![](/images/legacy-images/images/Robert_broncel_04.gif)
EINDE VAN EEN ERA
Na 80 jaar blijkt de Russische econonoom Kondratieff zijn theorie over het verloop van het kapitalisme bevestigd te krijgen (zie ook mijn column van 28 augustus 2007). Dat geeft één ‘geruststellende’ zekerheid, n.l. dat we ons deep in the valley of K’s macro wave bevinden, de biljoenen geldinjecties ten spijt. Een bevriende relatie vroeg mij onlangs hoe lang de centrale banken met die geldsmijterij nog zouden kunnen blijven doorgaan. Antwoord: tot de laatste boom om is, maar we zullen er geen Paaseiland van maken!
De essence of finance lijkt ons ontvallen te zijn, waarmee de geest volledig uit de fles is. Onzekerheid en ongeloofwaardigheid als gevolg van immense debts and bets beheersen thans alle financieel/economische markten. Zolang deze elementen blijven voortwoekeren, behoeft niemand zich een andere illusie te maken dan te proberen zijn/haar koopkracht in stand te houden. Dat is al lastig genoeg in een Umfeld van totale deleveraging (gedwongen terugbetaling van geleend geld) en risico-aversie, waardoor alle beleggingscategorieën zwaar onderuit zijn gegaan. Waarde en prijs komen hierdoor weer veel dichter bij elkaar te liggen, hetgeen op zich een gezonde ontwikkeling is.
Een soortgelijke ontwikkeling zien we op de valutamarkt met evenzo tot voor kort ongedachte bewegingen. De niet geringe omvang van de yen-carry trade (goedkope laagrentende yen omzetten in hoger renderende valuta) is intussen grotendeels afgebouwd. Dit leverde zowel voor de yen als voor de dollar (als thuisbasis) forse winsten op. Een andere heikele aangelegenheid betreft het immense pakket westerse (vooral Europese) leningen aan export georiënteerde ontwikkelingslanden waarvan de valuta’s juist eveneens hard onderuitgegaan zijn. Ook deze leningen (in volume zes maal groter dan leningen vanuit de VS) dreigen niet meer te kunnen worden terugbetaald, redenen waarom de euro achterblijft.
Het wordt duidelijk dat we dreigen terug te vallen tot de fundamentals of capitalism, waarbij we ons zullen moeten beraden omtrent een veel evenwichtiger en consistenter groeiproces zonder de uitwassen zoals we die nu kennen. We zullen ons dienen te richten op investeren in waarde zoals infrastructuur en een ‘groene’ economie in plaats van ons geld in constructies te beleggen. Het korte termijn denken gericht op direct resultaat zal moeten plaats maken voor het langere termijn denken. Per slot dienen we jegens ons nageslacht verantwoording af te leggen met betrekking tot onze aardse daden. Ook voor hen dient er straks een toekomst te zijn, zowel ecologisch als economisch.
In het Amerikaanse zakenblad Fortune stond onlangs een humoristische tekening met daarop afgebeeld Karl Marx en de woorden: ‘hate to tell you, but didn’t I say so!’ In een bijbehorend artikel werd ingegaan op de zgn. Reaganomics en het Thatcherism uit de jaren ’80 die de weg hebben gebaand voor de doorslaande marktliberalisatie en deregulering. Immers, de markt zou zich zelf wel kunnen reguleren. De overheid zou daarin geen rol meer moeten spelen. De ondergang van het communisme eind jaren ‘80/begin ’90 gaf daartoe het laatste zetje. Nu het fout is gegaan, dient de overheid weer in te grijpen. Het geeft de Chinezen in elk geval het gevoel dat hun planmatige aanpak met ongekend hoge jaarlijkse groeicijfers en dito spaarcijfers blijkt hout te snijden. Voor het kapitalistische Westen vervelend dat te moeten erkennen!
Inflatie of deflatie
In de vervlogen maanden duidde bijna alles op inflatie, aangevoerd door de wereldwijd openstaande geldpersen en de stijgende grondstoffenprijzen. De stijging van de grondstoffen zou vooral te maken hebben met de snelle groei in Azië.
