Het fatale jaar 1929
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20mark%20twain.jpg)
We beginnen dit artikel merkwaardigerwijze met de foto van een schrijver, meer bepaald Mark Twain (1835−1910), bekend door o.a. de romanfiguren Tom Sawyer en Huckleberyy Finn. Hij verwittigde ervoor, dat de maand oktober gevaarlijk kon zijn voor de beurs. Eerlijkheidshalve moeten we hieraan toevoegen, dat hij het zo formuleerde: ‘Oktober. Dat is een van de bijzonder gevaarlijke maanden om te speculeren met aandelen. De andere zijn juli, januari, september, april, november, mei, maart, juni, december, augustus en februari’. Ironie was hem niet vreemd, maar het is toch merkwaardig dat het uitgerekend in 1929 én in 1987 was, dat de markten in oktober crashten.
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20plaatjesgroep.jpg)
Over het jaar 1929 kan tot in oktober niet veel bijzonders worden gezegd. In Frankrijk werd de 23ste Tour de France gewonnen door de Belg Maurice De Waele die de 5.286 kilometer in 22 etappes aflegde aan een gemiddelde van iets meer dan 28 km/uur, vandaag een slakkengang. Ook in Frankrijk deed minister-president Aristide Briand zijn plannen voor een verenigd Europa uit de doeken.
In Engeland vond in Newcastle-upon-Tyne Expo ’29 plaats, een evenement dat in samenwerking met Spanje tegelijkertijd plaatsvond in Barcelona en Sevilla. In België verscheen de eerste strip van Kuifje en in Nederland won Karst Leemburg de vierde Elfstedentocht.
In Rusland begon Jozef Stalin met zijn landbouwpolitiek, die erop neerkwam dat de boeren hun zelfstandigheid ontnomen werd door hun bezittingen samen te voegen tot ofwel staatsboerderijen (sovchozen) ofwel tot kolchozen, gemeenschappelijke boerderijen. Dit had tot gevolg dat de boeren opstandig werden en in strafkampen belandden, terwijl de voedselproductie snel afnam.
In het Zwitserse Genève werd het verbod op chemische wapens bekrachtigd terwijl in hetzelfde jaar 1929 in de VS voor het eerst de Oscars werden uitgereikt.
In Duitsland deed Adolf Hitler pogingen om zijn NSDAP-partij (later afgekort tot nazi-partij) de grootste van het land te laten worden. Na een mislukte staatsgreep in 1923 had hij in 1924 9 maanden in de gevangenis doorgebracht. Tijdens die periode schreef hij zijn beruchte boek ‘Mein Kampf’ en kon hij nadenken over wettelijke wegen om zijn doel te bereiken. In 1929 was de NSAP weliswaar de grootste partij in Beieren, maar ze betekende niets op nationaal vlak. De crash van 1929 zou hierin drastische verandering brengen, zoals we verder zullen zien.
Maar eerst steken we de plas over.
In 1929 was het nog altijd Drooglegging in de VS, met als gevolg dat drankhandel in de illegaliteit was verzeild. Valentijnsdag 1929 werd door Al Capone’s gangsterbende uitgekozen voor een moordpartij, die bekendstaat als Saint Valentine’s Day Massacre. Als politieagenten verklede gangsters mitrailleerden in Chicago zeven rivalen neer in een garage.
Op 4 maart 1929 werd Herbert Hoover ingezworen als 31ste president van de VS. Hij had de pech om iets meer dan een half jaar later te maken te krijgen met de ergste beurscrash tot nog toe. Ondanks zijn goede wil en hardnekkige pogingen kreeg hij de situatie niet onder controle. Erger nog, hij werd er als kop van jut van beschuldigd, niets te hebben gedaan om de crisis af te weren. Verder komen we hierop nog terug.
We zegden al eerder, dat de allereerste Oscar in 1929 werd uitgereikt. Het was acteur Emil Jannings wie op 16 mei 1929 deze eer te beurt viel. Jannings was van Zwitserse afkomst en heette eigenlijk Janenz. Het jaar na zijn Oscar verliet hij de States en ging verder filmen in Duitsland. De ironie wil, dat de eerste Oscarwinnaar ging optreden in propagandafilms voor de nazi’s.
