...

Kernenergie: wanneer uit het verdomhoekje?

28 oktober 2008, 21:40 | US Markets Redactie | leestijd: 5 minuten | moeilijkheid: 9 / 12 | (0)

Op kernen­ergie kleeft al veel te lang een stig­ma van stral­ings­gevaar, mis­bruik door ter­ror­is­ten en risico’s voor een melt­down of een ander nucle­air acci­dent.

Kernen­ergie: wan­neer uit het verdomhoekje? 

Wereld­wi­jd zijn 440 kern­re­ac­tors in werk­ing en 69 zijn in con­struc­tie of gep­land om oper­a­tion­eel te zijn tegen 2016. Anderz­i­jds zijn er in bepaalde lan­den, zoals Bel­gië, con­cepten om de bestaande cen­trales op ter­mi­jn buiten gebruik te stellen. Deze con­cepten kri­j­gen de laat­ste tijd meer en meer tegen­wind, omdat vele politi­ci zich realis­eren dat kernen­ergie wellicht als enige uitzicht biedt op het terug­drin­gen van de CO2-uit­stoot en het halen van de Kyoto-norm. 

Iro­nisch genoeg zijn de tegen­standers van kernen­ergie eve­neens diege­nen, die hun bezorgdheid uit­spreken over het broeikas­ef­fect met als grote boos­doen­er CO2, het onver­mi­jdelijke bijprod­uct van klassieke’ elek­triciteits­cen­trales die draaien op olie, gas of steenkool. 

In de mix van het ver­bruik van pri­maire in de wereld voor het jaar 2007 neemt kernen­ergie een beschei­den laat­ste plaats in, net gek­lopt door waterkracht. Naar onze mening ver­di­ent deze kernen­ergie beter, omdat ze naast ecol­o­gis­che ook economis­che troeven heeft zoals we verder zullen zien.

GRAF 01

De grafiek hier­boven toont, dat van 1997 tot 2006 de ver­bruik­te kernen­ergie met 17% geste­gen is (van 541 naar 635 miljoen ton olie-equiv­a­lent). In 2007 viel dit ver­bruik bru­usk terug en zakete tot onder het peil van 2004. Een reden hier­voor is dat in vele lan­den cen­trales wer­den stil­gelegd voor onder­houd en reparaties. In Groot-Brit­tan­nië bij voor­beeld werd in 2007 de helft van de kern­cen­trales stil­gelegd voor herstellingen. 


In absolute cijfers voor het jaar 2007 zien we dat groot’ Europa de koplop­er is op het gebied van kernen­ergie, gevol­gd door, bij­na ex aequo, Noord-Ameri­ka en de EU der 27 lan­den. Dan vol­gt op ruime afs­tand Azië en Oceanië en verder hebben kwan­ti­tatief Zuid- en Cen­traal Ameri­ka en Afri­ka heel weinig in de nucle­aire pap te brokken en het Mid­den-Oost­en (vanzelf­sprek­end) hele­maal niets. 


Als we de top-10 ver­bruik­ers in 2007 bek­ijken, dan span­den op een totaal van 622 miljoen ton olie-equiv­a­len­ten de VS de kroon met meer dan 192 miljoen ton ofwel ca 31% van het totaal. Dan vol­gt Frankrijk met net geen 100 miljoen ton (16%). Ver­vol­gens hebben we Japan, Rus­land en Zuid-Korea met ca 63, 36 en 32 miljoen ton, goed voor resp. 10, 5,8 en 5,2%. Net achter Zuid-Korea vin­den we Duit­s­land met bij­na 32 miljoen ton (5,1%) en dan hebben we Cana­da en Oekraïne met elk ca 21 miljoen ton (ca 3,4%) en achter­aan vol­gen Zwe­den en Chi­na met 15,3 en 14,2 miljoen ton, ofwel resp. ca 2,5 en 2,3%.

