...

LIEVER POMPEN DAN VERZUIPEN!

4 juni 2008, 11:58 | US Markets Redactie | leestijd: 12 minuten | moeilijkheid: 8 / 12 | (0)

Sinds de rentev­er­lagin­gen in de V.S. vorig najaar worste­len anal­is­ten en beleg­gers met de gok van een oplopende beurs. Deze gok is even gewaagd als die van de krediet’acrobaten’ bij de grote zak­en­banken op een hogere huizen­pri­js bij een oplopende rente. Door bij een lage groei ad libi­tum geld in het cir­cuit te bli­jven pom­pen en de rente laag te houden, opent zich voor de cen­trale banken even­wel een lev­ens­g­root spa­gaat bij een verder oplopende inflatie. 


LIEV­ER POM­PEN DAN VERZUIPEN!

Sinds de rentev­er­lagin­gen in de V.S. vorig najaar worste­len anal­is­ten en beleg­gers met de gok van een oplopende beurs. Deze gok is even gewaagd als die van de krediet’acrobaten’ bij de grote zak­en­banken op een hogere huizen­pri­js bij een oplopende rente. Door bij een lage groei ad libi­tum geld in het cir­cuit te bli­jven pom­pen en de rente laag te houden, opent zich voor de cen­trale banken even­wel een lev­ens­g­root spa­gaat bij een verder oplopende inflatie. 

Door­dat de rente onder het infla­tieniveau ligt, is de reële rente negatief: een gevaar­lijk waarschuwingssig­naal! Analoog aan de jaren 70 zien we thans dezelfde ontwik­kel­ing ontstaan. Immers, toen werd er na twee oliecrises en een sterk oplopende inflatie op het rentevlak even­min ade­quaat ingegrepen. 

Her­hal­ing van zetten

Toen­ma­lig Fed pres­i­dent Arthur Burns, nog onder Jim­my Carter, vrees­de een ket­tin­gre­ac­tie van finan­ciële implosies indi­en hij in weer­wil van een sterk oplopende inflatie de rente niet zou ver­la­gen en tegelijk­er­ti­jd de geld­kraan wagen­wi­jd zou open­houden. Het gevolg was een oplopende inflatie richt­ing 15%, sterk oplopende com­modi­ties en een dal­end vertrouwen in de beurs naar een gemid­delde koers/​winstverhouding van rond de 8. Uit­er­aard bewees Burns wel lip­pen­di­enst aan de markt maar de fac­to deed hij niets. Gevolg: een instor­tende markt en een diepe recessie. Anno 2008 lijkt het onder lei­d­ing van uncle Ben Bernanke een her­hal­ing van zetten te worden.

Zo staat de Amerikaanse CPI (Con­sumenten Pri­js Index) thans offi­cieel rond 4% maar con­form de bereken­ing hier­van in de vorige eeuw komt deze even­wel uit op 11,58%! De PPI (Pro­duc­er Price Index) bedraagt op jaar­ba­sis nu 7%, ter­wi­jl deze in de maand april reeds naar ruim 13% is opgelopen. Door de geïn­fleerde dol­lar zijn de Amerikaanse import­pri­jzen intussen met bij­na 18% opgelopen en zelfs met meer dan 30% in april(!). De pri­jssti­jgin­gen in de com­mod­i­ty­sec­tor zijn bepal­end voor het verdere inflatieverloop.

Beurs­log­i­ca

Deze pri­jssti­jgin­gen vin­den nu suc­cessievelijk hun weg naar de porte­mon­nee van de con­sument. Dat deze daar treurig van wordt is te begri­jpen. Min­der beste­d­ingspo­ten­tie lei­dt tot min­der aankopen, dus min­der omzet bij het bedri­jf­sleven, min­der bedri­jf­swinst en lagere koersen tot gevolg. De meeste anal­is­ten en beleg­gers, geholpen’ door de geld­cre­atie van de Fed bli­jven even­wel mordi­cus doof voor deze beurslogica. 