Later op het jaar, op 29 november 1929, vloog Richard Byrd samen met enkele kompanen als eerste over de Zuidpool. De ondertoon van dit exploot was Amerika’s claims op dit ongerepte continent duidelijk te maken.
Nu halen we ons ontleedmes boven en trachten we stap voor stap na te gaan wat er in Wall Street is gebeurd in 1929.
Dow Jones Industrial Index, jaar 1929
Bron: Bloomberg
Op de chart hierboven ziet u het volledige overzicht van de evolutie van de Dow Jones Industrial Index (DJIA) in het fatale jaar 1929. U merkt dat de inauguratie van Herbert Hoover in maart geen effect had op het verloop van de DJIA, die rustig zijwaarts bewoog tot juni. Vanaf dan ging het bergop tot een all time high in september. Dan zakte de index weg, deed nog een laatste inspanning begin oktober maar stortte een paar weken later in het ravijn.
Hoe is het zover kunnen komen? Waarom die golf van plotselinge paniek? Was er dan echt niemand in 1929 die dit had zien aankomen?
We laten de cijfers spreken via enkele markante standen van de DJIA:
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20tabel%201929.jpg)
De DJIA startte het jaar 1929 bij 307 punten en zette daarmee de opgaande trend verder die begonnen was in 1921. Weliswaar maakte de index tussen 30 november en 8 december 1928 een dip van 12% (van 293,38 naar 257,33 punten) maar dat werd geïnterpreteerd als een eindejaarsverkoop, het verzilveren van wat aandelen met het oog op de cadeautjes. In alle geval, op 2 januari 1929 stond de DJIA boven de 300 punten en dat niveau bleef de steun tot juni 1929. Zoals eerder gezegd, had de machtsovername door Herbert Hoover de beurs blijkbaar niet beroerd. Vanaf juni kwamen de stieren van stal en stoomde de DJIA naar zijn all time high, de 381,17 punten op 3 september 1929.
Vanaf toen en alle positieve berichten in de kranten en op de radio ten spijt, begon er al wat twijfel te knagen, want exact een maand later, op 2 oktober, stond de DJIA 10% lager om één dag later er nog eens 4% af te doen. Dan spartelde de index wat tegen, klom op 11 oktober 7% hoger maar begon dan weer aan een afdaling. Dit brengt ons op 23 oktober, één dag voor de beruchte Black Thursday. De DJIA was alweer 13% gezakt tegenover het minipiekje op 11 oktober. De dag erop, 24 oktober, was de DJIA bij de slotbel een brave 2% gedaald. Enkel hierop voortgaande vraag je je af waarom deze datum de geschiedenis is ingegaan als Black Thursday, een onstuimige beursdag waarover straks meer.
Erger werd het de dagen erna. Op 28 oktober, Black Monday, en op 29 oktober, Black Tuesday, dook de DJIA resp. 13% (alweer!) en 12% in het rood.
Snel gaf de index zich niet gewonnen, want 2 dagen later, op 31 oktober, had hij al 19% van de achterstand ingehaald. Maar dan kwam een nieuwe inzinking zodat op 13 november de DJIA op 198,69 punten aanbelandde, meteen de laagste stand van het jaar 1929, 48% lager dan de all time high enkele maanden eerder.
Vlak voor de jaarwisseling zien we dat op 30 december de DJIA 21% geklommen is tegenover 13 november, maar dat deze stand nog altijd 37% lager is dan de all time high. Velen dachten dat herstel in zicht was, dat het een ‘gezonde correctie’ was geweest en dat spoedig weer zou zijn van ‘the sky is the limit’. Helaas, het zou nog grondig gaan verkeren, zoals we nu weten.
De kiem van de beurscrash van 1929 moeten we zoeken in het jaar 1926, het jaar waarin toegelaten werd aandelen op krediet te kopen. De kopers hoefden slechts 10% van de waarde cash te betalen, de rest mochten ze lenen bij de bank.
In april 1929 verhoogden de banken hun interestvoeten. Ze deden dit, omdat ze merkten dat de markt dichtbij de verzadiging was en ze vreesden voor hun investeringen. En gelijk hadden ze: tussen maart en september 1929 daalde bijvoorbeeld de autoproductie met 33% van 622.000 naar 416.000 eenheden.
