...

JAPAN EN DE CRISIS, ONNAVOLGBAAR

11 oktober 2012, 11:44 | Paul Nagels | leestijd: 10 minuten | moeilijkheid: 11 / 12 | (0)

Door gebeurtenis­sen uit het verleden leer je de toekomst ken­nen. Hoe waar kan dat zijn, maar hoe vaak wordt de wijsheid uit het verleden genegeerd? Met de cri­sis die Japan in 1991 gehad heeft, loopt dat land twee decen­nia voor op Europa. Er waren daar drie ingrediën­ten aan­wezigvoor een bubbel: schaarse grond, veel liq­uiditeit­en van­wege een betal­ings­bal­ansover­schot en spaarza­am gedrag van de Japan­ners. Wat gebeurde er toen de bubbel knapte en kan Europa daar wat van leren?


Vast­goed­bubbel in Japan.
In Japan heeft, van­wege het geringe lan­dopper­vlak en zijn grote bevolk­ing, (het bez­it van) grond alti­jd een belan­grijke rol gespeeld. Als ergens een bubbel kon ontstaan was het wel in die sec­tor. Ter vergelijk­ing: op het hoogtepunt van de bubbel in 1988 was de waarde van de grond rond Tokio genoeg om alle grond in de VS te kopen. Japan maak­te na de Tweede Werel­door­log een zeer voor­spoedi­ge economis­che ontwik­kel­ing door. Dat lei­d­de tot een enorme export en een grote toevloed van geld naar met name de indus­trieën in het land. Dat effect werd nog eens ver­sterkt door de dol­lar die (in de nada­gen van de gouden stan­daard) een kun­st­matig hoge koers kende waar­door de export naar de VS extra impulsen kreeg. Dit over­schot op de betal­ings­bal­ans lei­d­de (net als bij de D‑Mark) tot een voort­durende waardes­ti­jging van de Yen. Toch bleef Japan con­cur­rerend door de pri­js­dalin­gen die ontston­den door import van goed­kopere grond­stof­fen en de ver­be­ter­ing van de arbei­d­spro­duc­tiviteit in het zich snel ontwikke­lende land. Voorts maak­te Japan het buiten­landse bedri­jven niet gemakke­lijk in Japan bin­nen te komen. Al met al groei­de de liq­uiditeit­en­voor­raad in Japan enorm door toevloed van geld en waardes­ti­jging van de Yen.

Spaarza­am gedrag van de Japan­ners
De Japanse regering heeft de bevolk­ing alti­jd ges­tim­uleerd spaarza­am te zijn. Deze gaf daar mas­saal gehoor aan en tot op de dag van van­daag leent de Japan­ner zijn geld graag uit tegen een overzichtelijke rente. Tot 1990 was dat aan de banken, tegen­wo­ordig vooral aan de over­heid. De banken kre­gen daar des­ti­jds een enorme poten­tie mee om kredi­et te ver­strekken. Zoals bek­end wordt het geld wat vast op de bank gezet wordt vele malen uit­geleend, tot wel veer­tig keer toe. Zo’n kredi­et­po­ten­tie heeft de banken wellicht ook onvoorzichtiger gemaakt. In ieder geval was dit een extra reden waar­door de liq­uiditeit­en in Japan zodanig toe kon­den nemen dat er een grote bubbel mee geschapen kon wor­den. Daar komen nog twee ongelukkige rentemaa­trege­len van de Japanse Cen­trale Bank bij: halver­wege de tachtiger jaren, toen de pri­jssti­jgin­gen al enorm waren, werd de rente ver­laagd waar­door de kredi­etver­strekking en het spec­u­latieve kap­i­taal een extra impuls kre­gen. Eind tachtiger jaren toen de bubbel op zijn hoogtepunt was, werd de rente juist ver­hoogd waar­door de kredi­etver­len­ing in elka­ar zak­te en er een abrupt einde kwam aan de spec­u­latie. De hele zaak klapte in elkaar.

