![](/images/legacy-userimages/userimages/vergrootglas.gif)
Het meest fascinerende aan een bubbel vind ik hoe men tegen het verleden aankijkt. Alsof men vroeger dom was en de mensen van nu een nieuw soort mens dat veel slimmer is, de shinjinrui zoals de Jappen het zo mooi noemen. Een explosie van een waarde zonder duidelijke onderbouwing kan niet anders dan een keerzijde hebben. Ik geloof namelijk niet dat mensen in een paar jaar tijd ineens het licht zien dat generaties ervoor nooit hebben gezien. Daarom kijk ik vandaag naar de historie van de huizenmarkt en de shinjinrui die de huizenprijzen tot nieuwe hoogtes laten stijgen. U weet wellicht ook wat er met de shinjinrui in Japan gebeurd is… maar daar kom ik later in deze column nog op terug.
De huizenmarkt is op dit moment het belangrijkste onderdeel van de economie. Een op de tien mensen verdienen er hun brood mee en vanaf 2000 heeft de huizenmarkt voor 44% van de banengroei in de Verenigde Staten gezorgd (bron: Moody’s). Stijgende huizenprijzen zijn een aanjager voor consumentenbestedingen. Niet alleen voelen mensen zich rijker, ze denken ook meer te kunnen gaan lenen en gaan daardoor te veel op de korte termijn denken.
Wie spaart heeft uiteindelijk meer, ik pak een voorbeeld. Er zijn twee investeerders, A en B. Investeerder A maakt vanaf zijn 26e tot zijn 65e ieder jaar 2.000 euro over en zet dit vast tegen 10% per jaar. B begint hiermee op zijn 19e maar stopt al met geld overmaken op zijn 26e. Wie heeft uiteindelijk op zijn 65e het meest verdiend? Het antwoord is B. Dat komt omdat B na slechts 7 jaar sparen ieder jaar al meer aan rente ontvangt dan A de rest van zijn leven op de bank zal storten. Dit is dus de essentie van sparen en accumulatie, wie goed spaart heeft uiteindelijk meer.
Wat de consumenten, gesteund door lage rentestanden, de afgelopen jaren gedaan hebben is veel meer lenen en uitgeven dan ze zich eigenlijk kunnen permitteren. Dat is natuurlijk een geschenk uit de hemel voor alle bedrijven die al een groot aantal kwartalen op rij dubbele cijfers laten zien maar dit korte termijn geschenk zal ze uiteindelijk ook de wind van voren geven. Er komt een moment dat de consument realiseert dat deze niet meer zoveel uit kan blijven geven en de gemaakte schulden terugbetaald moeten worden. Op het moment dat dit gebeurt hebben de bedrijven hun productiecapaciteit al vergroot en te veel personeel aangenomen. Vanaf dat moment gaat de negatieve spiraal in werking. De consument moet op zijn tellen gaan passen en bedrijven zullen gaan bezuinigen en ontslaan, wat vervolgens ook weer een negatief effect op de bestedingen van consumenten zal hebben. De huizenmarkt zal noodgedwongen zwak blijven en het aantal mensen die hun huis uit moeten zal toenemen. Als de huizenprijzen gaan dalen kan er wel eens uit angst voor verdere dalingen een verkoopgolf ontstaan, niet heel waarschijnlijk maar wel een mogelijkheid gezien het aantal huizenbezitters dat speculeert ook toegenomen is. Het aantal mensen dat in de Verenigde Staten achterloopt op hun betalingen is daarnaast al steeds meer aan het toenemen alsmede het aantal mensen dat hun huis noodgedwongen moeten verlaten. Geen ontwikkeling met mooie vooruitzichten.
Historische huizenprijzen
Bovenstaande afbeelding is afkomstig van Robert Shiller, huizenmarkt expert en auteur van het boek “Irrational Exuberance”. Volgens hem stegen huizenprijzen jaarlijks, gecorrigeerd voor inflatie, met 0,4% tussen 1990 en 2004. Tussen 1940 en 2004 was dit echter 0,7%. Op de afbeelding is goed te zien hoe groot de boom van de afgelopen jaren volgens hem is. Shiller verwacht dat huizenprijzen de komende jaren met 40% zullen dalen. Hij lijkt hierbij overigens een vergelijking te maken met de huizenprijzen in Japan die al eerder een dergelijke daling hebben laten zien.
De waarde van de woningmarkt is volgens bronnen tussen 1999 en 2006 verdubbeld. De gecreëerde waarde: 10 biljoen dollar.
Waarom deze huizengekte?
- Een huis is een risicoloze investering
De waarde van een huis kan niet dalen, tenminste als je kijkt naar de grote lijnen. Voor de lange termijn zijn huizen dus een zeer goede investering. De grote populariteit van deze gedachte heeft de afgelopen jaren als een katalysator gewerkt. Ook de media heeft van de hype gesmuld en op die manier ook een steentje bijgedragen.
- Veilige haven
Na de crash van de aandelenmarkten en vooral de technologiesector, met daarbij de telecoms en de dotcoms, zag de huizenmarkt er ineens veel aantrekkelijker uit. Met het betrouwbare rendement in gedachte was een vlucht naar de huizenmarkt een logische stap naar een nieuwe bubbel.