Weinigen hadden dan ook verwacht dat de grondstoffen*) even hard onderuit zouden gaan als de andere markten. Echter als gevolg van de steeds meer om zich heen grijpende kredietcrisis kwam er een enorm proces van deleveraging op gang. Alle lucht liep uit de markten. De vraag is of we nu richting deflatie gaan of alsnog richting (hyper)inflatie als gevolg van wellicht weer oplopende grondstoffenprijzen, de sterk neerwaarts bijgestelde korte rente in samenhang met het op oorlogssterkte draaien van de geldpersen? Hoewel economen hierover met elkaar nog liggen te rollenbollen, ligt het antwoord op deze vraag naar alle waarschijnlijkheid opgesloten in Azië.
In de afgelopen jaren hebben we in de luwte van de lage Aziatische lonen een lage inflatie gekend. Bovendien kent Azië met meer dan 2.000 miljard of 2 biljoen dollar in de kluizen bepaald geen tekorten – het spiegelbeeld van de VS. Mijn visie is dat we naar deflatie gaan indien Azië wordt meegesleurd in de huidige financiële cycloon. Echter, getuige de forse investeringsplannen kunnen met name landen als China en India met ruim een derde van de wereldbevolking het zich niet veroorloven zich gewillig naar de economische slachtbank te laten leiden. Dit zou tot grote sociale onrust leiden. Men ziet daar rIJkhalzend uit naar betere tijden, zoals wij dat na de ruïnes van WO II ook deden.
Hoeveel biljoenen (‘money out of thin air’) er ook in het financiële circuit worden gepompt, zolang de ontvangende partijen daarmee weinig of niets uitrichten, komen we in dezelfde doldrums als in Japan te verkeren met het risico dat het Aziatisch vertrouwen in het Westen steeds verder afneemt. Op goed moment vertaalt zich dat in depreciatie van de dollar en de euro of appreciatie van de Aziatische munten. Het lenen op de internationale (Aziatische) kapitaalmarkten zal dan steeds duurder worden.
Voor de VS is dat geen optie gezien hun totaal failliete en verziekte munt en buitengewoon slecht voor de economie. De VS zal met goud over de (bieten)brug moeten komen, waarvan er geschat nog een dikke 8.000 ton in Fort Knox opgeslagen ligt. Alleen dan zou misschien de rol van de dollar als reservevaluta te handhaven zijn, vooropgesteld dat tevens een einde wordt gemaakt aan het ‘régime’ van zwevende wisselkoersen. Het komt er op neer dat Bretton Woods uit 1944 (dollar opnieuw gekoppeld aan het goud) van stal zou moeten worden gehaald om de internationale financiële balans te herstellen.
Recessie of depressie
Hoewel het r‑woord nog maar schoorvoetend wordt uitgesproken, wijst bijna alles op een onafwendbare depressie, zeker in het Westen. Er staat simpelweg te veel onbetaalbare schuld uit. Alleen bij een hyperinflatie zouden de schulden kunnen verdampen. Vooralsnog is dit laatste (nog) niet aan de orde.
Waarom depressie
Alleen al door vrees voor baan- en inkomensverlies, reeds gerealiseerd waardeverlies van effecten en eigen huis, begint een en ander verder in de economie in te vreten. Tegelijkertijd begint de vraag af te nemen en hopen de goederenvoorraden zich op die vervolgens tegen een lagere prijs zullen worden aangeboden. Bedrijven maken minder winst en zijn dan niet langer geneigd om te investeren in nieuwe kapitaalgoederen, omdat ze bij voorkeur de productie juist willen terugbrengen.
Banken staan bovendien al helemaal niet meer te springen om geld uit te lenen maar doen juist verwoede pogingen om kapitaal aan te trekken ter versterking van hun balans. Dit zijn ‘nog maar’ een aantal algemene ontwikkelingen.