Het ver­loren decen­ni­um
In de peri­ode na het in elka­ar zakken van de vast­goed­markt en de Japanse Beurs was er geen sprake van een duidelijk beleid. De toe­s­tand werd aan­vanke­lijk onder­schat. Ook de banken had­den nauwelijks voorzienin­gen getrof­fen omdat er geen eind leek te komen aan de peri­ode van alleen maar sti­j­gende pri­jzen. Na de crash kent Japan nog nauwelijks economis­che groei. Dat is vooral een gevolg van gebrek aan pri­vate investerin­gen en weinig beste­din­gen door con­sumenten. Con­sumenten best­e­den nu een­maal min­der als men zich arm voelt en daar kwam in Japan bij dat er een spook van werk­loosheid rond­waarde (dat was men niet gewend en daar schaamde men zich voor) zodat geld nog meer ges­paard werd voor slechtere tij­den en dus niet uitgegeven.

De rol van de banken was voor jaren uit­ge­speeld. Zij begonnen aan een moeiza­am saner­ing­spro­ces, het omge­keerde van economis­che groei. Zoveel mogelijk lenin­gen moesten afge­bouwd wor­den. Voor kredi­etver­len­ing was in ieder geval geen plaats meer. Los daar­van kwam een groot aan­tal bankschan­dalen boven water die de sec­tor ook geen goed deden. De banken had­den enorme lenin­gen uit­staan die nooit meer terug­be­taald kon­den worden.

Om te red­den wat er te red­den viel heeft de Japanse regering de rentevoet ver­laagd tot prak­tisch 0 pro­cent. Op dat moment komt een lin­t­je om de enorme lenin­gen en schulden want ze tellen niet meer mee in de exploitatie. Er is geen afloss­er meer want die heeft geen onder­pan­den meer maar hij hoeft ook geen rente meer te betal­en. De schulden en lenin­gen wor­den op die manier geneu­traliseerd en op de lange baan geschoven.

Nadeel is natu­urlijk dat je als regering het rente­wapen uit han­den geeft want zodra de rente weer sti­jgt komen al die lenin­gen als lijken uit de kast om een waar Armaged­don te veroorzaken.

Nu is er al die tijd ook geen reden meer geweest om de rente te ver­hogen. Door­gaans gebeurt dit bij een overver­hitte economie om de beste­din­gen af te rem­men maar daar is in Japan geen sprake van. Inte­gen­deel, de over­heid doet alle moeite de beste­din­gen te bevorderen maar heeft daar weinig suc­ces mee.

Voor dat stim­uleren van de economie leent de Japanse over­heid steeds grote bedra­gen van de bevolk­ing om daar haar teko­rt mee te financieren. De Japan­ners kopen die staat­soblig­aties trouw want het hebben van over­hei­d­soblig­aties is in Japan al jaren geen straf omdat er geen pri­jssti­jgin­gen zijn en de Japanse Yen wel sterk­er wordt ten opzichte van overige val­u­ta. Het lijkt dus een goede oudedagsvoorzien­ing en het hebben van geld is daarom zek­er geen aans­poring het nu te best­e­den om pri­jssti­jgin­gen vóór te zijn.

Wat ging er mis in Japan?
Door het knap­pen van de bubbel werd het bankwezen in één klap uit­geschakeld. De schuldenaren van de bank waren een heel divers gezelschap die alle­maal hun ver­plichtin­gen niet meer na kon­den komen. Voor een gedeelte waren het ook deel­ne­min­gen van de banken zelf in bepaalde pro­jecten. De banken leden grote ver­liezen op hun uit­staande lenin­gen. Dat kwam tevoorschi­jn op het moment dat de lenin­gen terug­be­taald moesten wor­den en het onder­pand min­der dan de helft opbracht. De Japanse rente werd tot nul pro­cent terugge­bracht zodat de lenin­gen geneu­traliseerd wer­den maar dat nam niet weg dat de banken jaren­lang vooral met zichzelf en het oplossen van hun schulden bezig waren en niet met inno­vatie en kredi­etver­len­ing. Er ontstond daarom geen groei en er heer­ste een moede­loze stem­ming temeer daar jon­geren voor het eerst na de oor­log niet meer verzek­erd waren van een baan of ver bene­den hun kun­nen moesten werken. Een ver­loren decen­ni­um en een ver­loren gen­er­atie. Investerin­gen kwa­men steeds moeil­ijk­er op gang omdat iedereen op het einde van de cri­sis wachtte. Hier­door kwa­men er ook geen con­sump­tieve beste­din­gen op gang die in tweede instantie een aan­jager van groei kun­nen beteke­nen. De deflatie van de Yen deed de rest want als de pri­jzen maar steeds dalen kun je beter over­mor­gen best­e­den dan van­daag.

