‘Change’ was het leidmotief tijdens de campagne van Barack Obama. Iets meer dan een maand voor hij zijn intrek neemt in het Witte Huis, beseft de president-to-be maar al te goed, dat er grondige veranderingen moeten komen. Hij denkt hierbij aan een eigen versie van de New Deal.
Kan Obama’s New Deal lukken?
Stel u voor dat we in het jaar 1932 zijn. Drie jaar geleden stond Wall Street in rep en roer. Duizenden en nog eens duizenden beleggers, grote en kleine, zagen hun dollars in rook opgaan. De charleston klonk niet meer zo vrolijk, op de radio waren er langere pauzes tussen de reclameblokken en iedereen kende wel iemand, die door wanhoop gedreven zijn geluk was gaan zoeken in het westen van de Verenigde Staten, ver van New York en andere steden aan de oostkust, waar de werkloosheid gruwelijke proporties had aangenomen.
Over werkloosheid gesproken: tussen het crashjaar 1929 en het einde van 1932 was het percentage van de beroepsbevolking in de VS die op straat stond toegenomen van 3 naar meer dan 25%.
In datzelfde jaar 1932 begon het tot de overheid door te dringen, dat de Drooglegging een averechts effect sorteerde. De toenmalige president Herbert Hoover had al enkele keren zijn twijfel uitgesproken over deze drastische anti-alcoholmaatregel, waarschijnlijk om de volop campagne voerende presidentskandidaat Franklin Roosevelt wat naar de mond te praten. Want Hoover had niet veel op zijn palmares staan om fier op te zijn. Hij nam zijn intrek in het Witte Huis op 4 maart 1929, iets meer dan een half jaar voor Black Thursday (24 oktober 1929).
De neerwaartse economische en financiële spiraal waarin de VS terecht gekomen waren, is het best geïllustreerd door boenstaande grafiek van de DJIA tijdens Hoovers presidentschap. Hij had weliswaar enkele maatregelen getroffen, zoals overheidsfondsen die zowel boeren als zakenlieden goedkope leningen aanboden. Maar hij boekte hiermee geen succes. Het feit dat hij het (vele) geld dat hiervoor nodig was dacht te kunnen innen via forse belastingsverhogingen heeft zeker zijn populariteit geen goed gedaan.
Op 4 maart 1933 nam Franklin Delano Roosevelt het roer over en hij zou president blijven tot zijn dood op 12 april 1945, een maand en acht dagen na het begin van zijn vierde ambtstermijn.
Tijdens zijn campagne had Roosevelt het herhaaldelijk over ‘A new deal’, waarmee hij bedoelde het herschudden van de economische kaarten. Deze metafoor had onmiddellijk succes en wordt tot op vandaag nog gebruikt, ook en zeker door Barack Obama, waarop we zo dadelijk terugkomen.
Wat was nu eigenlijk die New Deal? Roosevelt besefte, dat het herstellen van het vertrouwen dé kerntaak was van zijn regering. Hij pakte uit met een reeks maatregelen, meestal in de vorm van zg. ‘Acts’.
- Agricultural Adjustment Act : de overheid legt aan de landbouwers op, hoeveel ze van welbepaalde essentiële producten mogen produceren. Voor het deel van hun land dat ze hierdoor niet konden benutten, kregen de boeren subsidies.
— Economy Act : overheidsuitgaven in evenwicht brengen door het verlagen van de salarissen van ambtenaren en van de pensioenen van oorlogsveteranen.
— Emergency Banking Act : alle banken werden 4 dagen gesloten en gedurende deze periode legde het ministerie van Financiën al deze instellingen onder de loep. Diegene waarvan de toestand kritiek was, werden onder overheidscontrole gereorganiseerd. Daar waar het niet zo erg was, werd overheidssteun toegekend.
— Infrastructuur : om het enorme aantal (15 miljoen in 1932) werklozen terug werk te bezorgen, werden onder Roosevelts impuls grote openbare aanbestedingen uitgeschreven. Hierbij denken we bij voorbeeld aan het aanleggen van nieuwe wegen, het bouwen van waterkrachtcentrales enzovoort. In ditzelfde kader liet Roosevelt de Drooglegging afschaffen, zodat o.a. de biersector weer aan het werk kon.
— National Industry Recovery Act : stabiliseren van de lonen en de prijzen door het oprichten van een nationaal orgaan (National Recovery Administration) waarin zowel de overheid als de werknemers en de werkgevers vertegenwoordigd waren. Bij de eerste maatregelen waren het afschaffen van de kinderarbeid, het beperken van een werkweek tot 35 à 40 uur en het oplegen van een minimumloon.
