Greenspan: ruggensteun of stoorzender?
Eminence grise Alan Greenspan blijft zijn mening ten beste geven als het de VS-economie betreft. Loopt hij hierbij parallel met zijn opvolger Ben Bernanke of loopt hij hem voor de voeten?
Gedurende 18,5 jaar, van augustus 1987 tot januari 2006 was de nu 83-jarige Alan Greenspan voorzitter van de Federal Reserve. Officieel is hij met pensioen, maar hij laat nog altijd van zich horen. Hij ventileert in verschillende kringen en bij verschillende gelegenheden zijn mening over de economie en de financiën, en dit op internationaal maar vooral op VS-niveau. De aanvragen om ergens te gaan spreken blijven toestromen, hoewel een sessie Greenspan niet wat je kunt noemen goedkoop is: 100.000 dollar (sommigen maken gewag van 150.000 dollar) voor een speech is geen echt democratische gage. Hij verdient nu stukken meer dan toen hij de baas van de Fed was. Kwestie van een spaarpotje bijeen te harken voor zijn oude dag?
Wat opvolger Ben Bernanke (in december 2009 53 jaar) denkt van de optredens van zijn illustere voorganger, daar hebben we het raden naar. Wel kunnen we ons voorstellen, dat hij soms geïrriteerd moet zijn als er meningen worden geuit die niet stroken met de zijne, maar die wel betrekking hebben op zijn actieterrein.
We vroegen ons af, over welke punten Greenspan en Bernanke hetzelfde denken en over welke niet. Hierbij dachten aan de grote thema’s die vandaag niet uit het nieuws weg te branden zijn: crisis, werkloosheid, banksector, economie, woningsector en de inflatie.
Crisis.
Hoewel uit verschillende hoeken berichten komen van licht aan het einde van de tunnel, stellen we vast de economische crisis grimmiger allures aanneemt. Beduidend en beangstigend in dit verband is de forse toename van het aantal daklozen van ca 1,4 miljoen in december 2007 naar 2,5 à 3 miljoen begin oktober 2009. Net zoals in de beruchte 1930’er jaren zijn vele mensen gedwongen te leven in geïmproviseerde woningen, een soort tenten opgebouwd uit rommel.
Om de crisis te helpen bedwingen, heeft de administratie-Obama voor bijna 800 miljard dollar (ca 540 miljard euro) kredieten vrijgemaakt. Ongeveer 320 miljard dollar (40% ) van dit geld is daadwerkelijk gebruikt op dit ogenblik. De verhoopte afname van de werkloosheid (zie verder) als gevolg van deze ondersteuning is er nog niet.
De overheid in de VS, president Obama op kop, stelt verdere stimuleringsmaatregelen voor, zoals het creëren van meer werkgelegenheid door nieuwe infrastructuurprojecten, meer financiële steun aan de werklozen en aantrekkelijke belastingspolitiek voor ondernemingen die werknemers aanwerven.
Hiermee is Greenspan het niet eens. Hij wil wachten tot de oorspronkelijke 800 miljard dollar volledig zijn gespendeerd. Bernanke, die herhaaldelijk zijn apolitiek zijn onderlijnt, steunt de administratie-Obama op het vlak van extra maatregelen. Hiermee blijft hij in lijn met zijn verklaring ongeveer een jaar geleden als voorstander van stimuleringskredieten van de overheid.
Werkloosheid
Begin oktober 2009 berichtten de media, dat de werkloosheid in de VS 15,1 miljoen eenheden bedroeg ofwel 9,8% van de actieve bevolking. In december 2007, toen een nakende crisis zich aankondigde, was het werkloosheidscijfer iets meer dan de helft (7,6 miljoen eenheden).
Greenspan is van mening, dat de werkloosheid in de VS zich ‘een tijdje’ (hier hebben we weer de typische greenspaniaanse vaagheid) zal handhaven rond 10%. Hij stelt zijn hoop op de zich herstellende groei van de VS-economie, die volgens hem minstens 3% is in het derde kwartaal 2009.
Bernanke ziet het niet zo simpel. Ten eerste stelt hij, dat de prille herneming van de economie op korte termijn niet zal verhelpen aan de werkloosheid. Daarin geeft zijn entourage hem gelijk: voor de lopende maand oktober 2009 verwacht men een stijging tot 9,9% en tegen half 2010 een piek bij ca 10,5%. Daarna zou het moeten verbeteren.
