Na de enorme rally sinds maart worden de beurzen de laatste weken heen en weer geslingerd tussen optimisme en vrees. Enerzijds is er de verwachting dat de bedrijfsresultaten over het zojuist afgelopen derde kwartaal het ingezette herstel zullen bevestigen. Analisten hebben de winstverwachtingen naar boven bijgesteld en zijn positiever dan ze de afgelopen twee jaar ooit geweest zijn.
Anderzijds is er de vrees voor een economische terugval. Tot voor kort liepen de macro-economische cijfers parallel aan de bedrijfsresultaten maar sinds enkele weken is het momentum weg uit de stroom van meevallende macro economische cijfers. Zo bleven de cijfers van de inkoopmanagers achter bij de marktverwachtingen en loopt de werkloosheid in de VS nog steeds op. De vorige recessie – van begin deze eeuw na de internet crash – was het gevolg van overdadige investeringen door het bedrijfsleven. De consument bleef wel kopen en de overheidsfinanciën waren in gezonde staat. De huidige recessie is daarentegen eerder het gevolg van een geschrokken consument die zijn hand op de knip houdt en een in deplorabele staat verkerende overheidsfinanciën. Voor het herstel van de economie zijn alle ogen juist gericht op het nog relatief gezonde – voor zover het niet de zwaar getroffen banken en verzekeraars betreft – bedrijfsleven.
Van het bedrijfsleven moet het dus gaan komen. Laten we ons daarom richten op het herstel van de winstgevendheid. Uiteindelijk zullen de bedrijfsresultaten de komende maanden de koersen richting gaan geven. Het bedrijfsleven – banken en verzekeraars uitgezonderd – is na alle saneringen in blakende vorm en beschikt over de grootste liquiditeitspositie sinds de jaren ’50. Het bedrijfsleven staat er zodoende beter voor dan veelal wordt verondersteld. De vraag luidt echter of de bedrijven deze ruime kaspositie ook gaan aanwenden. Sceptici ten aanzien van de houdbaarheid van de huidige rally mogen graag de winstverwachting in de markt voor 2010 ridiculiseren. Voor volgend jaar taxeert men een winst van de 500 leden uit de Standard & Poor 500 van 75 dollar. Dat is maar liefst 36 % meer dan de consensusverwachting voor 2009. Het lijkt op het eerste gezicht een nagenoeg onhaalbare opdracht voor het beursgenoteerde bedrijfsleven om een dergelijke winstgevendheid te realiseren.
Maar de S & P 500 heeft sinds begin 2008 een aanzienlijke gedaanteverwisseling ondergaan. Inmiddels zijn veel bedrijven die er toen deel van uitmaakten verdwenen. En dat waren niet bepaald de meest winstgevende bedrijven. De nieuwkomers daarentegen hebben meer potentie. Zo berekende de bank JP Morgan dat de huidige S & P 500-leden in 2008 collectief een operationele winst realiseerden van 69 dollar. Aanmerkelijk meer dan de 62 dollar die de toenmalige leden realiseerden. Zo bezien bedraagt de consensus verwachting over 2010 maar een stijging van 9 %. Veel minder spectaculair dan aanvankelijk gedacht. En bedenk daarbij dat in 2008 de winstgevendheid in het laatste kwartaal volledig instortte. Ondertussen heeft het bedrijfsleven op grote schaal gebruik gemaakt van de flink gedaalde rente en meer dan 700 miljard dollar uit de markt gehaald middels nieuwe emissies van bedrijfsobligaties. Met andere woorden, het bedrijfsleven beschikt over de middelen om te investeren en nieuw personeel in te huren zodra zij daartoe de mogelijkheden zien. Daarnaast lijkt het er sterk op dat bedrijven in hun ijver om in de kosten te snijden te ver zijn gegaan. Het droeg bij aan het winstherstel maar was waarschijnlijk op een te pessimistische toekomstverwachting gebaseerd. Een herstel van de bedrijfsinvesteringen ligt daarom in de lijn der verwachtingen.
Het herstel moet dus komen van het bedrijfsleven. De overheid zit reeds diep in de schulden en de consument heeft er nog niet voldoende vertrouwen in om weer op oude voet te gaan uitgeven. En het bedrijfsleven is in een goede conditie. Dat wil echter nog niet zeggen dat deze goede conditie een voldoende basis is voor een verder herstel van de economie. De bedrijfsresultaten over het zojuist afgelopen derde kwartaal zullen echter meer duidelijk maken. En de resultaten over het vierde kwartaal zullen zeker gaan meevallen daar de vergelijking met het 4e kwartaal van 2008 in alle gevallen in het voordeel van dit jaar zullen gaan uitvallen. De vastrentende markten zijn inmiddels weer terug op het niveau van vorig jaar zomer. De aandelenmarkten hebben nog een stuk te gaan. De komende derde kwartaalcijfers zullen meer duidelijk maken maar de weg van de minste weerstand is naar boven.
Jan-willem Nijkamp
voor US Markets