— SEC : de chaos op Wall Street voor en tijdens de Crash had ook politici zoals Roosevelt een kater bezorgd. Om dergelijke misstanden in de toekomst te vermijden, richtte hij een controle-instelling op, de SEC (Securities and Exchange Commission). De SEC zou uitgroeien tot de beurswaakhond die, ondanks nu en dan uitschuivers, toch wel zijn nut bewees.
Nu is het niet zo, dat de New Deal van in het begin een succes was. Er kwam zelfs nog een nieuwe ‘mini-recessie’ in 1937, die Roosevelt kwalijk genomen werd. Uiteindelijk werd de situatie gered doordat Roosevelt de ideeën van de Brit Keynes begon toe te passen. Deze kwamen erop neer, dat de koopkracht hersteld moest worden door het verhogen van de overheidsuitgaven. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft dit proces versneld en Roosevelts populariteit nam enorm toe. Bewijs hiervan is, dat hij in 1945 herkozen werd voor een vierde ambtstermijn, een absoluut record. Trouwens, later heeft men de wetgeving veranderd in de VS, zodat een president maximum twee ambtstermijnen kan doen.
Op 4 november 2008 was de verkiezing van Barack Hussein Obama II als 44ste president van de VS een feit. Over een maande en 6 dagen (20 januari 2009) neemt hij zijn intrek in het Witte Huis en kan hij bewijzen dat ‘Change’ geen ijdele campagneterm is geweest.
Naar eigen zeggen is Obama’s eerste prioriteit het creëren van ten minste 2,5 miljoen arbeidsplaatsen. Om deze en nog andere doelstellingen waar te maken, heeft hij zijn eigen New Deal (sommigen hebben het Obama’s New New Deal), waarvan hieronder de hoofdlijnen zijn opgesomd.
Energie : openbare gebouwen moeten en meer energievriendelijk karakter krijgen in die zin, dat isolatie, verwarming en verlichting efficiënter moeten worden. De regering van de VS heeft de hoogste energiefactuur ter wereld en de voorgestelde maatregelen zullen leiden tot miljarden dollars besparingen.
Informatica : Amerika’s achterstand op het gebied van breedbandcommunicatie moet worden weggewerkt en iedere scholier of student moet toegang krijgen tot het internet. Dat zal de opleiding verbeteren en het concurrentiepeil van de VS in de wereld verhogen.
Infrastructuur : nieuwe en belangrijke investeringen in wegen en bruggen. Dit zal verschaffen aan vele honderdduizenden. De betrokken staten zullen tot actie gestimuleerd worden door het al dan niet toekennen van overheidssubsidies te koppelen aan een welbepaalde uitvoeringstermijn.
Gezondheidszorg : door de hospitalen onderling te verbinden via het Internet, zal kostbare informatie worden uitgewisseld, die thans verloren gaat. Alle medische gegevens moeten terecht komen in een centrale databank, waardoor miljarden dollars kunnen worden bespaard.
Scholen : heel veel schoolgebouwen zijn in slechte staat. Deze zullen worden gemoderniseerd en indien niet mogelijk afgebroken en vervangen worden. Ook de infrastructuur zal worden aangepakt. Zo zullen er meer en nieuwe computers worden geïnstalleerd.
Tot daar Obama’s New Deal, die toch op vele punten afwijkt van deze van Roosevelt.
Zo rept hij met geen woord over banken en landbouw.
Over een apart plan voor de industrie, die natuurlijk een rol speelt in de 5 punten van zijn New Deal, heeft hij het (nog) niet. Hij heeft zich ook kritisch opgesteld ten opzichte van de miljardensteun aan de autosector, waarvan hij wel verwacht dat de topmanagers zullen afzien van hun jaarbonus als bewijs dat ze begaan zijn met de duizenden werknemers die hun job bedreigd zien. Bij grootbanken zoals Barclays, Goldman Sachs en UBS heeft de top zijn bonus 2008 al geweigerd.
Obama-critici zeggen dat hij wel vermeldt dat de overheid subsidies moet toestaan (denk aan het punt Infrastructuur), maar dat waar hij het geld zal halen nog onduidelijk is. Ze stellen o.m. dat er toch geen tientallen miljarden dollars gegenereerd kunnen worden door te besparen op openbare gebouwen.
Naar onze mening bestaat in de huidige vorm Obama’s New Deal enkel uit de krijtlijnen van een plan en zal er nog heel wat worden aan toegevoegd in de breedte en in de diepte.
Of hij kan slagen, daarover kan volgens ons niemand zich uitspreken. In alle geval moeten we Obama het voordeel van de twijfel geven tot 20 januari 2009. Na die datum zal blijken of hij genoeg inspiratie en leiderschap in peto heeft om de neerwaartse trend van de (wereld)economie om te buigen.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.