In deze column zullen we het hebben over het zwarte, glibberige en kleverige goud. Olie vind je op vele plaatsen, van de kille Noordzee tot broeierig hete Arabische woestijnen. De helft van alle olievelden worden beheerd door de OPEC (Organisation of Petroleum Exporting Countries), die 40% van de wereldproductie in handen heeft. Deze organisatie met hoofdzetel in Genève heeft 13 leden: Algerië, Arabische Emiraten, Ecuador, Gabon, Indonesië, Irak, Iran, Koeweit, Libië, Nigeria, Qatar, Saoedi-Arabië en Venezuela. De OPEC heeft de olietouwtjes in handen of, beter gezegd, bedient de oliekraan.
De grootste klanten van de OPEC zijn de geïndustrialiseerde landen, met op kop de VS en China. Hoewel ook India een niet onaanzienlijke roepie in het zakje doet. We mogen stellen, dat 60% van alle opgepompte olie verbruikt wordt door 20% van de wereldbevolking.
Het olieverbruik wereldwijd is de moeite om even bij stil te staan. In barrels (1 barrel is een kloek vat van 159 liter) is dit verbruik gegroeid van ½ miljoen vaten (79,5 miljoen liter) in 1905 naar 84 miljoen vaten (13,356 miljard liter) per dag. Dat is een toename met 16.700 %!
Let wel: die 84 miljoen vaten is wat het IEA (International Energy Agency) verwacht voor dit jaar, rekening houdend met een wereldwijde toename van de vraag met 2,2%. Als de diverse economieën hun best doen, kunnen die 84 miljoen vaten misschien niet volstaan, wie weet?

Wat er dan met de prijs zal gebeuren kunt u afleiden uit onderstaande chart.

U ziet dat de prijs vandaag (ca 55 dollar) bijna 53% hoger is als een jaar geleden (ca 36 dollar). En die
55 dollar is even hoog als het record oktober-november vorig jaar.
Hoe zien we evolutie van de olieprijs? Wie hoopt op 30 dollar of daar over, is eraan voor zijn moeite, denken we. Afgezien van korte downtrends (zomerperiode) zal het forse niveau blijven bestaan en mogen we zelfs rekening houden met 80-100 dollar. Waarom? Nogmaals die doodgewone wet van vraag en aanbod. De vraag zal blijven stijgen, daar kunnen we rustig van uitgaan. En het aanbod?
In dit verband moeten we het hebben over het begrip ‘peak oil’. Dit begrip is zoiets als de halfwaardetijd in de kernfysica: je hebt ‘peak oil’ bereikt als meer dan 50% van de voorraad is uitgeput. Dit is trouwens al het geval voor o.a. Iran, Irak, Koeweit en Venezuela, om maar niet te spreken van de olie uit de Noordzee, Rusland of de VS.
Schematisch voorgesteld staat het volgende te gebeuren:

Aan dit sombere beeld moeten we nog enkele punten toevoegen. Optimisten zullen zeggen: ‘geen of minder olie? So what? Dan gebruiken we toch aardgas, alcohol of waterstof als brandstof?’ Helaas, ze zien iets over het hoofd. Olie dient niet alleen als brandstof, het is een onmisbare grondstof voor het vervaardigen van bij voorbeeld kunststoffen en pesticiden. En aardgas zal onbetaalbaar worden zodra er sprake is van olieschaarste. En ‘peak gas’ zal spoedig volgen.
Zijn er alternatieven zult u hoopvol vragen. Die zijn er, althans op papier:
- Betere methoden om olie te exploiteren. Dat wordt momenteel gedaan, men boort dieper en anders, men vindt olie in leisteen. Vroeger dumpte men die van olie doortrokken rommel, nu stoomt men er de kostbare grondstof uit. Dit alles is maar een druppel op een hete plaat. Vroeg of laat is het ook op die manier gedaan.
- Terug naar steenkoolcentrales. Kan ook voor een tijdje, is eigenlijk zowat de klok terugdraaien en steenkool is niet gemakkelijk te exploiteren en wordt er niet goedkoper op.
- Windturbines op grote schaal installeren. Vraagt enorme investeringen en geeft bijna onoverkomelijke problemen qua opslaan van de stroom. Van deze stroom moet je niet verwachten dat hij goedkoper is dan de huidige, net wegens de hoge kostprijs van de installaties.
- Kerncentrales. Lijkt volgens ons het meest valabele alternatief, mits het afval keurig verwerkt en opgeslagen wordt. Lost het probleem van de functie van olie als chemische grondstof niet op, tenzij de scheikundige industrie vernuftige wegen begint te bewandelen.
- Kernfusie. Is al tientallen jaren in ontwikkeling, maar een doorbraak laat op zich wachten. Moeten we nu nog niet echt in overweging nemen.
Het is zoals in de fabel van Lafontaine over de krekel en mier: we hebben ons tot nu toe gedragen als onbezorgde krekels en naar de mieren onder ons hebben we niet geluisterd.
Om de meubels te redden zijn er op heel korte termijn wereldwijde initiatieven nodig. Voor het ontwikkelen van kernfusie, bij voorbeeld. Ook om (nog) zuiniger motoren te ontwikkelen en procédés die zeer energiebesparend zijn.
Intussen kunnen we verwachten, dat de olieboeren zoals ChevronTexaco, ConocoPhillips, Exxon-Mobil, Marathon Oil en Occidental Petroleum hoge omzetstoppen zullen scheren de komende jaren. De dollars zullen hoe dan ook binnenstromen. Met de productie voorbij ‘peak oil’ en een voortdurend stijgende vraag kan dat niet anders. Misschien is het de moeite om als belegger zijn kap naar de wind te hangen en zich minder te concentreren op technologie en dergelijke om wat graantjes mee te pikken uit de oliewereld?

Hierboven ziet u de tracker Oil Holders sinds het ontstaan ervan in 2002. Na door een diep dal te zijn gegaan, lijkt het erop dat de koers resoluut het 100 dollarniveau wil doorbreken.