we willen het niet weten.
Global governance (utopische variant)
Het enige middel om al deze destructieve krachten een halt toe te roepen is door het geld opnieuw van en voor het volk te maken. Door de millennia heen is gebleken dat monetair metaal en met name goud als enige deze rol kan vervullen. Goud is waardeloos. Het enige wat het doet is glanzen en uitstekend electriciteit geleiden (maar er is te weinig voorhanden van het metaal, en het is ook nog eens te zacht, om van die eigenschap te kunnen profiteren). De enige gunstige eigenschap die het metaal heeft is dat je het te enen male niet kunt namaken. En dát is nou net de enige investering die een centrale bank nog doet: ervoor zorgen dat niet iedereen bankbiljetten op een kleurenprinter gaat staan afdrukken.
Is die éne investering van de centrale bank werkelijk al ons bloed, zweet en tranen waard?
— — — — — — — — — — — — — — — — —
Bronnen
Het verhaal over de vertienvoudiging van het fortuin van de Rothschilds is op diverse plaatsen op het Internet te vinden. Ik noem hier de drie academische titels die ik raadpleegde:
(1) Benabou, R. & G. laroque (1992). Using priviledged information to manipulate markets: insiders, gurus, and credibility, The Quarterly Journal of Economics, August issue.
(2) Chauvin, K. W. & C. Shenoy (2001). Stock price decreases prior to executive stock option grants, Journal of Corporate Finance, Volume 7.
(3) Duchalet, M. (2006). Did Napoleon win the battle of Waterloo? Journal of the International Academy for Case Studies, Volume 12.
Overigens kun je alleen maar respect opbrengen voor iemand die het belang van goede informatie zo vroeg inzag. Want insidersinformatie kun je het niet noemen. The Georgia Guidestones kunt u onder andere vinden op Google Earth (34°13’54.08“N, 82°53’38.22“W).
— — — — — — — — — — — — — — — — — –
Ik moet tenslotte bekennen dat ik niet inzie hoe ik mijn standpunt op monetair gebied en goud duidelijker kan verwoorden dan in voorgaande. Tenzij u beneden vragen stelt die u graag in de nabije toekomst door mij beantwoord ziet worden, leg ik op het gebied van columns schrijven de duimen voor de vele technische analyses van (papier)goud die u door een keur van andere columnisten van USMarkets worden aangeboden. En waarmee wellicht wél geld te verdienen valt!
Jarl Kampen
Columnist US Markets