...

Hydro-energie: kracht uit natuurgeweld

12 november 2008, 21:33 | US Markets Redactie | leestijd: 6 minuten | moeilijkheid: 9 / 12 | (0)

Hoewel op het eerste gezicht hydro-energie milieu­vrien­delijk is, bli­jft ook deze soms spec­tac­u­laire kracht­bron niet zon­der kri­tiek. Een overzicht van ver­bruik­ers en producenten.


Hydro-energie: kracht uit natu­urgeweld

Een kubieke meter water weegt ongeveer een ton en als je dit feit kop­pelt aan de beweeglijkheid van de vloeistof, is het al gauw duidelijk dat water een ver­woes­tende kracht kan ontwikke­len. Denk bij voor­beeld aan de tsuna­mi van zondag 26 decem­ber 2004. Anderz­i­jds kan het ons­tu­imige geweld van water gebruikt wor­den voor het ontwikke­len van energie. Dat gebeurde al in de oud­heid voor het aan­dri­jven van molens of andere machines en sinds het einde van de 19de eeuw voor het opwekken van elek­triciteit. Eén van de oud­ste stuw­dammen van Europa is trouwens deze van de Gileppe (bij Eupen, Bel­gië), een hydro-elek­trische cen­trale die sinds 1878 in gebruik is en een ver­mo­gen lev­ert van tweemaal 
475 kilo­watt. Verder zullen we zien dat dit heel beschei­den is tegen­over de huidi­ge cen­trales van dit type, met ver­mo­gens die in de duizen­den megawatt oplopen.

Buiten stuw­dammen zijn er nog andere soorten hydro-elek­trische cen­trales, nl. de rivier‑, de spaar­bekken- en de geti­j­denen­ergiecen­trales. Heel kort de werk­ing hier­van. Een stuwmeer­centrale, zoals deze van de Gileppe, gebruikt de poten­tiële energie, opges­la­gen in een water­mas­sa achter een muur. Via kok­ers doorheen de stuw­dam stroomt het water langs tur­bines. Voor een riv­ier­centrale is geen meer nodig, enkel een snel­stromende riv­i­er (type Rhône) waar op geregelde afs­tanden een deel van het water langs een zijkanaal omgeleid wordt om zo tur­bines aan te dri­jven. In een spaar­bekken­cen­trale (zoals te Coo, Bel­gië) wordt tij­dens daluren water uit een lager naar een hoger gele­gen meer gepompt en tij­dens de piekuren stroomt het water langs tur­bines terug naar het onder­ste meer. Dan is er nog de geti­j­den­cen­trale, eigen­lijk een vari­ant op het spaar­bekken­sys­teem. Op plaat­sen (zoasl in het Franse Bre­tagne) waar het niveau­ver­schil tussen eb en vloed vol­doende groot is, vangt men bij vloed water op achter een dam om dan achter­af tur­bines aan te drijven. 

In Europa zijn hydro-elek­trische of waterkracht­cen­trales goed voor ongeveer 10% van de totale elek­triciteit­spro­duc­tie en 70% van deze, gewon­nen via hernieuw­bare energie. 

In de mix van het wereld­ver­bruik van pri­maire energie voor het jaar 2007 ligt hydro-energie ver achter (ca 3,7 maal min­der ver­bruik) op bij voor­beeld aardgas maar kende ca 14% meer ver­bruik dan kernenergie.

De grafiek hier­boven toont, dat van 1997 tot 2006 de ver­bruik­te hydro-energie met 17% geste­gen is van 589 naar 709 miljoen ton olie-equiv­a­lent. Tot en met 2003 was het ver­bruik vri­jwel con­stant en sinds­di­en zet zich een duidelijke sti­jging in. 

Relatief gezien steeg in het Mid­den-Oost­en hydro-energie met meer dan 112% en in Afri­ka met meer dan 43%, maar we zullen zo dadelijk zien, dat het woord relatief’ hier meer dan op zijn plaats is. De com­bi­natie Azie + Oceanië toont een toe­name met meer dan 76% en in Zuid- en Cen­traal Ameri­ka steeg de ver­bruik van hydro-energie met bij­na een derde. Groot’ Europa deed er een beschei­den 6% bij, ter­wi­jl in het Europa van de 27 en in Noord-Ameri­ka het suc­ces van hydro-energie resp. met bij­na 4 en 12% daalde. 