Ten tweede linkt Bernanke de oplossing van het werkloosheidsprobleem aan rentemaatregelen. Er moet een renteverhoging komen, maar hij weet dat de timing van cruciaal belang is. Verhoogt hij de basisrente (op dit ogenblik 0,5%) te vroeg, dan kan het prille economische herstel gefnuikt worden en schiet de werkloosheid door tot een eind boven 10%. Wacht hij te lang met een renteverhoging, dan kan de inflatie de pan uit rijzen.
Hier is Greenspan blijkbaar militant van laisser faire laisser aller, een mooie manier om te zeggen ‘t zal wel koelen zonder blazen. Bernanke daarentegen wil een snelle aanpak maar worstelt nog met de timing.
Banksector
Enkele weken geleden meldde The New York Times dat Greenspan een voorstel had om te verhinderen dat de banksector in de toekomst nog de oorzaak kan zijn van catastrofes zoals we hebben meegemaakt. ‘Het probleem tot op vandaag zijn’ , zei Greenspan, ‘de banken die “too big to fail” zijn. De garantie die grootbanken hebben dat de overheid hen altijd zal steunen, stelt hen in staat te goedkoop te lenen. Dat creëert oneerlijke concurrentie. Bovendien werkt die overheidsgarantie onverantwoord beleid in de hand.’ Daarom is Greenspan voorstander van kleinere banken zonder extra voordelen.
Natuurlijk houdt Bernanke zich ook bezig met de banksector. Zijn oplossing is o.i. pragmatischer dan deze van Greenspan. Hij wil de hele structuur niet overhoop gooien, maar wel de grootbanken extra belasten. Bovendien wil hij de grote banken een reeks maatregelen opleggen om ontsporingen zoals degene die (hopelijk) achter ons ligt te vermijden. Hij denkt o.m. aan ‘billijke’ salarissen, waarmee hij zeker doelt op de exorbitante bonussen die nog altijd worden toegekend. Verder wil hij een transparant beheer van de activa, waarin begrepen is het verplichte aanleggen van een ruime reserve.
Op bankbeleid heeft het tweetal duidelijk een grondig verschil van visie.
Economie
Zoals we al aanhaalden, verwachtte Greenspan een groei van de VS-economie in het derde kwartaal 2009 van ca 3% Welnu, de officiële waarnemers geven hem gelijk: zij verwachten +3,3% . Als dat zou kloppen, dan komt er en einde aan 4 achtereenvolgende kwartalen van negatieve groei.
Net zoals hij denkt dat het oplossen van het probleem van de werkloosheid een kwestie van tijd is, gaat Greenspan ervan uit dat de consumptie vanzelf zal gaan aantrekken. Hij meent dat de consument fundamenteel niet is veranderd door de crisis en dat het koopgedrag als van oudsher zal worden.
Bernanke heeft er niet zo’n goed oog in. Hij weet wel dat sommige maatregelen op korte termijn een schijn van verbetering inluiden, maar iets van blijvende aard is er nog niet bij. Als voorbeeld geeft hij aan het ‘Cash for Clunkers’ programma: wie zijn oude, benzine slikkende wagen omruilde voor een nieuw en zuiniger exemplaar, kreeg tot 4.550 dollar korting. Het programma kende succes, tot het zoals voorzien eindigde in augustus 2009. Vanaf dan begon de autoverkoop weer te slabakken.
Ook hier zien we twee uiteenlopende ideeën.
Woningsector
Volgens veel waarnemers ligt Greenspan aan de basis van de bubbel in de woningsector.
Even een bloemlezing van statements die hij over deze sector ten beste gaf.
In augustus 2005 zegde hij, niet ongerust te zijn over de situatie van de immobiliënmarkt in de VS en dat hij dus geen afkoelingsmaatregelen in de vorm van renteverhoging overwoog.
Het liep toch niet zo lekker als hij dacht en dat leidde een jaar en twee maanden, dat was in oktober 2006, tot zijn conclusie dat voor de Amerikaanse woningmarkt ‘het ergste voorbij’ was. Toen was hij al ex-voorzitter van de Fed. In 2007 hield hij zich wat de woningmarkt betreft iets of wat gedeisd, maar in 2008 zakte deze markt écht in elkaar. In juli 2008 beweerde hij dat de bodem allesbehalve bereikt was. Dat was een draai van 180° ten opzichte van zijn statement twee jaar eerder. Als natrap voegde hij eraan toe, dat de VS-economie zich ‘echt op de rand van een recessie’ bevond.
