De grootste belemmering die we kennen om de wereld van het geld goed te begrijpen is dat we te netjes zijn opgevoed. Als je een schuld maakt moet die ook terugbetaald worden. Geld dat je uitgeeft moet je ook verdiend hebben. Dat is er ingestampt bij je opvoeding. Zo niet dan volgen allerlei problemen. Men kan zich al helemaal niet voorstellen dat men thuis een printer heeft staan die iedere dag een paar briefjes van honderd euro drukt die dan gewoon in de winkel uitgegeven kunnen worden. Hoe harder men voor zijn geld moet werken hoe groter de moraal. Men zit dan in de wereld van het moeilijke geld.
Met minder last van je geweten kun je meedraaien in de wereld van het makkelijke geld, zoals bij de overheid en pensioenfondsen. Je hebt dan weliswaar geen drukpers staan maar wel een zak met brave burgers waar je maar tegenaan hoeft te schoppen en er komt bijna onbeperkt geld uit. Dan heb je ook nog de banken en de overheid die uit het niets geld kunnen scheppen en dat uit kunnen geven zoveel als ze willen. Als dat laatste fout loopt (inflatie=geldontwaarding) komt de rekening toch bij de burger terecht.
Zwart-wit denken
Het is een grote verantwoordelijkheid om een economie van precies genoeg geld te voorzien, niet te veel, niet te weinig. Wanneer er géén soepel systeem van kredietverlening zou bestaan beperkt dat de groei- en ontwikkelingskansen van de economie enorm. Ook bij verantwoorde hoeveelheden is geld in omloop brengen al een lucratieve zaak en het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen met zoveel gratis geld om te gaan. Zo zien we dat de Europese Centrale Bank een nieuw hoofdkantoor bouwt dat één miljard euro gaat kosten. Maar let in iedere stad maar op de protserige nieuwbouw van bankkantoren en gemeentehuizen. Allemaal producten uit de wereld van het gemakkelijke geld. Eén van de grootste vraagstukken in de toekomstige economie zal zijn hoe je de graaiers aan banden kunt leggen. Toch is het vooral een moreel probleem: een euro kan helemaal niet zelf denken en doet gewoon braaf zijn plicht: als hij uitgegeven wordt zorgt hij voor inkomen bij de ontvanger. De euro vraagt zich niet af of hij door lenen, uitbuiting, afpersing, geldschepping of door hard werken in handen van de betaler is gekomen. Er is hier maar één conclusie mogelijk: de staat van de economie is afhankelijk van de hoeveelheid euro’s die van hand tot hand gaan en daardoor inkomen veroorzaakt bij de ontvangers. Verder niets. Al het overige wordt er door mensen bijbedacht. Dat betekent dus: hoe meer hoe beter, vooral als de prijzen dan ook nog eens constant blijven. Want als de vraag toeneemt doordat er ineens een heleboel euro’s bijkomen verhoogt de verkoper zijn prijs en ontstaat inflatie. Zou er te weinig vraag zijn dan moet hij zijn prijzen verlagen en ontstaat deflatie.
Stuwmeer met gratis geld
Beschouw het monetaire systeem maar als een stuwmeer helemaal vol met geld. Het is altijd helemaal gevuld want het is toch gratis. De stuw wordt bediend door de overheid en de banken. De stuw moet zover openstaan dat er een vriendelijk kabbelende rivier met liquiditeiten ontstaat waardoor de vruchtbare grond langs de rivier rijke oogst voortbrengt. Staat de stuw te ver open dan ontstaan overstromingen, rottende oogsten en allerlei onheil. Staat de stuw dicht dan verdroogt de boel. Nu zit er eigenlijk de verkeerde stuwwachter want zowel de banken als de overheid willen die stuw zo ver mogelijk opendraaien omdat het zulk lekker makkelijk geld is. De mensen langs de rivier zijn op zo’n moment natuurlijk de klos. Het stuwmeer ligt bij Frankfurt en de rivier stroomt prachtig door Europa en komt dan uit in de Middellandse Zee. Wat is er de afgelopen jaren gebeurd? De banken hebben de stuw samen met de overheid een stuk verder opengedraaid. Bij de stuw zaten ze samen te tellen hoeveel geld ze doorlieten want de afspraak was dat de overheid voortaan ieder jaar een bepaald percentage van het doorgelaten geld aan de banken zou betalen. Daar hadden ze de belastingbetalers voor. Die euro’s die naar beneden stroomden waren er niet zoveel dat er rottende oogsten en overstromingen ontstonden. Integendeel, het zorgde hier en daar voor flink extra inkomsten bij gelijkblijvende prijzen. Dat had nog jaren kunnen duren als de twee tellers bij de stuw geen ruzie hadden gekregen.