In absolute cijfers voor het jaar 2007 zien we dat de groep Azië + Oceanië samen met (groot’ Europa de koplop­ers zijn qua ver­bruik­te waterkracht. Dan vol­gen, weer ongeveer ex aequo, Zuid- en Cen­traal Ameri­ka en Noord-Ameri­ka. Het Europa der 27 voert de staart­groep aan, die verder nog bestaat uit Afri­ka en het Midden-Oosten. 


Van de 709 miljoen ton olie-equiv­a­len­ten hydro-energie werd meer dan 109 miljoen ton of 15,4% ver­bruikt door energiespons Chi­na. De top‑3 wordt ver­volledigd door Brazil­ië en Cana­da met een vergelijk­baar ver­bruik, ca 12% van het totaal. De vierde en vijfde plaat­sen wor­den ingenomen door de VS en Rus­land met resp. 8 en 5,7% van het totaal in 2007. Dan komen Noor­we­gen, India, Japan, Zwe­den en uitein­delijk Frankrijk met een ver­bruik gaande van 4,3% van het wereld­to­taal voor Noor­we­gen tot 2% voor Frankrijk.

Als we de kant van de pro­duc­tie bek­ijken, dan zien we dat in 2005 in totaal 1.265 ter­awatt (TW) elek­triciteit werd voort­ge­bracht door alle waterkracht­cen­trales ter wereld. Dit zijn niet alleen stuw­dammen, maar ook de andere types hydro-elek­trische cen­trales zoals hoger aange­haald. Van 1.265 TW werd (in 2005) 746 TW of 59% daad­w­erke­lijk gepro­duceerd, voor 119 TW (9,4%) waren cen­trales in aan­bouw en voor nog eens 400 TW (31,6%) bestonden/​bestaan de plannen.

Vol­gens meer recente infor­matie (augus­tus 2008) zou tussen 2009 en 2017 in Chi­na ca 100 TW hydro-elek­triciteit meer wor­den gepro­duceerd. Zon­der vri­jgegeven eind­da­tum zijn de plan­nen voor de Rode Zeedam in het Mid­den-Oost­en (50 TW) en de Ingadam in de Democ­ra­tis­che Repub­liek Con­go (40 TW). 

En zo komen we bij de voor­naam­ste pro­du­cen­ten van hydro-energie. Op kop staan Chi­na, Cana­da en Brazil­ië met resp. bij­na 487 en 350 ter­awat­tuur (TWh) . Het enige EU-land dat zich een plaats bij de top-10 kan veroorloven is Frankrijk met ca 62 TWh.

Hydro-energie is een heel zui­v­ere vorm, bij­na het pro­to­type van hernieuw­bare energie. Eigen­lijk wordt zwaartekracht omgezet in elek­triciteit. Daar waar je werkt met een stuw­dam, leg je boven­di­en een leuke water­re­serve aan. Die kan je dan gebruiken voor drinkwa­ter, maar ook voor het kweken van vis­sen of voor recre­atie in de vorm van watezrsport. 

Behalve tij­dens de bouw van de instal­laties (trans­port, machines) komt er geen spoor CO2 vrij wan­neer stroom gepro­duceerd wordt. Een ide­ale energiebron, dus? Spi­jtig genoeg heeft ook deze glin­sterende medaille haar keerz­i­jde, zek­er als we denken aan stuw­dammen. De ecol­o­gis­che impact van deze laat­ste is niet te onder­schat­ten. Grote gebieden veran­deren in immense meren, fau­na en flo­ra gaat voor alti­jd ver­loren, soms moeten ganse dor­pen geë­vac­ueerd wor­den. De bene­den­loop van een afgedamde riv­i­er kri­jgt met mond­jes­maat water met alle gevol­gen van dien voor de oever­be­won­ers. Net als kernen­ergie is waterkracht gecon­tes­teerd en deelt mee in de kri­tiek die gericht is op de andere pri­maire energiebron­nen die we besprak­en in deze reeks: olie, aardgas en steenkool. 

Tijd dus om in een vol­gend artikel te gaan kijken naar de selecte club van hernieuw­bare energiebron­nen om te weten te komen, of het daar alle­maal rozengeur en maneschi­jn is. 


Jan Van Besauw 
Pub­li­cist voor US Markets

Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artikels over uiteen­lopende onderwerpen.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.