...

Is de huidige crisis een wetmatigheid?

17 november 2011, 11:34 | Wim Grommen | leestijd: 7 minuten | moeilijkheid: 11 / 12 | (0)

De heer Grom­men verwacht een flinke cor­rec­tie op de aan­de­len­mark­ten. Hij zet hier in het kort uiteen waarom hij dit verwacht en waarom naar zijn mening de grafiek van de Dow Jones ons niet veel vertelt.


Kijk­end naar de ken­merken van de fasen waarin maatschap­pelijke trans­for­matieprocessen zich voltrekken, zou het heel goed kun­nen, dat we nu aan het eind van de zoge­naamde derde indus­triële rev­o­lu­tie zit­ten. Tran­si­ties zijn door­gaans maatschap­pelijke trans­for­matieprocessen, die ten­min­ste één gen­er­atie beslaan.

Tran­si­ties hebben de vol­gende eigen­schap­pen:

 — het betre­ft een struc­turele veran­der­ing van de maatschap­pij, of een com­plex deel­sys­teem daar­van;
 — er is sprake van op elka­ar inwerk­ende en elka­ar ver­sterk­ende tech­nol­o­gis­che, economis­che, ecol­o­gis­che, soci­aal-cul­turele en insti­tu­tionele ontwik­kelin­gen op ver­schil­lende schaal­niveaus;
 — het is de resul­tante van langzame veran­derin­gen (ontwik­kelin­gen in voor­raden) en snelle dynamiek (stromen).

Vier tran­si­tiefasen:
In het alge­meen beschri­jven tran­si­ties de S‑curve en zijn vier tran­si­tiefasen te onder­schei­den:

1. een vooron­twik­kel­ings­fase van dynamisch even­wicht waarin de sta­tus-quo niet zicht­baar veran­dert;
2. een take-off’-fase waarin het veran­der­ing­spro­ces op gang komt, door­dat de toe­s­tand van het sys­teem begint te ver­schuiv­en;
3. een ver­snellings­fase waarin zicht­baar struc­turele veran­derin­gen plaatsvin­den door een cumu­latie van op elka­ar inspe­lende soci­aal-cul­turele, economis­che, ecol­o­gis­che en insti­tu­tionele veran­derin­gen; in de ver­snellings­fase is sprake van col­lec­tieve leer­processen, dif­fusie en processen van inbed­ding;
4. een sta­bil­isatiefase waarin de snel­heid van maatschap­pelijke veran­der­ing afneemt en al lerend een nieuw dynamisch even­wicht wordt bereikt.

Drie ingri­jpende transities

In de laat­ste twee eeuwen zijn er drie ingri­jpende tran­si­ties geweest:

1. De 1e indus­triële rev­o­lu­tie (1780 tot cir­ca 1850); de stoom­ma­chine
2. De 2e indus­triële rev­o­lu­tie (1870 tot circa1930); elec­triciteit, olie en auto
3. De 3e indus­triële rev­o­lu­tie (1950 tot .…); com­put­er en microprocessor

De 1e (en de 2e rev­o­lu­tie) veran­derde een agrarische samen­lev­ing naar een indus­triële samen­lev­ing, waarin de mech­a­nisatie de mens (uitein­delijk) ont­lastte van lichamelijke arbeid. De 3e rev­o­lu­tie veran­derde een indus­triële samen­lev­ing naar een dien­sten­samen­lev­ing. Waar de mech­a­nisatie de mens ont­lastte van lichamelijke arbeid, ont­lastte de com­put­er hem van geestelijke arbeid. Deze rev­o­lu­tie veroorza­ak­te het meer en meer over­bod­ig wor­den van lagere func­ties in de indus­trie en het ontstaan van totaal nieuwe func­ties in de dien­sten­sec­tor.

Tran­si­ties en beursin­dex­en:
Wat zegt een beursin­dex zoals De Dow Jones Indus­tri­al Aver­age eigen­lijk? Een index wordt berek­end aan de hand van een mand­je aan­de­len. Bij elke index gebeurt dat vol­gens een bepaalde for­mule en de uitkomst van de for­mule lev­ert een aan­tal pun­ten op. Een grote fout die veel mensen mak­en is, dat er waarde gehecht wordt aan deze grafieken. Deze grafieken zijn echter zeer bedriegelijk.

