Brits flegma, briljante ideeën, originele standpunten ten opzichte van beleggen, invloedrijk en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan als we het hebben over baron John Maynard Keynes. Hij was niet alleen een economisch genie, hij was ook actief betrokken in de kunstwereld en koesterde Newtons geschriften. Bovendien was hij een geniale dwarsligger.
Figuur van de maand: John Keynes
Door te bladeren in Encyclopaedia Britannica stootten we op de term ‘keynesianism’, verwijzend naar een politieke stroming gebaseerd op de theorieën van de Brit John Keynes. We wilden weten hoe deze laatste het zover heeft gebracht dat een ‘isme’ naar hem is genoemd.
Hier is ons relaas over leven en werk van John Maynard Keynes (5 juni 1883 – 21 april 1946).
Keynes groeide op in een omgeving die de voedingsbodem zou vormen voor zijn latere economische carrière en zijn interesse voor kunst: zijn vader John Neville doceerde aan de universiteit van Cambridge en zijn moeder Florence Ada Brown was een succesvolle auteur en sociaal geëngageerd.
Hij liep school in het chique Eton College, waar hij opviel als begaafde leerling met talenten voor o.a. wiskunde en geschiedenis.
Als 15-jarige knaap schreef hij zich aan het al even chique King’s College in Cambridge voor een wiskundige opleiding, die hij al spoedig verving door economie. Hij kreeg zijn bachelordiploma op 18-jarige leeftijd en toen hij 21 was, mocht hij zich Master in Economy noemen.
Voor zijn eerste beroepsactiviteit stapte hij in de voetsporen van zijn vader door economie te doceren te Cambridge. Maar hij voelde zichniet thuis bij het establishment en al spoedig belandde hij in overheidsdienst.
Zo werd hij gedurende de Eerste Wereldoorlog adviseur bij de minister van Financiën. Deze post hield hem ver van fluitende kogels of ontploffende granaten, om maar te zwijgen van naar hem wijzende bajonetten of aanrollende wolken chloorgas. Zijn taken hadden te maken met het financieren van de oorlog, het regelen van de onderlinge schuldverbintenissen tussen de geallieerden en het verwerven van kapitaal in vreemde munten.
Nadat op 11 november 1918 om 11:00 uur de kanonnen eindelijk zwegen vond een zevental maanden later in juni 1919 de nu als berucht beschouwde conferentie van Versailles plaats. Keynes was daar aanwezig als financieel regeringsadviseur voor het VK. Hij had kritiek op de door de geallieerden geëiste herstelbetalingen en argumenteerde, dat deze te hoog waren en dat Duitsland hierdoor met Europa nogmaals in conflict zou komen. In die tijd wou niemand luisteren naar die 36-jarige academicus. Helaas heeft de geschiedenis hem gelijk gegeven. Duitsland belandde in 1923 in een hyperinflatie (denk aan de ongelooflijke bankbiljetten van miljarden marken). Zoals Keynes voorspeld had, kwam van de herstelbetalingen weinig in huis en het was er helemaal mee gedaan toen in 1933 het nazisme de macht kreeg.
Intussen was Keynes uitgegroeid tot een succesvolle belegger, die een mooi kapitaaltje had verzameld, zowel met Amerikaanse als met Europese aandelen. Daardoor kwam de crash van 1929 ook voor hem keihard aan en het zag er even naar uit, dat hij er berooid zou afkomen. Maar hij kon zich herpakken en schreef zelfs een boek over zijn ervaringen, nl. ‘General Theory of Employment, Interest and Money’, dat in 1936 verscheen. Hierin trok hij van leer tegen de ‘laissez-faire, laissez-aller’ politiek die tot die tijd gebruikelijk was. In zijn essay ‘The End of Laissez-faire’ uit 1926 schreef Keynes ‘… mensen zijn niet in staat nuchter te denken als hun geld of hun bezittingen op het spel staan. Je kunt het gedrag van mensen niet voorspellen, ze zullen aandelen kopen als de koersen hoog staan omdat ze dan gedreven worden door gulzigheid. Ze zullen hun geld oppotten als de beurzen in minder goede doen zijn omdat dan angst hun drijfveer is. Daarom moeten de regeringen tussenkomen met fiscale maatregelen om de effecten van zowel depressies als booms te temperen’. Hiermee brak Keynes met een politieke en economische traditie die tot dusver wereldwijd in zwang was en werd hij de grondlegger van de hedendaagse macro-economie. Ook het concept van de verzorgingsstaat vindt zijn wortels in het keynesianisme.
De Big Depression werd gestopt door de zg. ‘New Deal’ van president Roosevelt. Deze laatste werd met raad en daad bijgestaan door, hoe kan het anders in dit verhaal, John Maynard Keynes.
Ook de Tweede Wereldoorlog betekende voor Keynes geen kanongebulder of ratelende tankrupsen. In 1942 werd hij baron en tevens lid van het House of Lords, het Britse Hogerhuis, als liberaal politicus. Hij bleef een rol spelen in de financiering van het oorlogsgebeuren. Ook hierover had hij zo een eigen, tegendraadse mening: ‘de oorlog moet betaald worden door hogere belastingen, eerder dan door het beknotten van de overheidsuitgaven op andere vlakken’. Niet dat zulke statements op gejuich konden rekenen, maar daarvan trok Keynes zich niets aan. Hij kreeg steun van de regering en meer nog, hij speelde een leidende rol in de World Bank Commission en uit het zg. Keynes-plan ontstond het Bretton-Woods systeem van internationaal monetair beleid.
Over sparen en beleggen had hij zo zijn eigengereide gedachten. Zo vond hij dat hoe meer men het geld laat rollen, hoe beter dat is voor de economie. Hetzelfde geldt voor de investeringen van de bedrijfswereld. Ook de overheid moet ofwel de belastingen verlagen ofwel veel spenderen aan openbare werken.
Volgens Keynes zijn beurskoersen de speelbal van wat hij omschrijft als ‘dierlijke instincten’ van de beleggers’ (waarvan hij er nota bene één was, maar dit terzijde). Volgens hem ontstaat een beurskoers door massapsychologie, gedreven door irrelevante factoren. Hij schrijft in zijn eerder geciteerde ‘General Theory of Employment, Interest and Money’: ‘paniek en ijdele hoop sijpelen nooit weg op de beurs. Ze zijn altijd aanwezig, net onder de oppervlakte.
Ook privé was John Maynard Keynes geen meeloper. Zijn eerste romances waren met mannen, waarbij de schilder Duncan Grant, die hij in 1908 op 25-jarige leeftijd ontmoette, zijn grootste liefde was.
Gedurende de oorlogsjaren 1914 – 18 vond bij Keynes een ommekeer plaats en in 1918 werd hij verliefd op de Russische ballerina Lydia Lopokova, waarmee hij in 1925 huwde.
Hij was niet alleen een geniale econoom met originele ideeën en verregaande politieke invloed. Daarbovenop had hij veel belangstelling voor kunsten, vooral theater en verzamelde hij boeken, waaronder een reeks manuscripten van Isaac Newton.
Zijn dood wegens hartinfarct in 1946 wordt toegeschreven aan te veel stress wegens de financiële problemen na WO II. Onrechtstreeks werd hij dan toch nog een oorlogsslachtoffer.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen