...

Genie negeerde CRASH 1929

4 juli 2007, 13:39 | US Markets Redactie | leestijd: 8 minuten | moeilijkheid: 9 / 12 | (0)

De man die de basis legde van de mod­erne economie stond op het top­punt van zijn car­rière op het moment dat Wall Street kre­unde onder de beurscat­a­strofe van okto­ber 1929. Deze man heette Irv­ing Fish­er en hij heeft alti­jd bli­jven bew­eren dat het geen crash was, maar enkel een gezonde cor­rec­tie’. Nochtans kan noch de beur­swereld, noch de economie voor­bi­j­gaan aan dit genie.

Genie negeerde crash 1929


Het lijkt een doo­d­doen­er, maar eens te meer blijkt, dat de werke­lijkheid de fic­tie overtre­ft. Of wie zou het in zijn of haar hoofd halen een roman of film­sce­nario te bedenken over een finan­cieel genie dat de crash van 1929 volkomen negeerde en de maan­den nadi­en het rustig bleef hebben over een dip­je dat gevol­gd zou wor­den door verdere groei?

Nochtans is het dit wat Irv­ing Fish­er, finan­cieel expert en pro­fes­sor in de economie zegde en bleef zeggen toen die infame 24ste okto­ber 1929 Wall Street crashte en in de VS en ook erbuiten een peri­ode van jaren­lange recessie startte.

Wie was die Irv­ing Fish­er, die in de zwarte okto­ber­maand van 1929 als een predik­er in de woesti­jn zijn geloof in een nim­mer afla­tende groei van de aan­de­len­markt bleef uitschree­uwen? Een bewi­js van zijn mon­u­men­tale rep­u­tatie in die tijd was, dat de dagen na de crash de New York Times bleef blok­let­teren dat vol­gens pro­fes­sor Irv­ing dat de beurs nog steeds goed­koop was en dat niets een verdere sti­jging van de koersen in de weg stond. 
Wat Irv­ing deed, leek op iemand die op het dek van de zink­ende Titan­ic staande zou bli­jven zeggen niks aan de hand, dit schip is toch onzinkbaar’.


Fish­er zag niet alleen zijn per­soon­lijk for­tu­in, 130 tot 150 miljoen dol­lar, ver­damp­en maar ver­speelde die dagen ook zijn geloofwaardigheid. Wan­neer iemand zulke flater zou begaan, is te verwacht­en dat de per­soon in kwest­ie zon­der meer zou zijn verd­we­nen in de stof­fige coulis­sen van de geschiede­nis. In het geval van Fish­er is het zo, dat we niet aan hem voor­bij kun­nen en dat lat­ere gen­er­aties econ­o­mis­ten en beursspe­cial­is­ten aan hem schat­plichtig zijn, ondanks zijn blun­der wat 1929 betre­ft. Van­daar dit artikel.

Voor we wat meer uit­leg geven over zijn the­o­rieën en werk schet­sen we zijn sociale achter­grond en ontwikkeling. 


Bron: cowles​.econ​.yale​.edu/

Irv­ing Fish­er leefde van 1867 tot 1947 en hij was de zoon van een predikant, die aan tuber­cu­lose stierf net toen zoon Irv­ing zijn stud­ies aan­vat­te aan de Yale Uni­ver­si­ty. Dit ster­fgeval maak­te de lev­ensvoor­waar­den van het gezin Fish­er heel moelijk, maar Irv­ing hield vol en slaagde erin, zich te bek­wa­men in de wiskundi­ge economie, in die dagen een exo­tisch studieterrein.

Toen de 19de eeuw op haar einde liep, was Fish­er een suc­cesvol man met een schit­terende rep­u­tatie als hoogler­aar en een rooskleurig famil­i­aal lev­en. Een dok­ters­be­zoek naar aan­lei­d­ing van wat een banaal kwaalt­je leek, betek­ende voor Fish­er een mok­er­slag, want net als zijn vad­er des­ti­jds leed hij aan tuber­cu­lose. In die tijd betek­ende deze diag­nose eigen­lijk een doo­d­von­nis, maar Fish­er begon een hard­nekkig gevecht tegen de ziek­te. Hij werd veg­e­tar­iër, niet-drinker en niet-roker en bracht zoveel mogelijk tijd door met sport in de open lucht. 

Tot de ver­baz­ing van zijn omgev­ing, dok­ter incluis, kon hij zijn ziek­te in bed­wang houden. Hij bleef doceren en voegde er zelfs een zake­lijk suc­ces aan toe door de com­mer­cialis­er­ing van een nieuw clas­si­fi­catiesys­teem. Hier­door werd hij sti­laan een ver­mo­gend man en hij dik­te zijn kap­i­taal aan door aan­de­len­han­del. Deze han­del was zeer lucratief, vooral in de 1920’er jaren toen er geen einde leek te kun­nen komen aan de immer sti­j­gende koersen. 

Toch waren er in die dagen waarschuwende stem­men in de trant van what goes up, must come down’, maar daar had Fish­er (en hij niet alleen) geen oor voor. Tot op de dag van van­daag begri­jpt nie­mand wat hem bezielde om niet te zien wat iedereen (te laat, dat wel) zag. 