De energiehonger van Chi­na ken­nen we en daarom denken we, dat dit land spoedig zijn weg naar de voorste geled­eren van dit pelo­ton zal vinden.

In 2007 was Cana­da goed voor bij­na een kwart van de wereld­wi­jde ura­ni­umpro­duc­tie. Met iets meer dan 1/​5de vol­gt Aus­tral­ië, een land dat op grondwet­telijke basis zelf geen kern­cen­trales mag bouwen. Ongeveer 1/​6de van de wereld­pro­duc­tie kwam uit Kazach­stan, waar kern­cen­trales zeldza­am zijn (één in gebruik en miss­chien 2 gep­land). Verder ziet u dat de VS, die zelf geen riante hoeveel­he­den ura­ni­um opdel­ven, toch nog het dubbele pro­duc­eren van China.

Bij het bek­ijken van de ramin­gen van de voor­raden ura­ni­um merkt men een par­al­lel met aar­dolie. Er zijn namelijk ver­schil­lende niveaus’ van voorraden. 

Ten eerste is er de bewezen reserve van ura­ni­um in ont­gin­ning in de huidi­ge mij­nen of waar­van de aan­wezigheid bek­end is. Aan een roy­aal geschat pro­duc­ti­etem­po van 60.000 ton per jaar vol­staan deze bek­ende reserves voor resp. 65 en 265 jaar vol­gens een opti­mistis­che bron of voor resp. 20 en 80 jaar vol­gens een miss­chien wat real­is­tis­chere bron.

Er zijn echter ook nog onbek­ende ura­ni­u­maders met er bovenop niet-con­ven­tionele voor­raden, zoals het ura­ni­um dat aangetrof­fen wordt in fos­faat­la­gen. Te vergelijken met aar­dolie, waar ook geregeld nieuwe put­ten wor­den aange­bo­ord of waar ook niet-con­ven­tionele olie te vin­den is in de vorm van oliezand of schalieolie. Als bij voor­beeld het ura­ni­um dat zich in fos­faat­la­gen bevin­dt op redelijke manier kan ont­gonnen wor­den, komen zow­el de opti­mis­ten als de waarschi­jn­lijke real­is­ten nog 300 à 365 jaar toe. 

En hier­mee is het ura­ni­umver­haal nog niet uit. Er zijn namelijk andere manieren om energie te win­nen via kern­spli­jt­ing. Zo is er een vorm van recy­cling van gebruik­te spli­jt­stof in de vorm van tho­ri­um­cen­trales . Ook kan het voor het opwekken van elek­triciteit niet bruik­bare ura­ni­um 238 in een kweekre­ac­tor wor­den omgezet in de spli­jt­stof ura­ni­um 235. Verder kan ura­ni­um gewon­nen wor­den uit zee­wa­ter, op dit moment een moeiza­am pro­ces, maar niet onmo­gelijk. Als we al deze mogelijkhe­den optellen, dan stellen we vast dat er nog voor duizend of meer jaren brand­stof voor kern­cen­trales ter beschikking is.

Dat er risico’s ver­bon­den zijn aan kernen­ergie, dat weten we. Na het ongeval op Three Mile Island (28 maart 1979) zijn de beveiligin­gen in West­erse cen­trales enorm geop­ti­maliseerd. Tsjer­nobyls (26 april 1986) is gelukkig genoeg een alleen­staand feit, te wijten aan menselijk falen. Mits ade­quate inter­na­tionale con­t­role is te ver­mi­j­den, dat kern­cen­trales gebruikt wor­den voor het aan­mak­en van grond­stof voor kernwapens. 

Het lijkt tijd om kernen­ergie uit het ver­domhoek­je te halen. Want alleen dan kun­nen kli­ma­tol­o­gis­che én economis­che prob­le­men in één klap wor­den opgelost en komt er tijd én geld vrij om investeren in duurzame ontwikkelingen.


Jan Van Besauw 
Pub­li­cist voor US Markets


Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artikels over uiteen­lopende onderwerpen.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.