‘De dreiging van een echt zware economische crisis komt uit China’ is de verrassende opinie van de Chinees-Amerikaanse professor in de economie Larry Lang. Wat is zijn visie en waarop steunt hij deze toch wel krasse bewering?
Ook in de wereld van de economie en het beleggen ontmoet je geregeld figuren met een opinie de regelrecht indruist tegen hetgeen gangbaar is.
In dit verband hadden we het al over de geniale dwarsligger John Keynes en Marc ‘doctor Doom’ Faber.
En nu komt Larry Lang met niet zo fraaie vooruitzichten wat de Chinese economie betreft.
Hij is geboren in 1956 in Taiwan en hij voleindigde zijn studies in de VS waar hij op 30-jarige leeftijd doctoreerde aan de universiteit van Pennsylvania. Hij is een expert in bedrijfsbeheer en financiën en hij wordt vaak geconsulteerd in verband met reorganisaties, fusies, belangrijke investeringen enzovoort.
Zo heeft hij van 1994 tot 1996 gewerkt voor Lehman Brothers en van 1998 tot 2000 voor de Wereldbank in Washington. Op dit ogenblik is hij professor Financiën aan de Chinese Universiteit van Hong Kong.
In december 2009 waarschuwde hij voor een mondiale economische crisis die zou uitbarsten ten gevolge van een Chinese kapitaalbubbel. Wat hem toen vooral ongerust maakte, was de internationale druk om de renminbi (met als munteenheid de yuan) op te waarderen.
Nu is er al langer sprake van de Chinese yuan zich los van de dollar zou maken. Maar veel is er op dat vlak niet gebeurd en daardoor kwam de verwittiging van Lang in 2009 extra hard aan. Ook wees hij erop, dat de stijging van de vastgoedprijzen niet gedreven was door een echte vraag, maar wel door ‘kapitaal dat op de vlucht is voor inflatierisico’s, wegens het verslechterende investeringklimaat en de industriële overcapaciteit’. Hij voegde eraan toe dat de overheid dringend moest ingrijpen of dat er anders ernstige consequenties zouden volgen.
De Chinese overheid heeft blijkbaar onvoldoende of niet geluisterd naar Langs woorden, want in de herfst van 2011 gaf hij een toespraak die nog altijd is blijven nazinderen.
Inderdaad, op 22 oktober 2011 stond hij voor een publiek van vooral financieel en economisch geïnteresseerden in Shenyang, een stad in het noordoosten van China. Vooraf had hij erop aangedrongen dat niets van wat hij te zeggen had publiekelijk zou bekend worden. Maar zoals het dikwijls gebeurt in zulke omstandigheden doet zich net het omgekeerde voor en stonden de media bol van wat Lang had medegedeeld.
Om te beginnen gaf hij zijn raming van de Chinese nationale schuld. Hij telde de schuld van de Chinese overheid (tussen 16.000 en 19.500 miljard yuan of 2.500 tot 3.077 miljard USD) bij deze van de Chinese overheidbedrijven (ca 16.000 miljard yuan of 2.524 USD) en kwam zo tot een getal dat hij naar boven afrondde tot 36.000 miljard yuan ofwel 5.680 miljard USD.
Om dit bedrag te kunnen plaatsen halen we er de nationale schuld van de VS bij. Wanneer we deze regels schrijven is deze opgelopen tot 15.250 miljard USD (zie hierboven) en is dus 2,7 keer groter dan deze van China.
Maar Lang relativeert het enorme bedrag van de Chinese schuld door te rekenen op ca 2.000 miljard yuan per jaar aan interesten, zodat de schuld in toom kan worden gehouden.
Zijn tweede statement was van een ander allure. Hij had kritiek op het officiële inflatiecijfer, dat voor 2012 ca 6,2% zou belopen. ‘Larie en apekool’, zegde Lang (wellicht in meer stijlvolle bewoordingen). ‘De inflatiecijfers in China zijn gemanipuleerd. In plaats van op 6,2 zal het uitkomen op 16%.’
Een verschil van een factor 2,7 is naar onze mening indrukwekkend en beangstigend tegelijkertijd.
Dan kwam zijn derde en eigenlijk ergste verwittiging. ‘De economie lijdt onder een ernstige overcapaciteit. Het privéverbruik is slechts 30% van de totale productie’. Om zijn woorden kracht bij te zetten haalde hij er de zg. Purchasing Managers Index bij, een cijfer dat aangeeft hoe gezond de industriële productie is. Deze index stond in oktober 2011 op 50.7 en had daarmee een dieptepunt bereikt. Langs conclusie is dat de Chinese economie in een recessie is beland.
Dat zijn natuurlijk harde woorden die, als ze op exacte cijfers berusten, een heel systeem van gemanipuleerde waarden blootleggen. De Chinese groeicijfers van 5 à 10% die we nu al jaren te zien krijgen zouden berusten op de gigantische investeringen van de overheid en op de mateloze overproductie van de industrie.
Als Larry Lang het bij het rechte eind heeft, ligt er een pijnlijke economische crisis op de loer. En ze zal niet komen uit Amerikaanse of Europese hoek, maar wel van het tot nog toe als eeuwig groeiland gedoodverfde China.
Jan Van Besauw
Publicist voor USMarkets.nl