Meer specifieke ontwikkelingen – eveneens in de VS – zijn dat de staat zonder enige reserve anders dan (dood) goud tot dus ver zwaar heeft moeten bijspringen met een voorlopig bedrag van ca. 2.7 biljoen (12 nullen) aan met name financiële instituten. Afgezien hiervan dient men zich te realiseren dat er op het vlak van de derivatenhandel nog een ‘open wond’ ligt ter grootte van bijna 600 biljoen dollar! Aangezien er altijd twee partijen (koop en verkoop) bij betrokken zijn, blijft er ca. 300 biljoen risicokapitaal over, waarop intussen weliswaar is afgeschreven maar voor hoeveel? Dat antwoord blijft bovendien relatief naarmate de huizenmarkt verder terugvalt. De tweede vraag is in hoeverre de betrokken partijen nog goed voor hun geld (zullen) zijn.
Onwillekeurig gaan de gedachten terug naar de depressie in de jaren ’30. In die tijd bedroegen de totale schuldverplichtingen in de VS ‘slechts’ een slordige 150% van het BBP; nu dreigen die op te lopen tot boven de 350%. De kosten van de bail-outs zijn domweg te hoog geworden en kunnen niet meer via belastingen worden gecompenseerd. Bijgevolg moet er worden geleend. Voor het vierde kwartaal van dit jaar gaat het al om 550 biljoen dollar, meer dan het gehele tekort van dit fiscale jaar. Daarbij zal het niet blijven. De roep naar kapitaal zal steeds groter worden. Een voorzichtige raming voor 2009 ligt reeds op 2.000 biljoen!
Naarmate de VS meer kapitaal moet ophalen, hoe duurder (rente!) het geld wordt. Dat doet de deur niet alleen dicht voor de huizenmarkt maar voor de gehele economie, met als gevolg dat steeds meer partijen niet meer aan hun betalingsverplichting kunnen voldoen. Uitspraken van analisten dat het in de loop van volgend jaar dan wel in 2010 wel weer beter zal zijn, zijn dus nogal prematuur Zij zien niet of willen niet zien dat we ons in wellicht de moeilijkste fase van ons kapitalistisch systeem bevinden, moeilijker nog dan toen F.D. Roosevelt het roer in 1932 overnam.
Rol banken
Terwijl je enerzijds ziet dat de centrale banken noodgedwongen steeds meer de rol van de commerciële banken overnemen, neemt het vertrouwen ook in deze instituten af, omdat men weigert volledige opening van zaken te geven. Zo zegt Bloomberg, het meest bekende financiële nieuwsinstituut in de VS, op te komen voor de Amerikaanse belastingbetaler en daagt de Fed om deze reden voor de rechter. Al vanaf mei j.l. wacht Bloomberg op antwoord inzake de kwaliteit van de collateral (onderpand) inzake een bedrag van 1,5 biljoen (1.500 miljard) dollar verstrekt aan bankleningen. Het onderpand hiervoor rust bij de Amerikaanse belastingbetaler. De vraag is: ‘wat koopt hij daar nog voor?’ Dit wordt als buitengewoon gevoelige informatie beschouwd.
Van dit ‘geleende’ geld aan de banken worden bovendien nog steeds lofty bonussen en dividenden uitgekeerd. Van de 10 miljard die Goldman Sachs ontving, ging er bijna 7 miljard of gemiddeld 210.000 dollar per employé in rook (bonussen) op. Morgan Stanley ontving eveneens 10 miljard dollar, waarvan bijna 6,5 miljard of gemiddeld 138.000 dollar per employé werd uitgedeeld. Zelfs de ‘bankrovers’ van Lehman Bros wisten nog 1 miljard aan bonussen veilig te stellen. Het zelfde geldt voor de dividenden om de geloofwaardigheid naar de beurs op peil te houden.
Voor de uitgekeerde ‘dirty dividends’ zie het staatje hieronder.
Alles bijeengenomen is het inderdaad de hoogste tijd om tot een nieuwe ‘global financial constitution’ te komen, zoals Bondskanselier Angela Merkel het uitdrukte. Een aantal rondes daartoe (Rio, Washington, Parijs) is al uitgeschreven. Alleen zeer krachtig gemotiveerde afspraken kunnen leiden tot meer vertrouwen op de lange duur, want hieraan schort het natuurlijk het meest!
Robert Broncel, onafhankelijk columnist
12 november 2008
* Inzake de bijzondere ontwikkelingen op de grondstoffenmarkt verschijnt binnenkort een
een boeiend hoofdstuk.