...

Figuur van de maand: John Keynes

18 december 2011, 00:00 | US Markets Redactie | leestijd: 7 minuten | moeilijkheid: 9 / 12 | (0)

Brits fleg­ma, bril­jante ideeën, orig­inele stand­pun­ten ten opzichte van beleggen, invloedrijk en zo kun­nen we nog een tijd­je door­gaan als we het hebben over baron John May­nard Keynes. Hij was niet alleen een economisch genie, hij was ook actief betrokken in de kunst­wereld en koes­ter­de New­tons geschriften. Boven­di­en was hij een geniale dwarsligger


Figu­ur van de maand: John Keynes

Door te bladeren in Ency­clopae­dia Bri­tan­ni­ca stoot­ten we op de term key­ne­sian­ism’, ver­wi­jzend naar een poli­tieke stro­ming gebaseerd op de the­o­rieën van de Brit John Keynes. We wilden weten hoe deze laat­ste het zover heeft gebracht dat een isme’ naar hem is genoemd.

Hier is ons relaas over lev­en en werk van John May­nard Keynes (5 juni 188321 april 1946).

alt

Keynes groei­de op in een omgev­ing die de voed­ings­bo­dem zou vor­men voor zijn lat­ere economis­che car­rière en zijn inter­esse voor kun­st: zijn vad­er John Neville doceerde aan de uni­ver­siteit van Cam­bridge en zijn moed­er Flo­rence Ada Brown was een suc­cesvolle auteur en soci­aal geëngageerd. 

alt


Hij liep school in het chique Eton Col­lege, waar hij opviel als begaafde leer­ling met tal­en­ten voor o.a. wiskunde en geschiedenis. 

alt

Als 15-jarige knaap schreef hij zich aan het al even chique King’s Col­lege in Cam­bridge voor een wiskundi­ge oplei­d­ing, die hij al spoedig verv­ing door economie. Hij kreeg zijn bach­e­lordiplo­ma op 18-jarige leefti­jd en toen hij 21 was, mocht hij zich Mas­ter in Econ­o­my noemen. 

Voor zijn eerste beroep­s­ac­tiviteit stapte hij in de voet­sporen van zijn vad­er door economie te doceren te Cam­bridge. Maar hij voelde zich­ni­et thuis bij het estab­lish­ment en al spoedig belandde hij in overheidsdienst. 

alt

Zo werd hij gedurende de Eerste Werel­door­log adviseur bij de min­is­ter van Finan­ciën. Deze post hield hem ver van flui­tende kogels of ont­plof­fende granat­en, om maar te zwi­j­gen van naar hem wijzende bajonet­ten of aan­rol­lende wolken chloor­gas. Zijn tak­en had­den te mak­en met het financieren van de oor­log, het rege­len van de onder­linge schuld­verbin­tenis­sen tussen de geal­lieer­den en het ver­w­er­ven van kap­i­taal in vreemde munten. 

Nadat op 11 novem­ber 1918 om 11:00 uur de kanon­nen ein­delijk zwe­gen vond een zeven­tal maan­den lat­er in juni 1919 de nu als berucht beschouwde con­fer­en­tie van Ver­sailles plaats. Keynes was daar aan­wezig als finan­cieel regeringsad­viseur voor het VK. Hij had kri­tiek op de door de geal­lieer­den geëiste her­stel­be­talin­gen en argu­menteerde, dat deze te hoog waren en dat Duit­s­land hier­door met Europa nog­maals in con­flict zou komen. In die tijd wou nie­mand luis­teren naar die 36-jarige aca­d­e­mi­cus. Helaas heeft de geschiede­nis hem gelijk gegeven. Duit­s­land belandde in 1923 in een hyper­in­flatie (denk aan de ongelooflijke bankbil­jet­ten van mil­jar­den marken). Zoals Keynes voor­speld had, kwam van de her­stel­be­talin­gen weinig in huis en het was er hele­maal mee gedaan toen in 1933 het nazisme de macht kreeg.