Vanaf april 1929 kostten heel dikwijls de interesten meer dan wat de kapitalisatie van de aandelen opbracht. Vele beleggers moesten hun titels gedeeltelijk of geheel verkopen om hun bank te kunnen betalen en hetzelfde overkwam de ontelbare makelaars die effecten hadden aangekocht met geleend geld.
Maar de zeepbel bleef zich vormen en vraag en aanbod hielden elkaar nog een tijdje in stand. De DJIA belandde in het zijwaartse kanaal dat we zonet beschreven.
Fisher Churchill Ticker Tape Paniek in
machine Wall Street
Onderhuids begon het geloof in Wall Street en in ‘the sky is the limit’ te tanen. Maar in de kranten en in de radio bleven optimistische berichten de boventoon voeren. Mensen met tot dan toe een stevige reputatie zoals de econoom Irving Fisher bleven beweren, dat de koersen op een blijvend hoog niveau waren aangekomen en president Hoover beaamde dit, wat kon hij anders?
Op donderdag 24 oktober 1929 ontstond voor het eerst echte paniek in de beurswereld. In de voormiddag daagden nauwelijks kopers op en de koersen zakten weg. Tegen de middag stond de DJIA bijna 23% lager dan de avond ervoor. Buiten het gebouw van de New York Stock Exchange (NYSE) had zich een woedende menigte verzameld. De bewakingsdienst en de politie verhinderden de toegang. Alle bezoekers werden uit het gebouw verdreven.
In de straten draait de geruchtenmolen op volle toeren. Elf speculanten zouden collectief zelfmoord hebben gepleegd door van een dank te springen. De NYSE zou spoedig gesloten worden, in navolging van wat gebeurd was met andere beurzen in de VS.
Onder de middag op 24 oktober kwamen enkele voorname bankiers samen en een vertegenwoordiger van JP Morgan legde daarna de verklaring af, dat wegens een technisch foutje er wat verlies was geweest maar dat de situatie spoedig zou verbeteren.
In het begin van de namiddag kwam dan een coup de théâtre van Richard Whitney, vice-president van de NYSE. Hij bezoekt een dozijn quoteringsposten en koopt daar telkens vele duizenden aandelen. Dit mist zijn effect niet. De koersen stijgen, er wordt schoorvoetend gekocht en op het einde van de dag zijn de verliezen van de DJIA beperkt tot ‑2%.
Maar dat de dag tumultueus was, blijkt uit het aantal transacties: een record van bijna
13 miljoen tegenover het gewone gemiddelde van 2 à 3 miljoen.
Dat er een technisch foutje was, was in alle geval waar. De Ticker Tape machines die telegrafisch de transacties doorseinden vielen op 24 oktober anderhalf uur uit wegens overbelasting. Velen wisten niet tijdig aan welke prijs ze hadden verkocht en dat zette extra druk op de ketel.
Zo eindigde 24 oktober 1929, later beter bekend als Zwarte Donderdag. Niet wegens die 2% verlies, wel door de eerste golf van paniek en de wilde koersbeweging tussen openings- en slotbel.
Op vrijdag 25 en zaterdag 26 oktober 1929 keerde de rust terug op Wall Street. Velen die geleend hadden om te kunnen speculeren op aandelen verkochten hun effecten, gevolg gevend aan zg. margin calls. Er werd ook gekocht en de DJIA bewoog zo goed als niet.
Op maandag 28 oktober 1929 was het weer raak, en deze keer echt raak. De golf van verkochte titels bleef voortduren de koersen daalden sterk, maar er was geen ‘miraculeuze’ tussenkomst van iemand van de NYSE en de banken hielden hun portemonnee stijf dicht.
Meer dan 9,25 miljoen titels veranderen van eigenaar aan dumpingprijzen en bij de slotbel stond de DJIA 13% lager. Zwarte Maandag was een feit.
Het record van 24 oktober met bijna 13 miljoen (meer precies 12,9 miljoen) verhandelde effecten werd op dinsdag 29 oktober verpulverd met een volume van 16,4 miljoen stuks.
De Ticker Tape machines lieten het die dag 2,5 uur afweten.
Op het einde van Zwarte Dinsdag had de DJIA 12% verloren en stond de index
40% onder de all time high van 3 september.
