...

Interview kernergie, deel 1: onderzoek in Nederland

24 mei 2012, 18:39 | US Markets Redactie | leestijd: 7 minuten | moeilijkheid: 12 / 12 | (0)

In een boeiend inter­view met de Ned­er­landse kern­re­ac­torfysi­cus Jan Leen Kloost­er­man peilden we naar de toekom­st­mo­gelijkhe­den van kernenergie.


Het min­ste wat je dez­er dagen kunt zeggen van de Ned­er­landse natu­urkundi­gen is dat ze van zich lat­en spreken.

Zo is er de the­o­retisch natu­urkundi­ge Rob­bert Dijk­graaf, hoogler­aar the­o­retis­che fys­i­ca aan de Uni­ver­siteit van Ams­ter­dam, die vanaf 1 juli 2012 directeur wordt van het Insti­tute for Advanced Study te Prince­ton. Hij zal lei­d­ing hebben over het weten­schap­pelijk Wal­hal­la waar ook Albert Ein­stein zich thuis voelde.

En wat denkt u van Erik Ver­linde, eve­neens hoogler­aar the­o­retis­che fys­i­ca aan de Uni­ver­siteit van Ams­ter­dam? Een paar jaar gele­den gooide hij alle ken­nis over de zwaartekracht over­hoop en nu gaat hij frontaal in de aan­val tegen de tot nog toe alge­meen aan­vaarde oerknaltheorie.

Niet alleen op the­o­retisch, ook op prak­tisch vlak lat­en de Ned­er­landse natu­urkundi­gen van zich spreken. Want zoals we al meld­den wordt meer dan waarschi­jn­lijk de basis voor de super­com­put­er gelegd aan de Tech­nis­che Uni­ver­siteit Delft en wel door de ploeg onder lei­d­ing van Leo Kouwen­hoven, die het bestaan van een heel bij­zon­der ele­men­tair deelt­je bewezen hebben.

alt

Aan diezelfde Tech­nis­che Uni­ver­siteit wordt aan het Reac­tor Insti­tu­ut Delft onder­zoek ver­richt aan nieuwe gen­er­aties kern­cen­trales. Het team dat zich daarmee bezighoudt vormt de sec­tie PNR (Physics of Nuclear Reac­tors) en staat onder de lei­d­ing van Asso­ciate Pro­fes­sor Jan Leen Kloost­er­man. Sinds 1988 zijn er een
143-tal pub­li­caties van zijn hand over het the­ma kernen­ergie en verschenen.

Daarom zijn we voor een vraagge­sprek pro­fes­sor Kloost­er­man gaan opzoeken in het Reac­tor Insti­tu­ut te Delft. Het werd een ver­helderend en boeiend onderhoud.

alt

USMar­kets: pro­fes­sor, had u van meet af aan inter­esse voor kernreactoren?

Prof. Kloost­er­man: als studiericht­ing koos ik voor tech­nis­che fys­i­ca en voor mijn doc­tor­aalthe­sis koos ik voor kern­re­ac­torfys­i­ca. Lat­er heb ik me verder in deze richt­ing gespe­cialiseerd. U kunt dus stellen, dat de inter­esse voor nucle­aire energiepro­duc­tie tij­dens mijn stud­ies ontstaan is.

USMar­kets: u geeft lei­d­ing aan de onder­zoeks­groep Physics of Nuclear Reac­tors bij het Reac­tor Insti­tu­ut Delft aan de Tech­nis­che Uni­ver­siteit Delft. Welk soort werk gebeurt hier?

alt

Prof. Kloost­er­man: met een 2 megawatt onder­zoek­sre­ac­tor wordt medisch en mate­ri­aalon­der­zoek met behulp van neu­tro­nen en andere stral­ing bestudeerd. Daarmee bestrijken we een hebben we een breed toepass­ings­ge­bied, van kankerbe­stri­jd­ing, gedrag van voed­sel bij bewar­ing, nieuwe mate­ri­alen voor zon­necellen, ver­beteren van leg­erin­gen tot het ontle­den van pig­menten van schilder­i­jen om te peilen naar hun authen­ticiteit. Zoals het schema toont, wor­den de tij­dens de kern­spli­jt­ing vri­jge­maak­te neu­tro­nen eerst afgeremd en dan naar de diverse onder­zoek­sop­stellin­gen geleid. 

Dan is er een onder­zoek­steam Physics of Nuclear Reac­tors, dat onder mijn lei­d­ing onder­zoek ver­richt naar nieuwe types kerncentrales.

USMar­kets: gaat het om praktijkonderzoek?

Prof. Kloost­er­man: niet in de beteke­nis dat we hier onder­zoek zouden uitvo­eren met de reac­tor. Wel beschikken we over een aan­tal exper­i­mentele opstellin­gen, waarmee we de vei­ligheid en sta­biliteit van bepaalde typen kern­cen­trales kun­nen onder­zoeken. We bestud­eren de diverse mee­tre­sul­tat­en en doen analy­ses van de vei­ligheid, sta­biliteit en duurza­amheid van deze kern­re­ac­toren. Verder doen we the­o­retisch onder­zoek naar betere reken­tech­nieken en nieuwe toepassingen.

USMar­kets: hoe is het werk georganiseerd? 

Prof. Kloost­er­man: het team te Delft bestaat uit een twintig­tal per­so­n­en, maar erg belan­grijk zijn ook de vele inter­dis­ci­plinaire con­tacten in bin­nen- en buiten­land. Zo hebben we geregeld uitwissel­ing van ideeën met vri­jwel alle buiten­landse studiecen­tra in Europa waaron­der ook het SCK (Studiecen­trum voor Kernen­ergie) te Mol, België.


USMar­kets: u hebt een eigen web­site met niet alleen infor­matie over uw onder­zoek, maar ook uw com­mentaren via radio en tv. Hieruit blijkt dat het onder­zoek zich toe­spitst op een zestal nieuwe types van reac­toren. Zou u deze even willen becommentariëren?

Prof. Kloost­er­man: eerst even dit. Onze inter­esse gaat vooral uit naar nieuwe, inher­ent veilige reac­tortypes. Dat is de rode draad door gans ons onder­zoek­swerk. Daar­naast best­e­den we ook veel aan­dacht aan de prob­lematiek van het opslaan van lan­glevend radioac­tief afval.

alt

Eerst hebben we de Zeer Hoge Tem­per­atu­ur Reac­tor (VHTR). Zoals de naam het zegt, is de bedri­jf­stem­per­atu­ur hoog, nl. ca 1.000°C.

alt

Hij bevat hon­derd­duizen­den grafi­et bollen (zie foto, reële grafi­et­bol zon­der spli­jt­stof) waarin ongeveer 15.000 kor­rels spli­jt­ings­ma­te­ri­aal ingebed zijn. Tij­dens het spli­jt­ing­spro­ces ver­hit­ten de grafi­et­bollen tot 1.000°C en die warmte wordt gebruikt om elek­triciteit op te wekken of water­stof­gas te pro­duc­eren. Als spli­jt­stof kan klassiek ver­rijkt ura­ni­u­mox­ide gebruikt wor­den, maar ook tho­ri­u­mox­ide komt in aan­merk­ing. Op tho­ri­um komen we lat­er terug.

alt

Verder hebben we de Gas­gekoelde Snelle Reac­tor. Hij werkt met een ges­loten spli­jt­stof­cy­clus, waar­bij indi­en gewenst meer spli­jt­stof kan wor­den gepro­duceerd dan er aan­vanke­lijk werd ingesto­ken. In deze reac­tor kan dus spli­jt­baar plu­to­ni­um gevor­md wor­den uit ura­ni­um-238. Het ren­de­ment voor is hoog, ca 50%. 

alt

De U‑Batterij is een kleine, inher­ent veilige kern­re­ac­tor met een ver­mo­gen van 5 tot 10 megawatt. Hij kan nage­noeg zelf­s­tandig, d.w.z. met een min­i­male bezetting van de onder­houd­sploeg, werken gedurende zek­er 5 jaar. Eigen­lijk zou op elke indus­triële site zulke U‑Batterij kun­nen staan. Door zijn basis­con­cept is hij niet geschikt voor pro­lif­er­atie (aan­mak­en van bom­men­ma­te­ri­aal). Wel zal er extra aan­dacht moeten zijn voor de beveilig­ing van de reactor.

alt

De Natu­urlijke-Cir­cu­latie Kok­end-Water Reac­tor (Eco­nom­ic Sim­pli­fied Boil­ing Water Reac­tor, ESB­WR) is het onder­zoeks­ge­bied van col­le­ga
Dr Mar­tin Rohde. Dit type reac­tor is een gen­er­atie III-reac­tor die uit­blinkt in vei­ligheid. Prob­le­men met fal­ende cir­cu­latiepom­pen bestaan niet, omdat er sim­pel­weg geen pom­pen aan te pas komen omdat de cir­cu­latie van het pri­maire koel­wa­ter in het reac­tor­vat plaatsvin­dt, op natu­urlijke wijze aange­dreven door de zwaartekracht.
Het onder­zoek is met suc­ces afgerond in samen­werk­ing met Gen­er­al Elec­tric. Momenteel buigt de US Nuclear Reg­u­la­to­ry Com­mis­sion zich over het con­cept en mits groen licht kun­nen tegen 2015 gaan dergelijke reac­toren toepass­ing vin­den voor indus­triële stroomproductie.

alt


Deze reac­tor (Super-Crit­i­cal Water Reac­tor, SCW­CR) is door het Gen­er­a­tion IV Inter­na­tion­al Forum uit­geroepen tot één van de meest inno­vatieve en kan­srijke kern­re­ac­toren van de nieuwe gen­er­atie. Door­dat hij zg. superkri­tisch water (water boven 374°C en onder een hogere druk dan 220 bar) bevat, ver­loopt de warmte-uitwissel­ing effi­ciën­ter, bij­na 10% beter dan bij con­ven­tionele reactoren.

Tot hier het eerste deel van het inter­view met de Ned­er­landse kern­re­ac­torfysi­cus pro­fes­sor Jan Leen Kloost­er­man. In een vol­gend artikel zal de pro­fes­sor de zes­de in de rij, nl. de Ges­molten Zout Reac­tor beschri­jven. Dit is een buiten­been­t­je in de zin, dat hij draait op tho­ri­um, dat heel andere eigen­schap­pen heeft dan ura­ni­um.
Over dit type reac­tor had­den we het eerder en onze artikels bleven niet zon­der respons. Pro­fes­sor Kloost­er­man zal de vele door de lez­ers van USMar​kets​.nl gestelde vra­gen beant­wo­or­den en tenslotte zal hij zijn stand­punt tegen­over tho­ri­um­cen­trales toelichten.

Jan Van Besauw
Pub­li­cist voor USMar​kets​.nl


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.