![](/images/legacy-images/images/070525-jvb-+-molecule.gif)
Geld maakt geld, een natuurwet
In 1869, nog in de volle tsaristische tijd, kwam de Russische scheikundige Wladimir Wassiljewitsch Markownikow (1838−1904) tot een merkwaardige vaststelling. Al maanden was hij bezig met het bestuderen van de reacties tussen zuren en een bepaald type van koolstof-waterstof verbindingen. Hierbij stelde hij vast, dat het koolstofatoom © dat vóór de reactie verbonden was met de meeste waterstof (H) altijd op de eerste rij stond om meer waterstof bij te krijgen.
Hierboven ziet u schematisch wat Markownikow bijna van zijn (waarschijnlijk rustieke) stoel deed vallen. Van een zuur (H‑X) hecht de waterstof (H) zich aan het koolstofatoom dat 2 waterstofatomen rijk is:
Het andere koolstofatoom dat slechts 1 waterstofatoom bezit
krijgt slechts het overschot (X). Die wetmatigheid heet ‘de regel van Markownikow’.
De heer Markownikow (1838 — 1904, zie foto) doopte zijn pen in de inkt en zette zich aan het schrijven. In het Russisch, vanzelfsprekend. Zijn eindconclusie kwam op het volgende neer: ‘wie het rijkste is, krijgt nog meer en wie het minste bezit, krijgt niets’. Dit sloeg in als een bom, al was er in die dagen nog geen sprake van revolutie, want Lenin (1870−1924) moest nog geboren worden. Zijn collega’s spoorden hem aan, zijn artikels te laten vertalen, maar daar wilde Markownikow niet van weten. ‘Ze moeten maar Russisch leren’, was zijn standpunt. Nu is Russisch niet de eenvoudigste taal die er is (al is Nederlands ook niet van de poes, maar dit terzijde) en niet zo populair buiten de landsgrenzen. Daardoor duurde het tot 1899, dat is nog 30 jaar, vooraleer zijn vaststelling bekend was buiten Rusland.
Je moet echt niet ver zoeken, om de parallel te zien tussen deze chemische wetmatigheid en het dagelijkse leven. Rijken worden – gemakkelijk – rijker, het lijkt of geld geld aantrekt. Tot op zekere hoogte is dat ook zo. Als je kapitaal hebt, dan kan de interest op een spaarboekje al volstaan om leuk te leven. En als je kunt leven van de interest van je interest, nou dan zit je op financiële rozen. Als je als topmanager een zekere bekendheid geniet, dan word je langs alle kanten gevraagd te zetelen in raden van bestuur en dergelijke. En dan hoeft je zitje in die raad zelfs niet permanent bezoldigd te zijn. Want om bij zulke raad slechts aanwezig te zijn, kan je 1.000 euro of meer krijgen, als ‘zitpenning’. Geld maakt geld. Als je rijke ouders hebt, kunnen deze je renteloze lening in de handen stoppen als je een woning of wat dan ook aanschaft. Het geld dat je uitspaart, kan je investeren in een belegging op advies van een financiële expert, die deel uitmaakt van de kennissenkring. Geld maakt geld. Als je gefortuneerd bent, kan je bij voorbeeld vastgoed kopen, het late opknappen en met winst verkopen. Of je koopt bedrijven die het moeilijk hebben, stimuleert daar wat hervormingen en verkoopt je aandelen als het weer voor de wind gaat. Kijk maar naar de manier waarop miljardairs miljardairs zijn geworden. Geld trekt als een magneet nieuw geld aan.
We keren even terug naar onze vriend Markownikow en zijn beroemde regel. Is er dan geen ontkomen aan, vraag je je af? Zal ieder koolstofatoom dat weelderiger voorzien is van waterstof dan zijn buur altijd het best bedeelde zijn als het erop aankomt nog meer waterstof te verwerven? Wel, er is een achterpoortje. Het waterstofarme koolstofatoom kan worden ‘gecamoufleerd’. Dat gebeurt door er bepaalde atomen of groepen van atomen aan te bevestigen.
Hierboven ziet u nog eens de toepassing van de regel van Markownikow. Je hoeft je niets aan te trekken van die chemische poespas, zie enkel hoe het C‑atoom dat 2 H‑atomen rijk is:
na de reactie er nog 1 heeft bijgekregen:
Hierboven zie je wat er gebeurt, als je aan het waterstofloze C‑atoom 2 bijzondere atoomgroepen ( — COOH) hangt, waardoor je de configuratie
bekomt. Na de reactie is het net dát atoom, dat de waterstof ontvangen heeft! Het reagens (HCl) is verschalkt, de ‘arme’ C, die geen H bezat, heeft zich verrijkt met H tot
en het voor de reactie ‘H‑rijke’ C moet het acheraf stellen met het overschot (Cl). Dat is het anti-Markownikow principe.
Zou zoiets bestaan in het dagelijkse leven? Zijn er methodes om zich voor te doen alsof men behoort tot de rijke kaste om er zo toegang tot te krijgen? Kan zoiets op een volkomen eerlijke manier? Dat zijn vragen om eens diep over na te denken.
Wij zijn in alle geval al aan het piekeren. Als je een idee hebt, laat het ons weten. In de scheikunde kan het en scheikunde is een drijvende kracht in de natuur. En zijn wij geen stuk van de natuur?
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
26 mei 2007.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.