Winston Churchill, de latere eerste minister van Groot)Brittannië, was ten tijde van de ‘drietrapscrash’ van 24, 28 en 29 oktober in New York. Hij deed zijn duit in het geruchtenzakje door te beweren dat hij een wanhopige speculant uit een raam had zien springen.
Toen hem later gevraagd werd hoe het kwam, dat hij net ten tijde vand e crash ter plaatse was, antwoordde Churchill: ‘toevallig’. Of het echt toeval was laten we best in het midden. Maar dit thema is de moeite waard om te worden uitgespit en dat zullen we op latere datum dan ook doen.
Vlak na Black Tuesday kwam er verbazingwekkend genoeg weer wat optimisme de kop opsteken en al twee dagen later, op 31 oktober 1929, sloot de DJIA warempel 19% hoger, ‘slechts’ 28% onder de all time high van september. Maar dan kwam weer een verkoopgolf op gang en het laagste punt van het jaar 1929 bereikte de DJIA op 13 november, 48% lager dan de hoogste koers in dit jaar. In geld uitgedrukt was dit een (virtueel) verlies van
30 à 40 miljard dollar, ofwel 10x het nationale budget van de VS en meer dan hetgeen Wereldoorlog I de VS gekost had.
Tegen het jaareinde had de DJIA al 21% van het verlies op 13 november goedgemaakt en de consensus was dat de crisis gepasseerd was en dat Wall Street vlug weer op het ‘permanente hoogplateau’ zou aanbelanden en dat voor de speculanten de gouden dagen voor de deur stonden.
Zoals we nu weten, moest het ergste nog komen en niet alleen op het gebied van de beurs, maar ook op (macro)economisch en zeker op sociaal gebied. Een recessie zou zich aandienen, gevolgd door ‘The Great Depression’.
Eerder hebben we gezegd, dat in 1929 Hitlers nazi-partij NSDAP niet veel voorstelde. De reden hiervoor was gemakkelijk te verklaren: de partijmilitanten bijgenaamd ‘bruinhemden’ waren niet geliefd wegens hun brutale optreden en volstrekte onredelijkheid. In een verbeterend economisch klimaat paste hun nationalistisch discours niet. Want het ging beter in Duitsland, dat in 1923 te maken had met een monsterinflatie. De Amerikaan Charles Dawes had een comité opgericht met de vroegere vijanden van Duitsland. In het kader van het zg. Dawesplan werd de bezetting van het Ruhrgebied door Fransen en Belgen beëindigd en Duitsland kreeg vanaf 1924 financiële steun. De inflatie kwam weer onder controle en de industrie begon terug te draaien.
De jaren 1924 tot 1929 waren dus weinig succesvol voor Hitler en de zijnen en het is niet uit te sluiten, dat hij geleidelijk zou verdwenen zijn in de plooien van de geschiedenis.
Maar toen barstte de Amerikaanse zeepbel in oktober 1929 en dat was voor de nazi’s een geschenk uit de hemel. In enkele maanden tijd droogde de Amerikaanse order- en geldbron op en vielen er ontelbare ontslagen.
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20grafiek%20werklozen%20D.jpg)
De grafiek hierboven toont de explosieve toename van de werklozen tussen september 1929 en 1930: +127%. Drie jaar later, in september 1933, waren er zelfs 362% meer werklozen dan in september 1929!
Dit enorme leger ontevredenen wilde maar al te graag geloven wat de besnorde Oostenrijker hen toesnauwde en de nazi-partij nam stormenderhand de politieke bühne in beslag.
Hitler kon eindelijk zijn op haat en vernietiging gestoelde ambities waarmaken en zo kan men stellen, dat de crash van 1929 de oorzaak is geweest van Wereldoorlog II.
In de VS kwamen in de herfst van 1929 de Roaring Twenties abrupt ten einde. Het volgende decennium werd er een van wanhoop, gevolgd door voorzichtige hoop op beterschap. Over deze periode (1930−1939) zullen we het een volgende keer hebben.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.
De voorspeller?
