Aandelenbeleggers moeten het afgelopen decennium vaak het gevoel hebben gehad in een achtbaan te hebben gezeten. En dan nog wel een achtbaan op een kermis waarvan de directie de veiligheid niet volledig kan garanderen.
De beurzen leken meermaals volledig uit de bocht te vliegen en vertoonden een onwaarschijnlijke beweeglijkheid. Zo begon de S & P 500-index het decennium in 2000 met een nieuwe all time high. Vervolgens verloor ’s werelds belangrijkste index de helft van zijn waarde in een paar jaar tijd tijdens het ineenstorten van de technologieluchtbel. De markt zou zich echter weer spectaculair herstellen om in 2007 weer een nieuwe all time high neer te zetten. Tijdens de daarop volgende crisis verdampten alle winsten echter weer en werd een nieuwe bodem gezet die nog lager was dan die van maart 2003. Inmiddels staat de index al weer een stuk hoger. Wanneer beleggers de term volatiliteit horen is het niet vreemd dat ze in de eerste plaats zullen denken aan de aandelenmarkt.
Vaak wordt deze uitbarsting van beweeglijkheid en onrust op de beurzen toegeschreven aan de opkomst van allerlei innovaties in de financiële wereld. Steeds betere computers leidden tot de opkomst van computertrading, daghandel, gespecialiseerde hedge funds en algoritmetrading. Lagere transactiekosten veroorzaakten een explosieve toename van de beursomzetten. En waar voorheen nog een beleggingshorizon gold van vele jaren is deze voor veel beleggers inmiddels gereduceerd tot minuten of zelfs seconden. Ongetwijfeld hebben deze technologische ontwikkelingen bijgedragen aan een toename van de beweeglijkheid van de beurskoersen. Het is echter de vraag of hier de explosie van volatiliteit op de beurzen volledig aan toegeschreven kan worden.
Nader onderzoek brengt aan het licht dat niet alleen de beurskoersen erg beweeglijk zijn geweest. De winstgevendheid van bedrijven – de voornaamste motor achter de beweging van beurskoersen — blijkt aan een nog heviger volatiliteit onderhevig te zijn geweest. Het Amerikaanse onderzoeksbureau Bespoke Investment Group publiceerde deze week een interessant onderzoek waaruit blijkt dat de winstgevendheid van Amerikaanse bedrijven – deel uitmakend van de S & P 500 – in de periode tussen eind jaren ’30 en de jaren ’60 in toenemende mate stabieler werd. De winstgevendheid werd steeds consistenter en beter te voorspellen. Parallel daaraan vertoonden de beurskoersen een stabieler patroon. Dat duurde tot de jaren ’60. Toen bereikte deze consistentie zijn piek. Vanaf dat moment nam de beweeglijkheid van de gepubliceerde winsten juist weer toe. Met als ultieme moment de recente kredietcrisis waarin de winstgevendheid zelfs met maar liefst 90 % afnam en een naoorlogs dieptepunt bereikte. De winstgevendheid van bedrijven is in de laatste 40 jaar steeds minder consistent geworden. Het is dan ook niet zo vreemd dat de koersen op de beurs steeds meer beweeglijkheid gingen vertonen.
In de financiële media wordt steeds vaker met de beschuldigende vinger gewezen naar handelaren met een zeer korte termijnhorizon en beheerders van hedge funds. Ook toezichthouders pleiten steeds vaker voor maatregelen om deze “schadelijke” korte termijnhandel aan banden te leggen. De oorzaak van de sterk toegenomen beweeglijkheid van beurskoersen lijkt daarentegen vooral gezocht te moeten worden bij de bedrijven zelf. Wanneer de winstgevendheid zo sterk schommelt mag je niet verwachten dat aandelenkoersen zich wel stabiel blijven ontwikkelen. Op de lange termijn is deze uitbarsting van volatiliteit niet goed voor de beurzen. Het schrikt veel beleggers af. Die zouden zich in toenemende mate van de beurzen kunnen gaan afwenden op zoek naar beleggingen met meer stabiele rendementen. En wanneer beleggers zich terugtrekken neemt de liquiditeit op de beurzen af en stijgen de kosten voor de overblijvende beleggers. Dat weten ook de toezichthouders. Maar in plaats van hun pijlen te richten op de nieuwe innovatieve beleggingsmethoden is het wellicht interessanter eens te onderzoeken hoe deze sterk toegenomen volatiliteit in de winstgevendheid van de bedrijven gereduceerd zou kunnen worden.
Jan-willem Nijkamp
voor US Markets