Nochtans was Fish­er iemand met een geni­aal inzicht van de economie en vooral van de wiskundi­ge achter­gron­den ervan. Zo ontwikkelde hij een for­mule waaruit het begrip inflatie wordt afgeleid:

MVPT

Hierin is M = geld­voor­raad, V = cir­cu­laties­nel­heid van het geld, P = pri­jzen­peil en T = aan­tal transacties

Kijk op welke heldere manier de for­mule van Fish­er het begrip inflatie illus­treert: in een relatief korte tijdspanne veran­deren V en T weinig, m.a.w. het aan­tal klanten en hun aankopen is redelijk gelijk op enkele dagen of weken tijd. Als je nu de geld­voor­raad M bru­usk doet sti­j­gen, dan heeft dat onmid­del­lijk een sti­jging van de pri­jzen P tot gevolg, m.a.w. er is inflatie. Wij gaan niet meer steil achterover hier­van, maar in Fish­ers dagen was dit rev­o­lu­tion­air en hebben gen­er­aties economis­che en mon­e­taire experts voort­ge­bouwd op boven­staande for­mule om hun te komen tot eigen inzichten.

Verder stoei­de Fish­er met de relatie tussen rente en inflatie, die hij samen­vat­te als volgt:

r = (1 + i) / (1 + inflatie) ‑1

waarin r en i zijn resp. werke­lijke en nom­i­nale intrestvoeten. De invloed van het pri­jzen­peil (inflatie) op de rente kan wor­den uit­gerek­end. Lat­ere inflatie- en rente­f­reaks à la Alan Greenspan zijn allen vertrokken bij boven­staand snoep­je voor algebraliefhebbers.

Ook was Fish­er de eerste om macro-economis­che gegevens zoals geld­voor­raad, rentevoeten en pri­js­niveaus te gebruiken in sta­tis­tis­che analyse van de economie. Hij bouwde een ideaal economisch mod­el op en bewees, dat elke afwijk­ing ervan moet lei­den tot de ondergang.

Hij was ook de eerste om in te zien, dat het tijd­stip waarop een trans­ac­tie gebeurt de sub­jec­tieve waarde ervan bepaalt. Een voor­beeld: als je het gevoel kri­jgt, dat vele anderen samen met jou inter­esse hebben voor het aankopen van iets, dan zal je bereid zijn er een hogere pri­js voor te betal­en dan wan­neer er nie­mand anders is die in con­cur­ren­tie’ is met jou. 

Een andere vast­stelling van Fish­er: er is een span­ning tussen enerz­i­jds de neig­ing om beschik­baar geld onver­wi­jld te spenderen en anderz­i­jds het besef dat het geld zal aan­groeien door het op de ene of andere manier te beleggen. Deze span­ning beïn­vloedt in sterke mate de hoogte van de rentevoet. 

Zoals we hoger al aan­haalden, was Fish­er een ver­woede beleg­ger, althans tot 24 okto­ber 1929. Hier­na had hij niets meer te beleggen en was hij maar al te blij met zijn salaris als prof en de inkom­sten van zijn boeken en artikels. Maar voor Zwarte Okto­ber hamerde hij op het belang van beursindices, die mee onder zijn impuls zijn deel gaan uit­mak­en van het dagelijks lev­en in Wall Street. 

Irv­ing Fish­er liet ons een reeks werken na, zoals:

- The Pur­chas­ing Pow­er of Mon­ey (1911)
 — The The­o­ry of Inter­est (1930)
 — The Stock Mar­ket Crash and after (1930)

In 1947, hij was toen 80 jaar, werd hij geveld door kanker. Dat hij na de diag­nose van tuber­cu­lose nog ca 50 jaar relatief gezond heeft geleefd schreef hij toe aan een sober lev­en gekop­peld aan max­i­male lichaams­be­weg­ing in de open lucht. Met zijn zel­fontwikkelde meth­ode om gezond te bli­jven heeft hij school gemaakt op het gebied van wat lat­er fit­ness, aer­o­bic en joggen is gaan heten.

Finan­cieel heeft de crash van 1929 hem tot het einde achter­vol­gd. Kort voor zijn dood moest zijn won­ing ged­won­gen verkocht wor­den en toen hij stierf liet hij zijn fam­i­lie een schuld van 750.000 dol­lar (in 1947!) na. 

Nooit heeft hij willen toegeven dat Wall Street slechts heel langza­am zou her­stellen van de crash. Het heeft nochtans tot 1954, zeven jaar na zijn dood, moeten duren voor­dat de Dow Jones terug op het peil van 1929 zou staan. 

Deze kap­i­tale inschat­tings­fout staat diame­traal tegen­over Fish­ers geniale math­e­ma­tis­che en economis­che inzicht­en, die van hem met recht en reden de meest invloedrijke econoom van de 20ste eeuw hebben gemaakt. 

Jan Van Besauw 
Pub­li­cist voor US Markets
4 juli 2007.
Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artikels over uiteen­lopende onderwerpen.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.