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20mark%20twain.jpg)
We beginnen dit artikel merkwaardigerwijze met de foto van een schrijver, meer bepaald Mark Twain (1835−1910), bekend door o.a. de romanfiguren Tom Sawyer en Huckleberyy Finn. Hij verwittigde ervoor, dat de maand oktober gevaarlijk kon zijn voor de beurs. Eerlijkheidshalve moeten we hieraan toevoegen, dat hij het zo formuleerde: ‘Oktober. Dat is een van de bijzonder gevaarlijke maanden om te speculeren met aandelen. De andere zijn juli, januari, september, april, november, mei, maart, juni, december, augustus en februari’. Ironie was hem niet vreemd, maar het is toch merkwaardig dat het uitgerekend in 1929 én in 1987 was, dat de markten in oktober crashten.
1929 in Europa
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20plaatjesgroep.jpg)
Over het jaar 1929 kan tot in oktober niet veel bijzonders worden gezegd. In Frankrijk werd de 23ste Tour de France gewonnen door de Belg Maurice De Waele die de 5.286 kilometer in 22 etappes aflegde aan een gemiddelde van iets meer dan 28 km/uur, vandaag een slakkengang. Ook in Frankrijk deed minister-president Aristide Briand zijn plannen voor een verenigd Europa uit de doeken.
In Engeland vond in Newcastle-upon-Tyne Expo ’29 plaats, een evenement dat in samenwerking met Spanje tegelijkertijd plaatsvond in Barcelona en Sevilla. In België verscheen de eerste strip van Kuifje en in Nederland won Karst Leemburg de vierde Elfstedentocht.
In Rusland begon Jozef Stalin met zijn landbouwpolitiek, die erop neerkwam dat de boeren hun zelfstandigheid ontnomen werd door hun bezittingen samen te voegen tot ofwel staatsboerderijen (sovchozen) ofwel tot kolchozen, gemeenschappelijke boerderijen. Dit had tot gevolg dat de boeren opstandig werden en in strafkampen belandden, terwijl de voedselproductie snel afnam.
In het Zwitserse Genève werd het verbod op chemische wapens bekrachtigd terwijl in hetzelfde jaar 1929 in de VS voor het eerst de Oscars werden uitgereikt.
In Duitsland deed Adolf Hitler pogingen om zijn NSDAP-partij (later afgekort tot nazi-partij) de grootste van het land te laten worden. Na een mislukte staatsgreep in 1923 had hij in 1924 9 maanden in de gevangenis doorgebracht. Tijdens die periode schreef hij zijn beruchte boek ‘Mein Kampf’ en kon hij nadenken over wettelijke wegen om zijn doel te bereiken. In 1929 was de NSAP weliswaar de grootste partij in Beieren, maar ze betekende niets op nationaal vlak. De crash van 1929 zou hierin drastische verandering brengen, zoals we verder zullen zien.
Maar eerst steken we de plas over.
In 1929 was het nog altijd Drooglegging in de VS, met als gevolg dat drankhandel in de illegaliteit was verzeild. Valentijnsdag 1929 werd door Al Capone’s gangsterbende uitgekozen voor een moordpartij, die bekendstaat als Saint Valentine’s Day Massacre. Als politieagenten verklede gangsters mitrailleerden in Chicago zeven rivalen neer in een garage.
Op 4 maart 1929 werd Herbert Hoover ingezworen als 31ste president van de VS. Hij had de pech om iets meer dan een half jaar later te maken te krijgen met de ergste beurscrash tot nog toe. Ondanks zijn goede wil en hardnekkige pogingen kreeg hij de situatie niet onder controle. Erger nog, hij werd er als kop van jut van beschuldigd, niets te hebben gedaan om de crisis af te weren. Verder komen we hierop nog terug.
We zegden al eerder, dat de allereerste Oscar in 1929 werd uitgereikt. Het was acteur Emil Jannings wie op 16 mei 1929 deze eer te beurt viel. Jannings was van Zwitserse afkomst en heette eigenlijk Janenz. Het jaar na zijn Oscar verliet hij de States en ging verder filmen in Duitsland. De ironie wil, dat de eerste Oscarwinnaar ging optreden in propagandafilms voor de nazi’s.
Later op het jaar, op 29 november 1929, vloog Richard Byrd samen met enkele kompanen als eerste over de Zuidpool. De ondertoon van dit exploot was Amerika’s claims op dit ongerepte continent duidelijk te maken.