Bij de thans gedresseerde bereken­ing van de CPI ad 4% is de reële rente offi­cieel 2% negatief. Echter, op basis van de CPI-bereken­ing in de vorige eeuw bedraagt de reële rente maar lief­st 9½% negatief! In tegen­stelling tot de jaren 70 en 80 hebben we nu te mak­en met het snel opkomende economis­che poten­tieel in Azië, met een aan­houdend aanzuigende vraag naar grond­stof­fen. Er is dus weinig reden te anticiperen op lagere grond­stof­fen­pri­jzen, zelfs bij een lagere economis­che groei. 

Bear Mar­ket

Zoals reeds in de col­umn van 23 april j.l.werd uiteengezet is er evi­dent sprake van ver­hulling en mark­t­ma­nip­u­latie door de cen­trale over­heid. Beleg­gers wor­den hier­mee het bos inges­tu­urd en wensen niet verder te kijken dan hun per­cep­tie van de waarheid (?). Maar om de echte cijfers kun je uitein­delijk niet heen. Gelet op de huidi­ge beurs­standen afgezet tegen die van het begin van deze eeuw met een Dow van 11.750, S & P van 1.450 en de AEX met 671 pun­ten was er voor de beleg­ger in Amerikaanse aan­de­len tot nu toe weinig lol te beleven en voor de beleg­ger in Ned­er­landse aan­de­len nog veel min­der, de inflatiecor­rec­tie nog buiten beschouwing gelaten.

Daar­ente­gen, kon iemand die in het jaar 2000 bij een Dow­stand van 11.750 een equiv­a­lent van US$ 11.750 in bijvoor­beeld goud, olie of kop­er zou hebben gesto­ken, voor dat bedrag des­ti­jds 41 ounces goud of 462 vat­en olie of 134 pounds kop­er kopen. Anno 2008 koopt hij voor dat zelfde bedrag slechts 14,5 ounces goud, 105 vat­en olie en 35 pounds kop­er ofwel door de bank genomen koop je in dol­lars 70% min­der dan 8 jaar gele­den. Door de sterke euro is de koop­kracht hier iets min­der drama­tisch aange­tast maar toch ook goed voor een dal­ing van 50%. Geen won­der dat de aan­de­len­beurs in feite al jaren lang in een ake­lige Bear Market
Verkeert. 

Daar­bij komt dat we nu het moment bereiken, waarop de beste­din­gen gaan teruglopen gepaard met afne­mende groei, ter­wi­jl de inflatie een soort self pro­pelling dri­ve begint te kri­j­gen in een omgev­ing waarin de rente moeil­ijk omhoog kan. Zolang de cen­trale banken de geld­kraan wijd open houden – de Fed maakt de geld­groe­ici­jfers gemak­shalve maar niet meer bek­end, ter­wi­jl de Europese cen­trale bank vol­gens de laat­ste gegevens boven de 10% zit, wordt hier­mee de inflatie beduidend aange­wakkerd. Immers, liev­er pom­pen dan verzuipen! Buiten de niet afla­tende mark­tvraag naar grond­stof­fen ver­taalt deze ontwik­kel­ing zich in een extra aan­jager van de inflatie. Beleggen in finan­cieel waarde­pa­pi­er is bijgevolg heilloos! 

Absolute voorkeur voor beleg­ging in grondstoffen? 
Kijken we naar de grond­stof­fe­naan­de­len dan hebben deze het in ver­houd­ing tot de grond­stof­fen­pri­jzen min­der goed gedaan. Hoe komt dat? Wel, in de eerste plaats bli­jft de pro­duc­tie grosso modo achter bij de vraag, nadat deze als gevolg van de lage grond­stof­fen­pri­jzen in de jaren 80 en 90 in capaciteit zwaar is achterge­bleven. In de tweede plaats zijn de pro­duc­tiekosten sinds 2006 met ruwweg 25% geste­gen, veel sneller dan de pro­duc­tiegroei en in de derde plaats is er een gebrek aan goed opgeleid en ook steeds duur­der wor­dend personeel. 

