De bankencrisis in Europa komt niet zomaar uit de lucht vallen, die is vanaf de 80er jaren geschapen. Hoe zit dat eigenlijk in elkaar?
Na het gebruik van zilverlingen en gouden munten waarbij de waarde duidelijk in de munt zelf zit opgesloten werd de economie ingewikkelder en werden de waardevolle onderpanden ergens opgeborgen (Fort Knox ) met als tegenwaarde een “waardepapier” dat in omloop werd gebracht. Dit in het vertrouwen dat die waarde er ook echt was (voorbeeld: de gouden standaard).
geldschepping
Nu hadden de overheden ontdekt dat het helemaal geen kwaad kon om wat meer geld in omloop te brengen dan dat ze aan goud in bezit hadden. Geld smeert de economie en als het allemaal niet te gek werd (als er zoveel geld is dat het opvalt stijgen de prijzen= inflatie) dan was dat gunstig voor de economie. Bovendien is de overheid ook nog een soort struikrover: bij iedere transactie in de economie wordt weer een deel van dat geld teruggepakt (BTW, belastingen ). In een “moderne” economie is na een jaar al 50% van het extra geld terug bij de overheid, van de andere helft na een jaar weer de helft enz zodat je kunt stellen dat na een jaar of vier het extra geld weer terug is bij de overheid. Aldus, door geld in de economie te pompen stegen de inkomsten van de overheid in de jaren daarna met hetzelfde bedrag. Niets aan de hand, iedereen blij.
Tot 1980 deed de overheid dat voornamelijk zelf. Populair gezegd gaat dat zo: Johan Enschedé en Zonen drukt een stapel geld (geldschepping heet dat), de overheid maakt daar goede sier mee en geeft dat uit. Vervolgens sturen ze de belastingambtenaren op pad die iedere keer dat de biljetten van hand tot hand gaan een biljetje terugpakken en in vier jaar tijd zijn alle nieuwe biljetten weer van de burgers afgepakt en dan kunnen ze in de versnipperaar. In de praktijk werd dat geld natuurlijk niet gedrukt, dat wordt geregeld bij de Centrale Bank
Boekhoudkundig gaat dat zo: in de boeken van de deftige staatsbank wordt geboekt dat ze van het ene moment op het andere 100 miljoen extra op hun bankrekening hebben staan met als schuldeiser een imaginair figuur: noem hem voor het gemak maar God want wie komt er zomaar 100 miljoen brengen. Vervolgens wordt het geld overgeboekt voor subsidies, ambtenarensalarissen en overige sociale uitkeringen en daarna wordt de schuld aan God weer doorgestreept want die komt het geld toch nooit opeisen. En dat laatste klopt. Bovendien stegen door dat extra geld in de economie in de jaren erna ook nog eens de inkomsten van de overheid.
Strijd om de geldschepping
Nu was het één partij een doorn in het oog dat de overheid dit zo deed: de banken. Banken kunnen ook geld scheppen, met één verschil namelijk dat alle bedragen in de boeken blijven staan en niks weggestreept kan worden. Eenmaal aangegane transacties blijven in de boeken staan. De overheid leende al regelmatig geld bij de banken en dat beviel de banken goed. Op in hun ogen risicoloze wijze konden ze geld scheppen, dat uitlenen aan de staat en de rente vangen. Dat er niets afgelost werd was juist leuk want dat maakte de gemakkelijke rente-inkomsten alleen maar meer. Rond 1980 kwam er in Europa namens de banken een actie op gang de staten te bewegen zelf geen geld meer te scheppen maar alles bij de banken te lenen. Op zich zou je zeggen dat de staat daar nooit in zou trappen maar de actie was goed voorbereid. Sterk argument was dat de staat onverantwoordelijk zou kunnen worden met de vinger aan de drukpers (dat was in het verleden natuurlijk al vaker gebeurd) , terwijl de banken die verantwoordelijkheid juist wel zouden hebben.
Overwinning voor de banken
De actie van de banken slaagde wonderwel. In Nederland was het de toenmalige minister van financiën Onno Ruding die het beleid zodanig wist te wijzigen dat het meeste geld voortaan van de banken geleend werd. Het wekt geen verbazing dat hij meteen na zijn ministerschap gelouterd werd met een onduidelijke topfunctie bij de AMRO bank. Ook toen was al bekend dat de staat als rupsje- nooit-genoeg geen enkele ambitie had om zijn schuldenlast te verminderen, laat staan af te lossen. Je kunt met rede stellen dat op dat moment de kredietcrisis geboren werd. Immers, doordat de staat zelf geen geld meer drukte (wat vervolgens in het niet verdween), bleef de schuldenlast nu voor eeuwig in de boeken staan waardoor de schuldenlast alleen maar (enorm, met rente over rente) zou toenemen. In het buitenland speelden zich soortgelijke ontwikkelingen af.
Komst van de euro opende een “risicoloze” kapitaalmarkt
Wat ook vanzelf spreekt is dat de banken een gigantisch belang hadden bij de komst van de euro. In de zuidelijke landen was door de relatief zwakke munten de rente erg hoog. Je kon als bank je geld wel aan Italië lenen tegen 10% maar als vervolgens de lire 8% in waarde daalde had je nog maar 2%, afgezien van andere risico’s. Daar kwam nog bij dat de banken het voor elkaar kregen dat duidelijk afgesproken werd dat de nieuwe Europese Centrale Bank in principe geen geld mocht scheppen. Alles moest dus geleend worden, wat wilden ze nog meer. En ze stonden klaar om te lenen aan welke politicus dan ook want Europa stond garant, wat kon je nog gebeuren? Zelfs de rente hoefde niet betaald te worden want die werd er ieder jaar gewoon bijgeleend. Hoe groter de risicoloze staatsschulden, hoe hoger de rente-inkomsten en de bonussen.
Zodra de munten dus aan elkaar gekoppeld werden en de sterke landen min of meer garant kwamen te staan voor de waardevastheid van de valuta was luilekkerland geopend en kwam een gigantische kapitaalexport op gang van noord naar zuid. In no time zakte de rente in de Zuidelijke landen naar het niveau van Noord-Europa en toen was de beer pas goed los. Megalomane kwaliteitsbestuurders zoals in Andalusië en Valencia die altijd geld moesten lenen tegen 10% konden nu ineens lenen tegen bijna niks en ook nog eens onbeperkt omdat de banken alle remmen los gegooid hadden en dat was goed te merken. Vliegvelden werden aangelegd die nooit gebruikt werden, miljarden verslindende cultuurtempels gebouwd en er was in Europa geld genoeg om massa’s cultuurverrijkers met eeuwige uitkeringen naar dit paradijs te lokken. Zo werd door de onverantwoordelijke hebzucht van bankiers en de domme grootheidswaanzin van politici een enorme ballon opgeblazen. Aan alle sprookjes komt een eind. De ballon is nu aan het leeglopen en de crisis is geboren. Is er nog een weg uit zult u vragen?
Wordt vervolgd .…
Drs Paul Nagels (1951) is monetair econoom en ondernemer. Hij was jarenlang politiek actief en werkzaam in scholing en educatie. Ingewikkelde problemen kunnen volgens hem vaak op een duidelijke en heldere wijze uiteengezet worden.