Nu halen we ons ontleedmes boven en trachten we stap voor stap na te gaan wat er in Wall Street is gebeurd in 1929.
1929: de crash
![](/images/legacy-images/images/090306%20-%20267%20-%20DJIA%20jaar%201929%20-%20FULL%20SIZE(1).jpg)
Dow Jones Industrial Index, jaar 1929
Bron: Bloomberg
Op de chart hierboven ziet u het volledige overzicht van de evolutie van de Dow Jones Industrial Index (DJIA) in het fatale jaar 1929. U merkt dat de inauguratie van Herbert Hoover in maart geen effect had op het verloop van de DJIA, die rustig zijwaarts bewoog tot juni. Vanaf dan ging het bergop tot een all time high in september. Dan zakte de index weg, deed nog een laatste inspanning begin oktober maar stortte een paar weken later in het ravijn.
Hoe is het zover kunnen komen? Waarom die golf van plotselinge paniek? Was er dan echt niemand in 1929 die dit had zien aankomen?
We laten de cijfers spreken via enkele markante standen van de DJIA:
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20tabel%201929.jpg)
De DJIA startte het jaar 1929 bij 307 punten en zette daarmee de opgaande trend verder die begonnen was in 1921. Weliswaar maakte de index tussen 30 november en 8 december 1928 een dip van 12% (van 293,38 naar 257,33 punten) maar dat werd geïnterpreteerd als een eindejaarsverkoop, het verzilveren van wat aandelen met het oog op de cadeautjes. In alle geval, op 2 januari 1929 stond de DJIA boven de 300 punten en dat niveau bleef de steun tot juni 1929. Zoals eerder gezegd, had de machtsovername door Herbert Hoover de beurs blijkbaar niet beroerd. Vanaf juni kwamen de stieren van stal en stoomde de DJIA naar zijn all time high, de 381,17 punten op 3 september 1929.
Vanaf toen en alle positieve berichten in de kranten en op de radio ten spijt, begon er al wat twijfel te knagen, want exact een maand later, op 2 oktober, stond de DJIA 10% lager om één dag later er nog eens 4% af te doen. Dan spartelde de index wat tegen, klom op 11 oktober 7% hoger maar begon dan weer aan een afdaling. Dit brengt ons op 23 oktober, één dag voor de beruchte Black Thursday. De DJIA was alweer 13% gezakt tegenover het minipiekje op 11 oktober. De dag erop, 24 oktober, was de DJIA bij de slotbel een brave 2% gedaald. Enkel hierop voortgaande vraag je je af waarom deze datum de geschiedenis is ingegaan als Black Thursday, een onstuimige beursdag waarover straks meer.
Erger werd het de dagen erna. Op 28 oktober, Black Monday, en op 29 oktober, Black Tuesday, dook de DJIA resp. 13% (alweer!) en 12% in het rood.
Snel gaf de index zich niet gewonnen, want 2 dagen later, op 31 oktober, had hij al 19% van de achterstand ingehaald. Maar dan kwam een nieuwe inzinking zodat op 13 november de DJIA op 198,69 punten aanbelandde, meteen de laagste stand van het jaar 1929, 48% lager dan de all time high enkele maanden eerder.
Vlak voor de jaarwisseling zien we dat op 30 december de DJIA 21% geklommen is tegenover 13 november, maar dat deze stand nog altijd 37% lager is dan de all time high. Velen dachten dat herstel in zicht was, dat het een ‘gezonde correctie’ was geweest en dat spoedig weer zou zijn van ‘the sky is the limit’. Helaas, het zou nog grondig gaan verkeren, zoals we nu weten.
De kiem van de beurscrash van 1929 moeten we zoeken in het jaar 1926, het jaar waarin toegelaten werd aandelen op krediet te kopen. De kopers hoefden slechts 10% van de waarde cash te betalen, de rest mochten ze lenen bij de bank.
In april 1929 verhoogden de banken hun interestvoeten. Ze deden dit, omdat ze merkten dat de markt dichtbij de verzadiging was en ze vreesden voor hun investeringen. En gelijk hadden ze: tussen maart en september 1929 daalde bijvoorbeeld de autoproductie met 33% van 622.000 naar 416.000 eenheden.
