De precaire situatie in Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland is al te bekend. Het lijkt wel dat de hele EU op de rand van de afgrond leeft. Is dat wel zo?
ECB-topman Mario Draghi heeft op donderdag 26 juli 2012 laten weten, dat hij de euro koste wat kost wil redden. Hetgeen hij voorstelt, zal er automatisch toe leiden, dat de euro verzwakt tegenover de greenback. Want hij stelde voor desnoods massaal euro’s bij te drukken, iets in de aard van de ‘quantitave easing’ van Fed-baas Ben Bernanke, die in de nasleep van 9⁄11 bij het verdedigen van zijn standpunt een beeldspraak gebruikte die hem voor altijd de bijnaam ‘Helicopter Ben’ heeft bezorgd: ‘strooi desnoods de bankbiljetten uit vanuit helikopters, als het de deflatie maar tegenhoudt’.
Dit lijkt ons het recept om de euro te verzwakken Maar er moét iets gebeuren in Europa, ter plaatse blijven trappelen kan fataal aflopen. Bij verschillende lidstaten staat het water niet tot aan, maar al iets boven de lippen.
Een evaluatie van de financiële toestand van een land is ondubbelzinnig af te leiden uit het niveau van zijn openbare schuld tegenover het bruto binnenlands product (bbp). Voor alle duidelijkheid: het bbp is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode.
Het bbp verschilt van het bruto nationaal product (bnp, waarmee het soms verward wordt) als volgt. Het bnp in een land X is het bbp van dat land plus de door de inwoners van land X in het buitenland verdiende primaire inkomens minus de door buitenlanders in land X verdiende primaire inkomens. NB: het primaire inkomen is hetgeen u verdient, zonder aftrek van belastingen en sociale lasten.
Eurostat, het statistische bureau van de Europese Unie, heeft in een recente update de overheidsschuld van de eurolanden als percentage van het bbp laten weten. De overheidsschuld (ook staatsschuld) is de som van de schulden gemaakt door de overheidsinstellingen, zowel de centrale als de niet-centrale, plus deze van de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen.
Het spreekt vanzelf dat het de bedoeling moet zijn, de overheidsschuld zo laag mogelijk te houden tegenover het bbp. Echt duidelijke evaluatiecriteria zijn er niet, maar een overheidsschuld van minder dan 60% van het is bbp is te beschouwen als de norm.
Bovenstaande tabel vermeldt de cijfers, vrijgegeven door Eurostat.
Helemaal aan kop treffen we, hoe kan het anders, Griekenland aan. Het land hoopt dankzij de steun van Europa, de situatie geleidelijk terug min of meer onder controle te krijgen. Dat blijkt o.a. uit de daling van het begrotingstekort, die in 2009 nog 15,6 van het bbp was en in de loop van dit jaar 2012 tot 7,3% is teruggelopen.
Dan volgt Italië op toch wel een ruime afstand van Griekenland. De markten hebben op deze situatie gereageerd door de rente fors te verhogen. Toch heeft het land van premier Mario Monti nog geen beroep moeten doen op Europese kapitaalinjecties. Het begrotingstekort zakte van 5,4% in 2009 tot naar verwachting 2% in 2012.
Nummer 3 is Ierland, dat vooral onder de bankencrisis geleden heeft en eigenlijk nog lijdt. In 2010 was het begrotingstekort een angstwekkende 31%, maar in 2012 zal dit tekort ca 8% zijn, wat nog altijd veel te veel is.
Net zoals Griekenland en Ierland is Portugal moeten gaan schuilen onder het Europese regenscherm. Ook dit land sleutelt ijverig aan zijn begrotingstekort, dat in 2009 no 10,2% van het bbp was en nu zou moeten krimpen tot 4,7%.
De Belgische overheidsschuld heeft met 113,9% van het bbp de alarmdrempel bereikt, zoniet al overschreden. Eén lichtpunt: het begrotingstekort stond in 2099 bij 10,2% maar zal naar verwachting in 2012 de Maastrichtnorm van 3% halen.