Ruzie bij het stuwmeer
De Overheidsteller gaf aan dat er in zijn achterban ruzie was ontstaan over het makkelijke geld dat naar beneden stroomde. In het hoge Noorden stroomde de rivier te snel voorbij en de mensen in de vruchtbare Middellandse Zeedelta hadden veel meer profijt van de rivier. Het moest ophouden en wel onmiddellijk. De ruzie liep zo hoog op dat de stuw prompt werd dichtgedraaid en de euro’s in de rivier tot stilstand kwamen. De eerste verdrogingsverschijnselen deden zich al spoedig voor in de gebieden die wat verder van de rivier aflagen. De mensen kregen geen tijd om zich in te stellen op een wat zuiniger gebruik. Maar het ergste komt nog: er ontstond een discussie over het feit dat er teveel euro’s door de rivier gestroomd waren. En de politici hebben nu een in hun ogen fantastisch idee verzonnen. Ze verschaffen iedere burger een emmertje waarmee ze euro´s uit de rivier moeten scheppen (extra belastingen) om dat vervolgens terug te doen in het stuwmeer vol met gratis geld. En waarom dan wel? Dan voelen de Overheidsteller en de Bankenteller zich minder schuldig omdat de tellijst dan minder wordt. Meer effect heeft het namelijk niet. O wacht, het heeft natuurlijk wel een immens effect want het land droogt nog meer uit. Het scheppen met dat emmertje zijn de belasting- en bezuinigingsmaatregelen die de rivier steeds brakker maken.
Fiscaal Klif
Ben Bernanke, voorzitter van de FED, verzon de term Fiscal Cliff. Hij doelt daarmee op een combinatie van belastingverhogingen en lagere overheidsuitgaven waarmee de economie op het rif zal lopen. Bernanke ziet het vooral als een onheilspellend scenario in de VS in 2013, maar in Europa is het schip al op weg naar dat rif. Aan de ene kant verhoogt de overheid in Europa zijn belastingen, waardoor de koopkracht van de bevolking sterk vermindert. Aan de andere kant worden er nog eens extra bezuinigingen doorgevoerd zodat de bestedingen uit die hoek ook nog afnemen. Dat gebeurt in zo’n razend tempo dat niemand tijd heeft zich aan te passen. Het zal desastreuze gevolgen hebben voor de totale bestedingen en dus voor de economie. In Italië is de daling van de consumentenbestedingen dit jaar het grootst sinds 1946. Het is onbegrijpelijk en bijna misdadig ten opzichte van de Europese bevolking dat dit met de huidige stand van de economische wetenschap kan plaatsvinden. Het meest wrange daaraan is dat juist de reële economie er door getroffen wordt, de economie van de hardwerkende bevolking. De parasitaire overheidssector en de mensen van het makkelijke geld hebben zich aan alle kanten ingedekt en merken er weinig van. Het EU parlement wil zijn begroting nog steeds verhogen met grote percentages omdat er bij hen niets aan de hand is. De vraag is waarom er zo’n stemming heerst van boete doen. Het antwoord is duidelijk: die stemming wordt geschapen door de politici die zelf ook de oorzaak zijn van de problemen. Zij kondigen de boetedoening af en laten de mensen vervolgens boeten. Zelf hebben ze er geen last van net zo min als dat ze hinder hebben van hun gebrekkige kennis over de gevolgen van hun handelen. Iedereen praat elkaar maar na. Ze komen nog niet op het idee hun eigen improductieve sector af te bouwen in plaats van groter te maken. Ziet nooit eens iemand van hen het licht? En kan die de anderen dan overtuigen? Tsja, dat moet je ook willen want zo’n gemakkelijk leventje……..
Drs Paul Nagels
Voor US Markets