Van 2001 tot 2005 zijn huizenprijzen in de VS volgens het NAR jaarlijks met gemiddeld zo’n 9% gestegen terwijl de inflatie in die periode nog betrekkelijk tam was en huizenprijzen normaliter niet in die mate van het inflatiecijfer afwijken. Deze stijging had niets te maken met een toegenomen vraag of welvaartspeil maar met goedkoop geld…
- Historisch lage rentestanden
De belangrijkste aanjager van de huizenmarkt. Zoals vele bezittingen zijn huizenprijzen gevoelig voor veranderingen in de rentestand. Immers kan men bij een lagere rentestand makkelijker een grote aankoop financieren. De Federal Reserve bracht de Federal Funds Rate van 6,5% naar een historisch laagtepunt van 1%. Het logische gevolg hiervan is dat er meer vraag ontstaat en huizenprijzen gaan stijgen.
- Financiering
De manier waarop mensen hun huizen financieren is ook veranderd. In de veronderstelling dat huizenprijzen toch wel blijven stijgen is men bereid meer risico’s te nemen. Met name variabele en exotische hypotheekvormen waren de afgelopen jaren dan ook ongekend populair in de VS. In augustus 2003 bedroeg het verschil tussen de 30-jaarsrente en die van de ARM (adjustable-rate mortgage) zo’n 300 basispunten. Ondertussen is dit verschil beperkt tot nog maar enkele basispunten. Dit betekent dan ook dat mensen die voor een variabele hypotheekrente hebben gekozen steeds meer gaan betalen.
- Speculatie
Steeds meer mensen zijn de afgelopen jaren met huizen gaan speculeren om deze te verhuren of later met winst te verkopen. Het aantal leegstaande huizen is ook toegenomen. Gekeken naar lege huurhuizen is het zo dat in het 3e kwartaal van 1994 maar 7,2% van deze huizen leeg stond. In het 2e kwartaal van dit jaar stond dit percentage op 9,6%. Een toename van 33%. Het aantal koophuizen dat leeg staat nam in dezelfde periode met 43% toe. Het is overigens ook een trend die al decennia lang aan de gang is. De percentages van leegstaande huizen zijn nog nooit zo hoog geweest. In 1981 was het percentage leegstaande huurhuizen nog maar 5%, in 2004 bereikte dit een piek van 10,4%.
- Toename aantal huizenbezitters
Dit laatste is meer een optelsom van andere factoren maar toch handig om in de context te vermelden. Vanaf 1965 is het percentage van mensen dat een huis bezit zo’n 30 jaar gelijk gebleven rond 64%, vervolgens is dit percentage in nog geen 10 jaar tijd 5% gestegen naar een piek van 69% in 2004. In de mania zijn steeds meer mensen een huis gaan kopen, die zichzelf daarbij op de borst klopten toen huizenprijzen sterk in waarde toenamen. Dit is niet bepaald slecht voor de consumptie, zoals u weet is de Amerikaanse economie sterk afhankelijk van consumentenbestedingen. Als het goed gaat met de huizenmarkt dan gaat het ook goed met de consument.
Terug in de tijd: Japan
De huizenmarkt van Japan stortte begin jaren 90 in, produceerde een recessie en langdurige deflatie. Tussen Japan en de VS zijn veel gelijkennissen te vinden. Niet alleen zijn de toppen op de beurs zo’n 10 jaar van elkaar verwijderd, ook liggen bijvoorbeeld de baby booms 10 jaar uit elkaar. Het interessante van een baby boom is dat baby’s groot worden en als baby’s zo rond de 40 raken flink gaan consumeren, later gaat men steeds meer sparen en daalt het inkomen ook naarmate de leeftijd oploopt. De toppen van de beurs liggen zo’n 40 jaar van de baby booms af.
De huizenprijzen in Japan piekten in 1991. In tegenstelling tot de beurs en de baby boom zit er echter geen 10 jaar tussen de piek in Japan en het topje van de boom in de VS. Als we de lengtes tegen elkaar afzetten krijgen we echter wel deze opzienbarende grafiek die vorig jaar in “The Economist” verscheen.
Zoals u ziet daalden de huizenprijzen in Japan fors. Die van de VS zijn volgens deze afbeelding ook spoedig gedoemd te gaan dalen en alleen uitstel van executie kan nog redding bieden. Maar de geldkraan gaat op het moment niet zo makkelijk meer open. Net zoals in Japan destijds wordt niet echt in dalende huizenprijzen geloofd, maar dat is logisch. Als de massa in een daling zou geloven dan waren de prijzen al lang flink gedaald. Daarnaast dalen huizenprijzen niet zo makkelijk. Toch is het aantal onverkochte huizen op recordhoogte, wat dus zegt dat het aanbod groeit. U heeft geleerd dat de prijs omlaag moet om de vraag te vergroten en het aanbod te verkleinen. Als het aanbod groeit is de prijs dus te hoog.
Het is lastig om iets te verwachten, dus neem ik waar. Men kan zich echter wel afvragen hoe realistisch het is dat de huidige huizenmarkt bij de huidige rentestanden voor een zachte landing zal zorgen.