Intussen was Keynes uit­ge­groeid tot een suc­cesvolle beleg­ger, die een mooi kap­i­taalt­je had verza­meld, zow­el met Amerikaanse als met Europese aan­de­len. Daar­door kwam de crash van 1929 ook voor hem kei­hard aan en het zag er even naar uit, dat hij er berooid zou afkomen. Maar hij kon zich her­pakken en schreef zelfs een boek over zijn ervarin­gen, nl. Gen­er­al The­o­ry of Employ­ment, Inter­est and Mon­ey’, dat in 1936 ver­scheen. Hierin trok hij van leer tegen de lais­sez-faire, lais­sez-aller’ poli­tiek die tot die tijd gebruike­lijk was. In zijn essay The End of Lais­sez-faire’ uit 1926 schreef Keynes ‘… mensen zijn niet in staat nuchter te denken als hun geld of hun bezit­tin­gen op het spel staan. Je kunt het gedrag van mensen niet voor­spellen, ze zullen aan­de­len kopen als de koersen hoog staan omdat ze dan gedreven wor­den door gulzigheid. Ze zullen hun geld oppot­ten als de beurzen in min­der goede doen zijn omdat dan angst hun dri­jfveer is. Daarom moeten de regerin­gen tussenkomen met fis­cale maa­trege­len om de effecten van zow­el depressies als booms te tem­peren’. Hier­mee brak Keynes met een poli­tieke en economis­che tra­di­tie die tot dusver wereld­wi­jd in zwang was en werd hij de grond­leg­ger van de heden­daagse macro-economie. Ook het con­cept van de ver­zorg­ingsstaat vin­dt zijn wor­tels in het keynesianisme. 

De Big Depres­sion werd gestopt door de zg. New Deal’ van pres­i­dent Roo­sevelt. Deze laat­ste werd met raad en daad bijges­taan door, hoe kan het anders in dit ver­haal, John May­nard Keynes. 

Ook de Tweede Werel­door­log betek­ende voor Keynes geen kanonge­bul­der of rate­lende tank­rupsen. In 1942 werd hij baron en tevens lid van het House of Lords, het Britse Hoger­huis, als lib­er­aal politi­cus. Hij bleef een rol spe­len in de financier­ing van het oor­logs­ge­beuren. Ook hierover had hij zo een eigen, tegen­draadse mening: de oor­log moet betaald wor­den door hogere belastin­gen, eerder dan door het beknot­ten van de over­hei­d­suit­gaven op andere vlakken’. Niet dat zulke state­ments op gejuich kon­den reke­nen, maar daar­van trok Keynes zich niets aan. Hij kreeg ste­un van de regering en meer nog, hij speelde een lei­dende rol in de World Bank Com­mis­sion en uit het zg. Keynes-plan ontstond het Bret­ton-Woods sys­teem van inter­na­tion­aal mon­e­tair beleid.

Over sparen en beleggen had hij zo zijn eigen­gerei­de gedacht­en. Zo vond hij dat hoe meer men het geld laat rollen, hoe beter dat is voor de economie. Het­zelfde geldt voor de investerin­gen van de bedri­jf­swereld. Ook de over­heid moet ofwel de belastin­gen ver­la­gen ofwel veel spenderen aan open­bare werken.

Vol­gens Keynes zijn beursko­ersen de speel­bal van wat hij omschri­jft als dier­lijke instincten’ van de beleg­gers’ (waar­van hij er nota bene één was, maar dit terz­i­jde). Vol­gens hem ontstaat een beursko­ers door mas­s­apsy­cholo­gie, gedreven door irrel­e­vante fac­toren. Hij schri­jft in zijn eerder geciteerde Gen­er­al The­o­ry of Employ­ment, Inter­est and Mon­ey’: paniek en ijdele hoop sijpe­len nooit weg op de beurs. Ze zijn alti­jd aan­wezig, net onder de opper­vlak­te.


alt

Ook privé was John May­nard Keynes geen meelop­er. Zijn eerste romances waren met man­nen, waar­bij de schilder Dun­can Grant, die hij in 1908 op 25-jarige leefti­jd ont­moette, zijn groot­ste liefde was. 

alt

Gedurende de oor­logs­jaren 1914 – 18 vond bij Keynes een omme­keer plaats en in 1918 werd hij ver­liefd op de Rus­sis­che bal­le­ri­na Lydia Lopoko­va, waarmee hij in 1925 huwde. 

Hij was niet alleen een geniale econoom met orig­inele ideeën en ver­gaande poli­tieke invloed. Daar­bovenop had hij veel belang­stelling voor kun­sten, vooral the­ater en verza­melde hij boeken, waaron­der een reeks man­u­scripten van Isaac Newton. 

Zijn dood wegens hart­in­farct in 1946 wordt toegeschreven aan te veel stress wegens de finan­ciële prob­le­men na WO II. Onrecht­streeks werd hij dan toch nog een oorlogsslachtoffer.

Jan Van Besauw
Pub­li­cist voor US Mar­kets

Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artikels over uiteen­lopende onder­w­er­pen


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.