De homo economicus kan niet omgaan met gesloten systemen. Alle handboeken economie zijn geschreven voor open systemen. In een open systeem is renteheffing een legitiem middel om schuldenaren aan te sporen vanuit het externe (bijv. Nederlands Indië) het geld “bij te halen” dat in het nationale systeem ontbreekt. Maar de globale economie van de moderne tijd werkt niet meer als een open systeem.
Als u een beetje mijn columns hebt gevolgd de afgelopen jaren dan weet u dat ik steeds hamer op hetzelfde thema. Heel kort samengevat met de onsterfelijke songtekst van de Gershwin’s uit Porky & Bess: It ain’t necessarily so. We stelden samen vast dat geld gelijk is aan schuld, en schuld gelijk is aan arbeid. We stelden verder vast dat we leven in een maatschappij waarin we geloven in de erfzonde, meer specifiek de gedachte dat de schulden die onze ouders en wijzelf maakten, overgaan op onze kinderen. We stelden tenslotte vast dat er geen uitweg is uit het systeem omdat de schuld door de rente steeds maar toeneemt. De rente op de schuld moet immers steeds worden bijgeleend. Waar onze kinderen nu biljoenen in de schuld staan, zullen onze kleinkinderen triljoenen, onze achterkleinkinderen senonagentiljoenen in de schuld staan. Er is geen enkele manier deze schuld af te betalen omdat ze met elke afbetaling verder toeneemt. Dat doet er vanuit zeker oogpunt ook niet toe, want het gaat niet om het geld. Het gaat om arbeid. De schuld is ontworpen om vrij te beschikken over arbeid. Uw kind doet een opleiding, daar is de eerste schuld. Uw kind wil een gezinnetje en een huis, daar is de tweede schuld. En vervolgens loopt uw kind tot het pensioen aan de ketenen van de loonarbeid. Hoezo pensioen? Met de astronomische staatsschuld is er helemaal geen ruimte voor pensioen.
Tussen het tijdstip van het herkennen van een probleem en het oplossen ervan zitten een aantal stadia die moeten worden doorlopen. Nadat een probleem is herkend moet het ook worden erkend. Die erkenning verloopt als regel moeizaam, en kan worden beschreven door het zgn. Kübler-Ross model. Deze beschrijft een trapsgewijs proces in de richting van erkenning van een probleem: 1. ontkenning, 2. protest/woede, 3. onderhandeling en vechten, 4. depressie, en 5. aanvaarding. Het zou een nuttige oefening kunnen zijn om deze fases van toepassing te brengen op de beurscyclus, maar dat is niet waar ik nu naartoe wil. Het Kübler-Ross model is ontwikkeld voor rouwprocessen, en dat zijn uitgesproken gebeurtenissen met een negatieve uitkomst en waarbij we het vierde en het vijfde stadium moeten doorlopen. Maar uitkomsten hoeven niet altijd negatief te zijn. Het zit niet in de mens besloten dat we de hele wereld zullen achterlaten als Paaseiland – er is nog ruimte om te kiezen. Wél moeten we als samenleving de fases 2 en 3 afronden, in elk geval waar het de monetaire crisis betreft.