Wat de woningsector betreft, hebben we de indruk dat Bernanke er bij staat en er naar kijkt zonder echt veel te doen. Nochtans moeten de meest recente cijfers hem ongerust maken: in september zijn de verkoopscijfers van nieuwe woningen met 3,6% gedaald. Van herstel is er dus geen sprake op dit moment.
Wat deze sector betreft, kunnen we moeilijk vergelijkingen maken, maar Greenspan maakte geen goede beurt met zijn 180 graden richtingverandering. Bernanke waagt zich niet aan boude uitspraken en dat lijkt ons beter.
Inflatie
Als we Alan Greenspans boek ‘The Age of Turbulence’ erop naslaan, dan komt onomstootbaar naar voren, dat inflatie zijn grootste vijand was, die hij bestreed met het wapen van de basisrente (zie verder). We mogen stellen dat hij tijdens zijn carrière als Fed-voorzitter de inflatie beheerst heeft. Hoewel zijn tegenstanders het voorspelden, hebben toestanden zoals in het Duitsland van de 1920’er jaren zich niet voorgedaan in de VS van de laatste decennia.
Ben Bernanke (zie foto hierboven) heeft het anders aangepakt. Zijn uitspraak om zonodig geld bij te drukken en over de verbruikers uit te strooien heeft hem de bijnaam ‘helicopter Ben’ bezorgd. Sinds de crisis losbrak heeft hij daadwerkelijk meer dollars in circulatie gebracht, zij het niet compleet in de vorm van tastbare biljetten, maar eerder als bijkomende kredieten die de banken konden opnemen. Feit is dat sinds het uitbreken van de crisis in de loop van 2008 de zg. ‘monetary base’ met 1.100 miljard dollar (741 miljard euro, u leest het goed) is toegenomen. Dit zijn natuurlijk niet alleen tastbare greenbacks, ook kredieten die de banken ontvingen na goedkeuring van de Fed horen daarbij.
Als je nu gaat kijken naar het echte effect van de uitbreiding van de ‘monetary base’, dan stel je vast dat 1 dollar extra toegekend door de Fed resulteert in 10 dollar meer in omloop in de dagdagelijkse economie. Dat wil zeggen, dat de eerder aangehaalde 1.100 miljard dollar in de realiteit het volume geld in omloop verhogen met 11.000 miljard dollar oftewel een indrukwekkende 7.410 miljard euro. Nu moet je weten, dat de VS-economie een jaaromzet kent van ca 14.000 miljard dollar. Voeg daar 11.000 miljard extra dollars aan toe en je moet er geen tekeningetje bij maken: zo krijg je (serieuze) inflatie.
Dat weet Bernanke natuurlijk ook, anders was hij nooit in de functie geraakt die hij nu bekleedt. Maar hij heeft zo zijn plannetje.
Als zoals hij het hoopt door het extra volume (zeg maar de massa) geld het verbruikersgedrag verbetert en de economie heropleeft, dan wil hij dit extra volume breed glimlachend weer uit het systeem terugtrekken. Hoe doe je dat? Dor bepaalde activa, tot nader order eigendom van de overheid, te verkopen. In concreto gaat het over staatsobligaties en obligaties gedekt door hypothecaire leningen. De vraag is maar: zal het lukken? Met andere woorden: wie wil zulke effecten kopen van de overheid? Als deze, door Bernanke vooropgestelde, operatie mislukt, dan zal hij gedwongen zijn de basisrente verhogen om voldoende geld te recupereren. Doet hij dat, dan betekent dit een zeer pijnlijke knauw voor het nog heel prille economische herstel.
Het opvallende verschil tussen Greenspan en Bernanke op het vlak van inflatie is dat eerstgenoemde altijd consequent dit gevreesde fenomeen op afstand heeft gehouden en dat zijn opvolger met vuur speelt.
***
De verschillen tussen de aanpak van Alan Greenspan en deze van Ben Bernanke zijn hierbij voldoende aangetoond. Bernanke heeft de pech het roer te moeten overnemen op het moment dat een crisis is losgebarsten. Greenspan had de pech met zijn ambt te moeten starten enkele maanden voor de crash van 1987. Greenspan heeft zich er doorheen gewerkt en heeft meer dan 18 jaar ’s werelds belangrijkste economie geleid. Bernanke moet zich nog bewijzen. Ook dat is een niet te onderschatten verschil.
Maar heel dikwijls zal o.i. Greenspan optreden als een stoorzender ten opzichte van Bernanke en dat zou eigenlijk niet mogen gebeuren.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.