Het eerste land met een overheidsschuld lager dan 100% van het bbp is Frankrijk. Daarenboven heeft de regering onder leiding van François Hollande zijn borst natgemaakt en stelt ‘binnen afzienbare tijd’ een daling van de huidige 90,5% naar ca 60% voorop. Maar het begrotingstekort is met 4,5% te hoog en daarvan moet dringend werk gemaakt worden, zo klinkt het in de Straatsburgse en Brusselse wandelgangen.
Hoewel Duitsland het beter doet dan buurland Frankrijk, is 81,2% niet goed genoeg om de beste van de Europese klas te zijn en te blijven. Maar het begrotingstekort is benijdenswaardig met een indrukwekkend lage 0,9% van het bbp.
Recentelijk moest ook Spanje onder de Europese paraplu gaan schuilen. Nochtans is de overheidsschuld iets minder dan deze van Duitsland. Maar het begrotingstekort moet naar beneden. In 2011 was er nog sprake van 8,5% en voor 2012 zou deze dalen tot 6,4%, wat nog veel te hoog is vergeleken met Maastricht.
Cyprus scoort niet slecht met 76,5% schuld versus bbp. Bovendien lijkt het land op weg om het begrotingstekort te beheersen: van 6,3% in 2011 tot 3,4% in 2011.
Malta, net als Cyprus een eilandstaatje in de Middellandse Zee, doet het relatief goed met net geen 75% van het bbp en bovendien zal dit jaar 2012 met 2,6% de Maastrichtnorm ruim gehaald worden.
Alpenland Oostenrijk mag tevreden zijn met een schuld van 74,2% van het bbp en een begrotingstekort van 2,6%
Qua schuldenlast zit Nederland bijna in een zetel met 70,1% van het bbp. Maar aan het begrotingstekort is nog te sleutelen: de daling van 5,6% in 2009 tot 4,4% in 2012 is niet goed genoeg en moet een aandachtspunt vormen voor de regering.
Met een score van 54,7% is Slovenië het eerste land in ons overzicht, dat beantwoordt aan de norm van Maastricht. Maar qua begrotingstekort ziet het er niet zo goed uit. Een daling van 6,4% in 2011 naar 4,3% in 2012 is onvoldoende.
Een mooie prestatie over de hele lijn zien we bij Finland. Een schuldenquote van 50,5% en een begrotingstekort van 0,7% van het bbp zijn cijfers waar vele landen alleen maar kunnen van dromen.
Slowakije doet het ook goed met 49,7%. Maar het begrotingstekort daalt niet genoeg: van 8% in 2009 tot 4,7% in 2012, ruim boven de 3%-norm.
De schuldenlast van Luxemburg is met 20,3% de tweede laagste van Europa. Het recept hiervoor? De regering slaagt er jaar na jaar in met de inkomsten van belastingen toe te komen, zo simpel is dat. Nochtans maakt de regering zich wat zorgen, want het begrotingstekort al in 2012 1,8% belopen en dat is relatief veel hoger dan de 1% of iets minder van de afgelopen drie jaren. Een luxeprobleem?
De kampioen op alle vlakken is Estland. Deze Baltische staat heeft een schuld van 10,4% van het bbp en over een begrotingstekort van 2,4% zijn ook al geen zorgen te maken.
Globaal gezien zijn de eurolanden sterk gepolariseerd, zeker wat de verhouding overheidsschuld/bbp betreft: van een overdonderende 160% in Griekenland tot een luxueuze 10,4%, een ‘spread’ van bijna 150%.
Een unie die zo sterk gepolariseerd is in goede banen blijven leiden lijkt ons een gigantische uitdaging. Maar deze uitdaging moet niet uit de weg gegaan worden, wil men de euro en daarmee onze relatieve welstand laten voortbestaan. Hopelijk kan Draghi zijn helikopter nog wat aan de grond laten staan.
Jan Van Besauw
Columnist voor USMarkets.nl