Waar staan we in Europa?

In Europa ontstond de bubbel door gren­zen­loze beste­d­ings­drift van de over­heid die daar­voor ein­de­loos geld leende van de banken. Door het knap­pen van de bubbel werd het bankwezen in één klap uit­geschakeld. De banken verwacht­en grote ver­liezen op hun uit­staande lenin­gen aan de over­heid. Dat komt pas tevoorschi­jn op het moment dat de over­heid die lenin­gen terug moeten betal­en en dat niet kan/​wil (en zover is het eigen­lijk nog niet).

Hier zit al een groot ver­schil met de Japanse sit­u­atie: schuldeis­ers en schuldenaren zijn twee overzichtelijke par­ti­jen en is geen bonte men­geling Japan­ners. Tussen twee par­ti­jen kun je een regeling treffen.

Het is niet nodig om tien jaar de won­den te likken en te proberen de kredi­etver­len­ing in omge­keerde vol­go­rde af te bouwen waar­door de banken aan hun nut­tige taak van kredi­etver­strekker niet meer toekomen. Ook in Europa zijn de banken al vijf jaar alleen maar met zichzelf bezig. Dat moet door­bro­ken wor­den want de gevol­gen daar­van begin­nen nu duidelijk zicht­baar te wor­den. Het is noodza­ke­lijk dat de banken­cri­sis nu in één keer opgelost wordt. Dat kan door een groot deel van het pro­ces van schuldaf­bouw en kredi­etverni­etig­ing niet te door­lopen. Dat is alleen maar een nut­teloze boekhoud­kundi­ge exerci­tie die de bevolk­ing van Europa han­den­vol geld kost en een negatieve invloed heeft op de beste­din­gen.Waar de Japanse bevolk­ing weinig meer besteed­de uit angst voor de toekomst wor­den in Europa de con­sump­tieve beste­din­gen juist door de over­heid afgeremd door vaak dra­conis­che belast­ingver­hogin­gen. Het effect is even negatief als in Japan, alleen is het in Europa opzettelijk. Wat doet de Europese over­heid als de bevolk­ing straks net als in Japan uit zichzelf de hand op de knip gaat houden?

Staatss­chulden neu­tralis­eren
De staatss­chuld in Europa moet geneu­traliseerd wor­den en niet om boekhoud­kundi­ge rede­nen afge­bouwd. Rentev­er­lag­ing kan hier werken, mits op een slimme manier toegepast.

De rente op de staat­slenin­gen die in het bez­it van de banken zijn moet naar nul pro­cent, net als in Japan, en ze kun­nen dan afloss­ingsvrij wor­den. Een groot ver­schil met Japan is wel dat alleen deze rentevoet naar nul moet en niet die van de hele economie zodat het rente­wapen intact bli­jft. Dat kan gemakke­lijk uiton­der­han­deld wor­den met de banken die op dit moment grote ste­un kri­j­gen zon­der voorwaarden.

Wat gebeurt er in economis­che zin?
De schuld van de over­heid aan de banken wordt niet terug­be­taald. De schuld bli­jft wel in de boeken van de banken staan (als een aan­denken aan de tijd dat ze zo stom en hebzuchtig waren) maar ze lei­den op de hoofd­som geen ver­lies. Ze kri­j­gen er ook geen rente meer op.

Er veran­dert voor de banken dus bij­na niets want als de cri­sis niet gekomen was zou er ook niets veran­derd wor­den aan de bal­ans. Alleen de woek­erinkom­sten uit hoofde van de rente­be­talin­gen vallen weg en daar kun­nen de belast­ing­be­talers blij van worden.

Een groot deel van de banken kan dan weer begin­nen aan zijn taak van kredi­etver­strekker in de reële economie.
Dan pas zal het opti­misme terugkomen voor economis­che groei.

Langer wacht­en is niet nodig en de bevolk­ing en de economie van Europa is op dat moment de winnaar!

Drs Paul Nagels
Voor US Markets 

Paul Nagels (61) is mon­e­tair econoom en ondernemer


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.