  • Het mand­je van aan­de­len wordt bij elke beursin­dex regel­matig veran­derd. Voor de nieuwe peri­ode wordt dus de waarde van een ander mand­je aan­de­len geme­ten. Het is natu­urlijk vreemd dat je de ver­schil­lende mand­jes als zelfde een­heid pro­jecteert. Na een peri­ode van 25 jaar wordt de waarde van een mand­je appels vergeleken met de waarde van een mand­je peren. Er zit­ten momenteel nog maar 6 van de 30 oor­spronke­lijke bedri­jven in de Dow Jones in vergelijk­ing met het tijd­stip (1980) dat de ver­snellings­fase van de laat­ste rev­o­lu­tie begon.
  • Het wordt nog vreemder als bij elke over­gang van mand­jes ook nog eens de for­mule waarmee de index wordt berek­end, veran­dert. Dit gebeurt omdat de index, de uitkomst van de twee for­mules van bei­de mand­jes, op het moment van veran­der­ing dezelfde uitkomst moet oplev­eren. De index-grafiek van de twee tijdspe­ri­o­den moet per slot van reken­ing wel op elka­ar aansluiten. Bij de Dow Jones bijvoor­beeld, wor­den alle koersen van de der­tig Dow-aan­de­len bij elka­ar opgeteld en ver­vol­gens door een getal gedeeld, de Dow-divi­sor. Door wijzigin­gen in het mand­je en door aan­de­len­splitsin­gen wordt de Dow-divi­sor telkens veran­derd. De Dow-divi­sor bedraagt momenteel 0,132319125, ter­wi­jl deze in 1985 nog meer dan 1 was. Een ind­ex­punt in de ene peri­ode wordt dus op een hele andere manier berek­end dan in een andere peri­ode. Dow1985 = (x1 + x2 + .….…+x30) / 1 Dow2011 = (x1 + x2 + .….… + x30) / 0,132319125 In de jaren 90 van de vorige eeuw zijn er veel aan­de­len­splitsin­gen geweest. Om de breuk gelijk te houden is zow­el de teller als de noe­mer van de breuk veran­derd. Een koerssti­jging van 1 dol­lar van het mand­je in 2011 lev­ert dus de fac­to 7,5 meer ind­ex­pun­ten op dan in 1985. Omdat er in de jaren 90 nogal wat aan­de­len­splitsin­gen zijn geweest, is dit Dow Jones in deze peri­ode bij­na expo­nen­tieel is geste­gen. Momenteel staat de Dow op 11400. Bij het hanteren van de for­mule uit 1985 zou de index nu op 1510 staan.
  • Het meest vreemde is natu­urlijk de steeds wijzi­gende samen­stelling van het mand­je. Over het alge­meen is het zo dat bij het wijzi­gen van het mand­je, bedri­jven die in een sta­bil­isatiefase of de afta­kel­ings­fase van hun cyclus zit­ten, uit het mand­je gehaald wor­den. Bedri­jven die in de take-off’-fase of ver­snellings­fase van hun cyclus zit­ten wor­den toegevoegd. De kans dat de index na de wijzig­ing van het mand­je en de for­mule sti­jgt, is dan natu­urlijk vele malen grot­er dan dat de index gaat dalen. Daar hoef je geen kans­bereken­ing op los te lat­en, met name als deze meth­ode wordt toegepast in de ver­snellings­fase van een tran­si­tie. In principe is er een piramidespel gecreëerd. Dit gaat goed zolang er bedri­jven die in de take-off’-fase of ver­snellings­fase van hun cyclus zit­ten, wor­den toegevoegd. Aan het eind van een tran­si­tie zullen dit er echter steeds min­der worden.

Her­haalt de geschiede­nis zich?
Het bepalen van de beursin­dexwaar­den zoals hier­boven beschreven en de weer­gave van index­en in his­torische grafieken zijn bruik­bare indi­ca­toren om aan te geven in welke fase een indus­triële rev­o­lu­tie zich bevin­dt. De derde indus­triële rev­o­lu­tie bevin­dt zich duidelijk in de sta­bil­isatiefase. Deze fase ken­merkt zich, door­dat de markt verzadigd is en de con­cur­ren­tie toe­neemt. Alleen de sterk­ste bedri­jven kun­nen de con­cur­ren­tie aan, of nemen de con­cur­ren­tie over. Beleg­gers wor­den euforisch bij het horen van fusies en over­names. In feite geven fusies en over­names de con­verg­erende processen weer aan het einde van een tran­si­tie. Objec­tief gezien is elke fusie of over­name een ver­min­der­ing van economis­che activiteit­en. Dit wordt pijn­lijk duidelijk als we naar de werk­looshei­d­sci­jfers van diverse samen­levin­gen kijken. Nieuwe indus­triële rev­o­lu­ties ontstaan door nieuwe ideeën, uitvin­din­gen en ont­dekkin­gen, ofwel nieuwe ken­nis en inzicht­en. Ook hier lijken we als men­sheid een verzadig­ingspunt bereikt te hebben. Er zullen steeds min­der bedri­jven in de take-off’-fase of ver­snellings­fase komen, die de bedri­jven in de sta­bil­isatiefase of de afta­kel­ings­fase in een index­en­mand­je kun­nen vervangen.

De men­sheid wordt momenteel gecon­fron­teerd met dezelfde prob­le­men als aan het eind van de 2e indus­triële rev­o­lu­tie; sterk oplopende werk­loosheid, toren­hoge schulden van bedri­jven en over­he­den en slechte finan­ciële posi­ties van banken. Een flinke cor­rec­tie op de aan­de­len­mark­ten kan waarschi­jn­lijk ook nu niet uitblijven.

Wim Grom­men
voor US Markets 

Bron: Dit artikel is een samen­vat­ting van het artikel Huidi­ge cri­sis, een wet­matigheid?” dat in maart 2011 in Her­mes”, een 2‑jaarlijks tijd­schrift van de VVLG, de Vlaamse Verenig­ing voor Ler­aren Geschiede­nis en Cul­tu­ur­weten­schap­pen is verschenen.

Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.