In de World Energy Investment Outlook 2014 van 3 juni j.l. kwam het Internationaal Energie Agentschap o.l.v. “onze” Maria van der Hoeven met een aantal niet mis te verstane uitspraken, die politici beslist niet zo maar naast zich neer kunnen leggen. Eén daarvan is dat er in de komende 20 jaar minstens voor $48 biljoen (12 nullen!) geïnvesteerd zal moeten worden om de energieproductie en levering zodanig op peil te houden dat het licht niet uitvalt. Hoofdeconoom Fatih Birol van dit instituut houdt zelfs rekening met power blackouts in Europa.
Volgens Birol zal Europa in de komende 10 jaar een kwart van haar energieproductie kwijt raken als gevolg van obsoletie (veroudering) van bestaande centrales. Daar komt bij dat intussen diverse centrales in een diepe crisis verkeren als gevolg van de gedeformeerde prijsstructuur zodat nieuwe projecten niet van de grond komen. Volgens dit instituut ligt de marktprijs een slordige 20% onder de vervangingskosten. Europa zal dus nauwgezet naar dit probleem dienen te kijken i.p.v. vuurtje te stoken in Oekraïne (RB), dat ons nog zeer duur kan komen te staan als Poetin ons met zijn energiewapen een poets bakt..
Het Agentschap ziet als belangrijkste oplossing een grootschalige inzet van renewables als zonne‑, hydro en andere duurzame energiebronnen die samen 60% van het gehele pakket aan investeringen zal moeten omvatten. De andere 40% zal gericht dienen te zijn op een veel efficiëntere benutting van energie zoals in nieuwe infrastructuur, betere isolatie, zuiniger verbruik en protectie tegen cybercriminaliteit. Dat moet meer opleveren dan het aanboren van schaliegas, olie en gas in de Arctische delen van de wereld of überhaupt van winning op zee, aangezien er ook nog “zoiets” als een CO2 probleem bestaat.
Met fossiele brandstoffen als de grootste vervuilers zitten we op basis van het huidige verbruik intussen aan te hikken tegen een temperatuurstijging van bijna 4 graden C. die regelrecht aanstuurt op een klimatologische kettingreactie. Het is bijgevolg een must om de huidige pollutie tegen 2030 minstens met 30% te hebben teruggebracht. Daarmee dient de rekening te worden verhoogd met nog eens $5 biljoen, terwijl er voor het bereiken van een grotere efficiëncy een schatting van $6 biljoen is gemaakt. Al met al komt dit neer op een equivalent van zeg maar het bruto mondiale product, uitgesmeerd over een periode van 20 — 25 jaar.
Dit strookt uiteraard geenszins met de sterk toegenomen activiteit van de schaliegasproductie in de V.S. als gevolg waarvan dit land steenkool exporteert dat door Europese centrales wordt omarmd omdat dit nog steeds de goedkoopste vorm van energieproductie blijkt te zijn. Als men zich in de V.S. zou realiseren dat een en ander ook gevolgen zal hebben voor de klimatologische ontwikkelingen in eigen land, zou men zich wel meer achter het oor krabben!
Het toenemende natuurgeweld in diverse delen van de wereld als direct gevolg daarvan maakt deze “goedkope” energie evenwel tot een farce. Immers, de kosten van dit geweld worden nog steeds niet in het bruto nationale product opgenomen, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld drugs en prostitutie. Voorts blijkt Europa nog te veel te leunen op LNG waarvan de verschepingskosten volgens het IEA tien maal hoger liggen dan die van olie.
In IEA’s Factsheet Overview stond verder te lezen dat in 2013 wereldwijd slechts voor het “karige” bedrag van $1,6 biljoen werd geïnvesteerd in de totale energievoorziening, met een bijdrage van ca. $130 miljard in energie efficiency. De renewables (zon, wind, hydro) groeiden van $60 miljard in 2000 naar bijna $300 miljard in 2011 om vervolgens terug te vallen naar $250 miljard (o.m. als gevolg van de importbeperkingen op zonnepanelen gericht tegen China). De vraag is of het gezonde verstand het uiteindelijk wint van de gevolgen van dit soort beperkingen.
Vanaf nu tot 2035 zal er jaarlijks voor minsten $2 biljoen geïnvesteerd moeten worden om uitval en storingen te voorkomen. Daarboven zal jaarlijks voor een slordige $550 miljard in verbetering van de efficiency en voor een nog onbekend bedrag in de bescherming tegen cybercriminaliteit gestoken moeten worden. Daarbij dient rekening te worden met de groeiende energievraag in de opkomende landen die straks voor tweederde van de wereldenergiemarkt deel uitmaken. De groeiende vraag enerzijds gecombineerd met de door het klimaat afgedwongen groene energieopschaling zal een flinke wissel op onze toekomst trekken.
Nieuwe bronnen van lange termijnfinanciering zullen snel ontsloten moeten worden om aan deze vraag tegemoet te kunnen komen waarbij gedacht moet worden aan pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en andere grote institutionele instellingen.
In deze Outlook werd herhaald dat willen we de 2 graden Celcius doelstelling beogen dat dan een bedrag van $53 biljoen ‘in cumulative investment’ een hard gegeven is. De vraag is of financiering van deze orde überhaupt van de grond zal komen. Gegeven de huidige staat van de internationale verhoudingen, de politieke bereidheid en de daaraan geparenteerde economie lijkt dit een uiterst twijfelachtige doelstelling tenzij voortschrijdende technologische ontwikkelingen een nieuwe ‘supply of scale’ kunnen genereren. Niettemin zullen we dan toch ook nog moeten blijven investeren in conventionele (fossiele) middelen waarbij vermoedelijk schaliegas en zelfs diepte investeringen in de oliebronnen in het Midden-Oosten onvermijdelijk zullen blijken te zijn.
Het zal er vooral op aankomen om met een veel gerichter internationaal politiek beleid deze ambities na te streven om zo deze kritische uitdagingen aan te kunnen gaan. Per slot beschikken we maar over één planeet! Het moet ook nog maar eens gezegd worden dat op dit moment nog steeds meer dan één miljard mensen verstoken zijn van energie. Hoe lang zullen ze nog in dit lot willen berusten? Voor de grote spelers op dit gebied klinkt dit IEA rapport natuurlijk als muziek in de oren. Dit segment vormde al sinds 2008 een standaard onderdeel in mijn Strategische ModelPortefeuille.
Het zal mede aan het trommelgeroffel van het IEA zijn om de geesten te doen ontwaken in een tijd dat de economische groei al bijna niet meer vooruit te branden.
Robert Broncel
voor US Markets