De Amerikaanse woningmarkt is de laatste jaren meer en meer vertrouwd geworden met aantrekkelijk ogende hypothecaire formules. Eén ervan bekijken we van nabij, nl. deze gebaseerd op variabele rentevoeten. Het betekent ronduit een gevaar voor eenieder die zich om de tuin laat leiden door aantrekkelijk voorgestelde condities.
Hypotheken met de H van horror
Stel je de situatie even voor. Een echtpaar heeft enkele jaren geleden een woning gekocht met een hypothecaire lening met vaste rentevoet van 5,25% over een periode van 30 jaar. Vorig jaar gaan ze in op het voorstel van een bank in hun buurt die de verbluffende rente van 1% belooft. De wonderformule heet (want ons verhaal speelt zich af in de VS) option adjustable rate mortgage (OARM), wat we kunnen vertalen als ‘optie voor hypothecaire lening met variabele rentevoet’. Ze gaan in op het voorstel, laten de herfinanciering uitvoeren en betalen opeens per maand 747 dollar i.p.v. 1.483 dollar tot dusver. Hoera, dat was een maandelijkse besparing van 736 dollar of bijna de helft van de oorspronkelijke aflossing. Het was een besparing, dat wel. Maar intussen is de bank verschillende keren komen aankloppen om in diepe treurnis aan te kondigen, dat gezien hun verbintenis de rentevoet opgetrokken moest worden. ‘En o ja, ’t is maar dat jullie het weten, jullie betaalden in het begin wel 747 dollar, maar iedere maand hebben we 600 dollar niet afgeloste interest aan uw schuld moeten toevoegen.’ Die immer groeiende schuld zorgt ervoor, dat ons echtpaar iets meer dan een jaar nadat ze startten met de wonderbaarlijke OARM geen 1% meer, maar wel een kloeke 7,68% rente moeten ophoesten. Dat is meer dan 2,4% meer dan de oorspronkelijke vaste rente. Ermee stoppen en herfinancieren? Vergeet het. De boete in dat geval bedraagt 15.000 dollar, een bedrag dat ons echtpaar zich niet kan veroorloven. En het zal niet blijven bij die 7,68%, daarover laat de bank geen twijfel.
Bovenstaand geval is geen uitzondering. De OARM is een gevestigde waarde (nou ja) geworden in het hypothecaire landschap in de States. Het is nummer 4 (The Negative Amortization Mortgage) van de exotische hypotheektypes die we vermeldden in het artikel Woningmarkt VS: banken mee geviseerd
We bekijken de techniek van de OARM wat meer van nabij. Deze constructie is helemaal niet nieuw, want ze zag het levenslicht in 1981. Toen en nog tot voor korte tijd was de OARM voorbehouden voor welstellende huiseigenaars die op die manier een aantal lage aflossingen deden om wanneer het hen best uitkwam, de rest van hun schuld in één of enkele malen te betalen. Zij apprecieerden vooral de flexibiliteit van het systeem.
Tot 2003 veranderde er niets omtrent de OARMs, die tot dat jaar nog geen 0,5% uitmaakten van alle hypothecaire leningen in de VS. Vanaf 2004 begonnen ze te stijgen in aantal en de eerste 5 maanden van dit jaar maakten ze bijna 12,5% uit van alle hypotheken. En dat is een gemiddeld cijfer, want op sommige plaatsen in de VS maken ze tot 51% uit van alle hypothecaire leningen.
Hausse in de woningsector (VS), gemeten door tewerkstelling.
Bron: photobucket.com
Vanwaar dit plotse succes? In het begin van de hausse in de woningsector daalden de intrestvoeten voortdurend en gingen meer en meer consumenten leningen aan met vaste rente. Intussen bleef de vraag naar woningen stijgen en de banken en financieringsmaatschappijen propageerden hypothecaire leningen met variabele rente. Daardoor daalde de instapdrempel aanzienlijk, want de klanten konden hun afbetalingen beginnen met goedkopere schijven. Maar de huizenprijzen bleven stijgen en de banken kwamen met weer een andere formule, nl. hun klanten de eerste jaren enkel interest te doen betalen. Van dit systeem naar OARMs was een kleine stap en zo geschiedde.