Tegelijk­er­ti­jd hebben we te mak­en met 3 onom­keer­bare groeifactoren:

1. de economieën in de Derde Wereld
2. de wereld­bevolk­ing met een schat­ting naar boven de 9 mil­jard, bin­nen 40 jaar
3. de toen­e­mende onzek­er­heid bin­nen het inter­na­tionale finan­ciële circuit

Rio Tin­to, één van de groot­ste mijn­bouw­ers ter wereld verwacht op grond van de huidi­ge inschat­tin­gen een ver­dubbel­ing van de grond­stof­fen­vraag bin­nen 15 jaar. Het is absolu­ut niet aan­nemelijk dat de pro­duc­tiegroei hier­mee gelijke tred weet te houden. 

Goud sni­jdt het meeste hout

Deze ontwik­kelin­gen gelden in het bij­zon­der voor het edel­metaal, dat meer is dan een grond­stof alleen. Zoals in eerdere columns aangegeven is goud door alle eeuwen heen het meest valide betaalmid­del gebleken. De Gouden Stan­daard gaat terug tot de stad Baby­lon, 1400 jaar voor Christus.

Ruim 3.400 jaar lat­er wordt er op de New York Assets Man­age­ment Con­fer­ence in mei j.l.de voor­spelling gedaan dat goud in de toekomst de rol van reserve­va­l­u­ta van de dol­lar weer zal overne­men. De dol­lar heeft als gevolg van de depre­ci­atie (waarde­v­er­min­der­ing) haar aan­deel in het inter­na­tionale gel­dom­loop al met ruim 12% zien teruglopen (dat is 12% van 3.000.000.000.000 dol­lar). Men gaat zelfs zover te zeggen dat her­in­vo­er­ing van deze rol voor het goud de beste oploss­ing zou zijn voor de V.S. alsmede voor het gehele inter­na­tionale finan­ciële ver­keer. Hier­mee zal dan tevens een abrupt einde komen aan de goud­verkopen door de cen­trale banken. Het goud dient dan weer als dekking en ijkpunt voor de geldgroei.

Door de goud­verkopen van de cen­trale banken wordt enerz­i­jds liq­uiditeit verkre­gen, ter­wi­jl anderz­i­jds de inflatie wordt gecam­ou­fleerd”. Door het inflatieci­jfer te manip­uleren kan de geld­kraan vooral­snog wagen­wi­jd bli­jven open­staan. Paul Vol­ck­er, Fed pres­i­dent vóór Alan Greenspan, heeft nog­maals zijn vinger tegen het huidi­ge cen­trale bankbeleid geheven. Het ver­sterkt het wantrouwen jegens de cen­trale banken in het algemeen!

Intussen is er de afgelopen jaren al zo’n 5.000 ton goud verkocht en resteert er in de kelders van Fort Knox in de V.S. nog een slordi­ge 8.000 ton en in Europa nog ca. 13.000 ton. Dit zijn slechts benaderin­gen, want de cen­trale banken hullen zich hierover in een absolu­ut stilzwi­j­gen. Voorts is de goud­pro­duc­tie in de peri­ode vanaf 2006 met 6,4% gedaald, ter­wi­jl het er geen­szins naar uit ziet dat de neer­gaande pro­duc­tie een halt kan wor­den toegeroepen. 

Dé hedge tegen inflatie

Zoals reeds uitvo­erig is belicht in vorige columns is de rol van het goud als verzek­er­ing tegen inflatie ongeëve­naard. Dat dringt des te meer nu de reële rente niet alleen in de V.S. maar ook in de dol­largekop­pelde regio’s in het Verre en Mid­den Oost­en een negatieve spi­raal laat zien met even­zeer oplopende inflatie.

Goud­pri­j­son­twik­kel­ing

Hoewel de goud­pri­js recent al even aan het niveau van 1.000 dol­lar heeft gero­ken, hebben de cen­trale banken er mid­dels hun goud­verkopen voor gezorgd dat de pri­js al weer snel tot onder de 900 dol­lar per ounce is teruggeza­kt. Het is zelfs niet ondenkbaar dat de banken belust op een nog lagere goud­pri­js een extra poging zullen wagen om de pri­js richt­ing de 700 dol­lar te drukken. 