Vanaf april 1929 kostten heel dikwijls de interesten meer dan wat de kapitalisatie van de aandelen opbracht. Vele beleggers moesten hun titels gedeeltelijk of geheel verkopen om hun bank te kunnen betalen en hetzelfde overkwam de ontelbare makelaars die effecten hadden aangekocht met geleend geld.
Maar de zeepbel bleef zich vormen en vraag en aanbod hielden elkaar nog een tijdje in stand. De DJIA belandde in het zijwaartse kanaal dat we zonet beschreven.
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20plaatjesgroep%203.jpg)
Fisher Churchill Ticker Tape Paniek in
machine Wall Street
Onderhuids begon het geloof in Wall Street en in ‘the sky is the limit’ te tanen. Maar in de kranten en in de radio bleven optimistische berichten de boventoon voeren. Mensen met tot dan toe een stevige reputatie zoals de econoom Irving Fisher bleven beweren, dat de koersen op een blijvend hoog niveau waren aangekomen en president Hoover beaamde dit, wat kon hij anders?
Black Thursday
Op donderdag 24 oktober 1929 ontstond voor het eerst echte paniek in de beurswereld. In de voormiddag daagden nauwelijks kopers op en de koersen zakten weg. Tegen de middag stond de DJIA bijna 23% lager dan de avond ervoor. Buiten het gebouw van de New York Stock Exchange (NYSE) had zich een woedende menigte verzameld. De bewakingsdienst en de politie verhinderden de toegang. Alle bezoekers werden uit het gebouw verdreven.
In de straten draait de geruchtenmolen op volle toeren. Elf speculanten zouden collectief zelfmoord hebben gepleegd door van een dank te springen. De NYSE zou spoedig gesloten worden, in navolging van wat gebeurd was met andere beurzen in de VS.
Onder de middag op 24 oktober kwamen enkele voorname bankiers samen en een vertegenwoordiger van JP Morgan legde daarna de verklaring af, dat wegens een technisch foutje er wat verlies was geweest maar dat de situatie spoedig zou verbeteren.
In het begin van de namiddag kwam dan een coup de théâtre van Richard Whitney, vice-president van de NYSE. Hij bezoekt een dozijn quoteringsposten en koopt daar telkens vele duizenden aandelen. Dit mist zijn effect niet. De koersen stijgen, er wordt schoorvoetend gekocht en op het einde van de dag zijn de verliezen van de DJIA beperkt tot ‑2%.
Maar dat de dag tumultueus was, blijkt uit het aantal transacties: een record van bijna
13 miljoen tegenover het gewone gemiddelde van 2 à 3 miljoen.
Dat er een technisch foutje was, was in alle geval waar. De Ticker Tape machines die telegrafisch de transacties doorseinden vielen op 24 oktober anderhalf uur uit wegens overbelasting. Velen wisten niet tijdig aan welke prijs ze hadden verkocht en dat zette extra druk op de ketel.
Zo eindigde 24 oktober 1929, later beter bekend als Zwarte Donderdag. Niet wegens die 2% verlies, wel door de eerste golf van paniek en de wilde koersbeweging tussen openings- en slotbel.
Black Monday
Op vrijdag 25 en zaterdag 26 oktober 1929 keerde de rust terug op Wall Street. Velen die geleend hadden om te kunnen speculeren op aandelen verkochten hun effecten, gevolg gevend aan zg. margin calls. Er werd ook gekocht en de DJIA bewoog zo goed als niet.
Op maandag 28 oktober 1929 was het weer raak, en deze keer echt raak. De golf van verkochte titels bleef voortduren de koersen daalden sterk, maar er was geen ‘miraculeuze’ tussenkomst van iemand van de NYSE en de banken hielden hun portemonnee stijf dicht.
Meer dan 9,25 miljoen titels veranderen van eigenaar aan dumpingprijzen en bij de slotbel stond de DJIA 13% lager. Zwarte Maandag was een feit.
Black Tuesday
Het record van 24 oktober met bijna 13 miljoen (meer precies 12,9 miljoen) verhandelde effecten werd op dinsdag 29 oktober verpulverd met een volume van 16,4 miljoen stuks.
De Ticker Tape machines lieten het die dag 2,5 uur afweten.
