Na de stress test diende het vertrouwen in de financiële markt verder te worden gestut met nieuwe afspraken gefocust op een minimum kapitaalratio waaraan de banken zich in de toekomst zouden dienen te houden.
Op het eerste gezicht zou je met de daarin opgenomen minimum ratio van 4,5% plus een buffer van 2,5% resulterend in 7% (hieruit mag bijvoorbeeld geen dividend of bonus worden uitgekeerd) misschien kunnen leven, ware het niet dat:
• de tijd van implementatie van een en ander is uitgesmeerd over een periode van acht jaar zodat de risico’s nog geruime tijd hoog blijven
• onduidelijk blijft hoe de banken met hun slechte leningen (derivaten) omgaan
• de banken nog steeds op zoek zijn naar hoog rentende euroleningen nu de PIIGS kunnen rekenen op het Europese noodfonds, hetgeen niettemin risico’s inhoudt
• de lange “opschonings”termijn de kredietfunctie op een laag pitje houdt.
Kortom, hoewel het de bedoeling was om de risico’s in te dammen, kun je hiervan dus nog nauwelijks spreken. Uit veiligheid blijven banken in staatsobligaties beleggen, terwijl de staatsschulden toenemen met de kans op steeds meer “kwantitatieve verruiming” met het risico van een souvereign debt default (een staat die niet langer in staat wordt geacht op fiduciaire wijze aan haar verplichtingen te kunnen voldoen). Tegelijkertijd wordt er nu in Europa bezuinigd als gevolg waarvan de belastinginkomsten zullen teruglopen en de vraag naar (her)financieringskapitaal bijgevolg niet afneemt.
Banken blijven zwakke schakel
Het onafhankelijke onderzoeksbureau TIS (The Institutional Strategist) heeft een schatting afgegeven, waarbij Europese banken ten minste nog €140 miljard nodig zullen hebben om in de buurt van de minimum kapitaalratio van 7% te komen. De zwakke broeders komen vanzelf boven drijven zodra ze met nieuwe aandelenemissies “de boer op moeten”. Onder de huidige omstandigheden staan (nieuwe) aandeelhouders niet te dringen om dergelijke stukken op te nemen. Om die reden zou de emissiekoers wel eens flink lager kunnen uitvallen met als gevolg dat er minder wordt opgehaald.
Aan de andere zijde van “de plas” heeft Weiss Research al jaren geleden een eigen (onafhankelijk) bank rating service opgezet. Volgens de laatst bekend gemaakte gegevens staan er in dit systeem 2.331 (spaar)banken als “zwak” genoteerd die met een “D” worden aangeduid. Het zal niet verrassen dat ook banken als Bank of America, Citigroup, Wells Fargo, US Bank Corp., de Amerikaanse tak van het Britse HSBC, Capital One, Sun Trust met 15 andere grote banken de “D” rating uitgedeeld hebben gekregen. Deze banken vertegenwoordigen een circuit van 52,9% binnen het gehele Amerikaanse bankensegment. De sterkste banken blijven gezamenlijk steken op een percentage van nog geen 4%. Weiss verwacht major failures in het komende jaar en vreest bovendien voor een verdere afzwakking van de dollar. Met de aantekening dat de euro er weinig florissanter voor staat.
Ongebreidelde kredietgroei voorbij
Een en ander is het resultaat van een periode van ongebreidelde kredietgroei sinds 1983 die gemeten in het aantal uitstaande leningen groeide van $1 biljoen naar $7,5 biljoen (12 nullen) in 2008, waarvan bijna de helft sinds 2003 tot stand kwam. Hoe meer krediet er ter beschikking kwam, hoe meer er werd gekocht. De lage hypotheekrente en de goedkope producten uit China vormden daarbij het “ontstekingsmechanisme”. Sinds 2008 is de kredietgroei ten einde, inzichtelijk gemaakt op onderstaande chart van Statsweeper.com, een geautomatiseerd data compilatiesysteem. Opmerkelijk is de verhoging in april j.l. als gevolg van nieuwe accounting regels die de buiten de boeken gehouden schulden weer op de balans hebben gezet.
In hoeverre banken hieraan nauwgezet gevolg hebben gegeven, is nog onduidelijk. Gezien de “zeer geslaagde” stress testen in Europa kunnen hierachter nog de nodige vraagtekens worden geplaatst.
Geen groei zonder kredietgroei
Zolang de kredietgroei stil staat c.q. terugloopt, kan er van een autonome economische groei geen sprake zijn anders dan middels staatsstimulansen opgewekte groei. Sinds 2008 is er in de V.S. reeds voor $3,7 biljoen aan stimulansen en bailouts uitgegeven. Nieuwe stimulansen zullen gezien de effecten tot dus ver niet al te grote verwachtingen wekken.
Gebroken financieel systeem
Tijdens een niet voorbereide toespraak op een meeting van de Federal Reserve in Chicago op 23 september j.l. liet Paul Volcker, voormalig Fed president, en huidig president van de president’s Economic Recovery Advisory Board zich in ongemeen scherpe bewoordingen uit. Hij sprak openlijk van een ‘broken financial system’ alsmede van ‘corruption in banking and Wall Street’. Voorts kreeg elke tak in de financiële sector uit de zak w.o. de Fed, de investment banks (have become trading machines), money-market funds, de derivatenmarkt, de business schools als ook het niet aflatende gelobby bij de centrale bank en politici (lack of perceived authority) om de regels maar zo veel mogelijk te verzachten. De “uitsmijter” was: ‘the financial system is still at risk’. In dat kader pleitte hij nadrukkelijk voor ‘structural changes in markets and market regulation’.
Daarbij dient de vraag centraal te staan of bij de Fed de prijsstabiliteit voorop staat dan wel om de dollar verder te laten depreciëren met inflatie tot gevolg (grondstoffen!). Bernanke hult zich uiteraard in stilzwijgen, zoals hij ook niets moet hebben van een gold audit (het openbaar maken van de (nog?) opgeslagen goudvoorraad).
Volcker’s opmerkingen waren bedoeld als waarschuwing tegen het vastgelopen raderwerk, het vooruitschuiven van de problemen en blijven doen alsof het business as usual is. Hij weet als geen ander dat het nog nooit één natie is gelukt zich uit de schuld te hebben gedrukt (money printing)! Vergelijkingen met de ondergang van de Titanic (zo lang de muziek blijft spelen) doemen steeds vaker op.
Robert Broncel
US Markets