Echter, naar­mate de geld­kraan bli­jft open­staan en er meer goud wordt verkocht, waar­door de goud­pri­js daalt, creëert dat natu­urlijk des te meer momen­tum voor een op enige ter­mi­jn verder sterk oplopende goud­pri­js met een eerste hori­zon van een ver­dubbel­ing. Zoals met de gigan­tis­che geld­schep­ping van dit moment hoopt men ook met de goud­verkopen weliswaar tijd te win­nen zon­der dat er wezen­lijk prob­le­men wor­den opgelost. Deze zullen alleen maar toen­e­men naar­mate een echte oploss­ing – hoe verve­lend ook – uitblijft. 

Hoewel aller­lei geleer­den’ elka­ar deden geloven dat de staart van de kredi­et­cri­sis in zicht zou zijn, blijken zich intussen weer nieuwe tur­bu­len­ties aan te kondi­gen a.g.v.:

  • het nage­noeg bereiken van het Bear Stearns stress­niveau’ bij enkele Amerikaanse 
    zak­en­banken w.o. Lehman Broth­ers, die van haar sub­prime port­fo­lio ad 6,5 miljard 
    dol­lar nog niet meer dan 200 miljoen dol­lar blijkt te hebben afgeschreven en dat zelfde 
    geldt ook voor een aan­tal Britse hypotheekbanken. 
  • snel oplopende wan­be­talin­gen op cred­it cards en autoleningen 
  • snelle aan­was van bedri­jfs­fail­lisse­menten en niet afgeloste bedrijfsleningen. 

De Fed kan thans niet anders doen dan door op kosten van de samen­lev­ing nieuw geld bli­jven drukken en op deze wijze schulden te bli­jven accom­mod­eren’. Tegelijk mag de inflatie niet te veel sti­j­gen, de dol­lar niet te veel dalen, de rente niet omhoog gaan en dient de geloofwaardigheid van han­de­len niet te wor­den aange­tast. Om die reden mag de goud­pri­js als finan­ciële barom­e­ter niet te veel sti­j­gen. Dat is al met al wat te veel van het goede. 

Voor de toekomst kan dit zich niet anders ver­tal­en dan in meer chaos en een aanzien­lijke sti­jging van de edel­metaal­pri­js. De vraag zal vooral komen van de grote pro­fes­sionele beleg­gers alsmede van de cen­trale banken van lan­den die thans met grote dol­larover­schot­ten zit­ten. Zoals gewoon­lijk zal de groot­ste sti­jging zich in de laat­ste fase van de cyclus voordoen.

In vakkrin­gen wordt ervan uit­ge­gaan dat de huidi­ge episode wellicht de laat­ste zal zijn waarin 
beleg­gers nog goud kun­nen kopen onder het niveau van 1.000 per ounce dan wel onder de 20.000 euro per kilogram. 

Beleggen in goud

Onder de huidi­ge omstandighe­den zijn er 3 beleg­gingsmo­gelijkhe­den, die direct in aan­merk­ing komen:

  • het ope­nen of aan­houden van een goudreken­ing bij uw bank; u bez­it geen fysiek goud doch 
    uw bank dient dit goud aan te houden — u betaalt bijgevolg geen depotkosten — u kunt zelf 
    bepalen hoeveel kap­i­taal u wenst in te zetten. 
  • beleggen in het Glob­al Pre­cious Met­als Fund van Roy­al Bank of Cana­da, belegt 
    naast goud ook in andere edel­met­al­en, met een bovengemid­delde groei van ruim 500
    sinds 2002; voor meer infor­matie zie http://​www​.rbcam​.com/​p​d​f​/​i​n​f​o​r​m​a​t​i​o​n​/​r​m​f​p​r​e.pdf;
  • beleggen in aan­de­len Gold Corp (GG), één der groot­ste goud­fond­sen ter wereld met
    nage­noeg uit­slui­tend belan­gen op het Amerikaanse con­ti­nent, de groot­ste unhedged 
    reserves en een relatief lage pro­duc­tiepri­js, geno­teerd op de beurs van New York met 
    een koers van iets boven de 40 dol­lar (alle grote edel­metaal­fond­sen zijn thans koopwaardig 
    geprijsd). 

Robert Bron­cel


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.