De adder onder het OARM-gras hebben we hierboven al aangehaald. De ontlener heeft bij de start de keuze: een minimum of meer betalen. Natuurlijk kiest iedereen voor het minimum. Nochtans staat in de kleine lettertjes van het contract dat de OARM rekening houdt met een ‘normale’ aflossing. Als de klant slechts een deel hiervan daadwerkelijk betaalt, dan boekt de bank vrolijk fluitend het saldo op de debetrekening van de klant, die dus armer wordt bij elke maandelijkse afbetaling. Dat noemt men negatieve afschrijving (vandaar de term ‘The Negative Amortization Mortgage’, zie hierboven). En zodra het saldo een bepaald niveau overschrijdt, dan zal de bank even vrolijk fluitend de rente een tikje in de hoogte bijstellen. Ook dat staat in de kleine lettertjes.
Nu de woninghausse aan haar einde is gekomen, liggen ontelbare persoonlijke drama’s op de loer. Want de tegenwaarde van de hypothecaire lening, de woning zelf, begint af te kalven. De eigenaar die zich voelt wegzinken in het OARM-moeras, verliest ook de zekerheid zijn bezit te kunnen verzilveren aan een behoorlijke waarde, moest het mis gaan met zijn solvabiliteit.
De banken hebben niet alleen gezorgd voor de kleine lettertjes, ze hebben zich ook netjes ingedekt tegen de persoonlijke problemen van hun geachte klanten. Want ze verkochten tijdig hun OARMs aan grote beleggers in Wall Street, die ze bundelden met gebruikelijke hypothecaire leningen en zo doorverkochten aan hun investeerders. Op deze manier is er sinds 2004 al voor 250 miljard dollar aan OARMs verkocht en ingekapseld in grote pakketten.
De rest van de OARMs blijven bij de banken, die ze mogen boeken als omzet. Dat geldt ook voor het saldo dat de klant niet aflost. We mogen hier dus wel spreken van een horrorformule, want de winst die in de boeken verschijnt, is eigenlijk een spookwinst. In sommige financiële instellingen realiseerden in het tweede kwartaal van dit jaar 67% van dergelijke spookwinst!
Nu nog iets. In bovenstaande tekst hebben we het geregeld over ‘banken’. Om correct te zijn, is het in heel veel gevallen zo, dat het niet de banken zijn, die met de ontleners van hypothecaire leningen contact hebben. De banken handelen via hypotheekmakelaars, die ze d.m.v. vette commissies pushen om OARMs aan te bieden. Nu zijn er reguliere en niet reguliere makelaars in onroerend goed. De reguliere staan huiverig tegenover OARMs. Dat is voor de banken geen probleem, ze wenden zich nog altijd vrolijk fluitend naar niet reguliere makelaars. Deze laatste zijn geen obscure minderheid, want de huidige situatie is, dat ze tot 80% uitmaken van de hypothecaire operaties.
Er zijn twee potentieel kwetsbare partijen, de banken en de consumenten. Een bank die veel OARMs beheert, kan principieel harde klappen krijgen als de woningmarkt instort. Maar banken kunnen altijd terugvallen op de waarde van woningen die het onderpand van de leningen zijn. En dat is – zelfs met gedaalde huizenprijzen – een behoorlijke airbag. Daarenboven verzekeren banken zich om hun portfolio’s te beschermen. Officieel wordt het risico dat alle banken van de VS lopen in geval van een grondig probleem (lees: catastrofe) in de woningsector geschat op 100 miljard dollar. Een behoorlijke pil voor een modale burger, maar verdeeld over alle banken van de VS valt dat nog mee.
Erger is het gesteld met Yank-met-de-pet. Want vandaag al bevindt 20% van diegenen die een OARM aangingen zich in de situatie, dat hun woning minder waard is dan hun schuld. Als de woningprijzen vanaf nu met bij voorbeeld 10% dalen, dat komt 40% al in deze situatie. Als het in een gezin financieel ernstig scheef loopt, is er geen uitzicht op redding via het verkopen van de woning. In sommige gevallen moeten de consumenten een lening aangaan om hun OARM verder af te lossen. Enzovoort.
En de feiten zijn er. Op sommige plaatsen in de VS is de laatste maanden het aantal huizen die te koop aangeboden zijn verdrievoudigd. Neem maar gerust aan, dat een groot deel hiervan betaald worden via een OARM.
Hoe gaat dit alles aflopen? Er zijn maatregelen voorgesteld om enerzijds de banken strengere normen op te leggen en anderzijds de consumenten te beschermen tegen zichzelf. Maar van de kant van de banken komt weinig respons en zo lang die er niet is, zullen de makelaars (eveneens vrolijk fluitend) verder gaan het publiek te bestormen met unieke condities, zoals OARMs…
Jan Van Besauw
Columnist voor US Markets
26 september 2006.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets columns en andere artikelen en tevens financiële berichten.