Op het einde van Zwarte Dinsdag had de DJIA 12% verloren en stond de index
40% onder de all time high van 3 september.
Winston Churchill, de latere eerste minister van Groot)Brittannië, was ten tijde van de ‘drietrapscrash’ van 24, 28 en 29 oktober in New York. Hij deed zijn duit in het geruchtenzakje door te beweren dat hij een wanhopige speculant uit een raam had zien springen.
Toen hem later gevraagd werd hoe het kwam, dat hij net ten tijde vand e crash ter plaatse was, antwoordde Churchill: ‘toevallig’. Of het echt toeval was laten we best in het midden. Maar dit thema is de moeite waard om te worden uitgespit en dat zullen we op latere datum dan ook doen.
Vlak na Black Tuesday kwam er verbazingwekkend genoeg weer wat optimisme de kop opsteken en al twee dagen later, op 31 oktober 1929, sloot de DJIA warempel 19% hoger, ‘slechts’ 28% onder de all time high van september. Maar dan kwam weer een verkoopgolf op gang en het laagste punt van het jaar 1929 bereikte de DJIA op 13 november, 48% lager dan de hoogste koers in dit jaar. In geld uitgedrukt was dit een (virtueel) verlies van
30 à 40 miljard dollar, ofwel 10x het nationale budget van de VS en meer dan hetgeen Wereldoorlog I de VS gekost had.
Tegen het jaareinde had de DJIA al 21% van het verlies op 13 november goedgemaakt en de consensus was dat de crisis gepasseerd was en dat Wall Street vlug weer op het ‘permanente hoogplateau’ zou aanbelanden en dat voor de speculanten de gouden dagen voor de deur stonden.
Zoals we nu weten, moest het ergste nog komen en niet alleen op het gebied van de beurs, maar ook op (macro)economisch en zeker op sociaal gebied. Een recessie zou zich aandienen, gevolgd door ‘The Great Depression’.
Intussen, in Duitsland
Eerder hebben we gezegd, dat in 1929 Hitlers nazi-partij NSDAP niet veel voorstelde. De reden hiervoor was gemakkelijk te verklaren: de partijmilitanten bijgenaamd ‘bruinhemden’ waren niet geliefd wegens hun brutale optreden en volstrekte onredelijkheid. In een verbeterend economisch klimaat paste hun nationalistisch discours niet. Want het ging beter in Duitsland, dat in 1923 te maken had met een monsterinflatie. De Amerikaan Charles Dawes had een comité opgericht met de vroegere vijanden van Duitsland. In het kader van het zg. Dawesplan werd de bezetting van het Ruhrgebied door Fransen en Belgen beëindigd en Duitsland kreeg vanaf 1924 financiële steun. De inflatie kwam weer onder controle en de industrie begon terug te draaien.
De jaren 1924 tot 1929 waren dus weinig succesvol voor Hitler en de zijnen en het is niet uit te sluiten, dat hij geleidelijk zou verdwenen zijn in de plooien van de geschiedenis.
Maar toen barstte de Amerikaanse zeepbel in oktober 1929 en dat was voor de nazi’s een geschenk uit de hemel. In enkele maanden tijd droogde de Amerikaanse order- en geldbron op en vielen er ontelbare ontslagen.
![](/images/legacy-images/images/090319%20-%20269%20-%20grafiek%20werklozen%20D.jpg)
De grafiek hierboven toont de explosieve toename van de werklozen tussen september 1929 en 1930: +127%. Drie jaar later, in september 1933, waren er zelfs 362% meer werklozen dan in september 1929!
Dit enorme leger ontevredenen wilde maar al te graag geloven wat de besnorde Oostenrijker hen toesnauwde en de nazi-partij nam stormenderhand de politieke bühne in beslag.
Hitler kon eindelijk zijn op haat en vernietiging gestoelde ambities waarmaken en zo kan men stellen, dat de crash van 1929 de oorzaak is geweest van Wereldoorlog II.
In de VS kwamen in de herfst van 1929 de Roaring Twenties abrupt ten einde. Het volgende decennium werd er een van wanhoop, gevolgd door voorzichtige hoop op beterschap. Over deze periode (1930−1939) zullen we het een volgende keer hebben.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.