![](/images/legacy-userimages/userimages/frans_trackers_2.jpg)
Human behavior
Jarenlang waren veel economische hoge scholen aanhangers van de efficiënte markt theorie. Deze theorie gaat ervan uit dat de koers die door de laatste transactie tot stand wordt gebracht op dat moment de juiste economische waarde van dat betreffende beursgenoteerde bedrijf weergeeft. Dat wil zeggen dat de beurskoers op elk moment alleen de relevante economische informatie weerspiegelt en elke verandering tot stand wordt gebracht door een razend snelle verwerking van elke nieuwe informatie.
Helaas gaat deze theorie ervan uit dat mensen zich rationeel gedragen. Mensen gedragen zich, zeker met betrekking tot het beleggen, niet rationeel. Ondanks alle beschikbare economische informatie vertonen mensen eerder kuddegedrag, dat ook nog eens wordt versterkt door de media. Daardoor zijn er periodes waarin er sprake is van een overwaardering of onderwaardering voor zowel individuele bedrijven als markten en sectoren.
Natuurlijk wordt een koerstrend in gang gebracht door markpartijen die bereid zijn om te kopen tegen opeenvolgende koersen die steeds hoger liggen, of te verkopen tegen koersen die steeds lager liggen. Deze partijen die een trendverandering tot stand brengen zijn meestal economisch goed geïnformeerd en zijn er van overtuigd dat er op een bepaald moment sprake is van overwaardering, dus zijn zij bereid genoegen te nemen tegen lagere verkoopprijzen. En in situaties waarbij sprake is van een onderwaardering zijn zij bereid om, tot een bepaald niveau, tegen hogere prijzen te kopen.
Eens dat een bepaalde trend in gang is gebracht trekt dat de aandacht van andere marktpartijen die zich koste wat kost eveneens willen aansluiten. Een zichzelf versterkend effect treedt dan op en als dat wat langer duurt trekt dat op haar beurt weer de aandacht van de media. Die zijn altijd weer in staat om “deskundigen” bereid te vinden om op een ingewikkelde manier uit te leggen dat, ondanks de uitzonderlijk sterke koersstijging die al heeft plaats gevonden, juist deze trend zich tot in het oneindige zal voortzetten.
In academische kringen stapt men dan ook af van de efficiënte markthypothese die ervan uitgaat dat de laatste koers de juiste economische waarde weergeeft. Men onderkent ondertussen dat er sprake is van Human behavior, het menselijke gedrag, dat er voor zorg draagt dat de actuele koers zelden een weerspiegeling is van de intrinsieke waarde van een onderneming. En dat er gedurende een bepaalde periode sprake kan zijn van een afwijkende economische waardering.
In extreme gevallen wordt een onderwaardering onmiddellijk opgevolgd door een overwaardering en visa versa. Gelukkig bieden zulke situaties steeds weer kansen voor alerte beleggers die beseffen dat “greed and fear”, wat de basis vormt van het menselijke gedrag, slechte raadgevers zijn. Zij weten dat de gemiddelde koersvorming over een heel lange periode wel een goed houvast biedt voor de intrinsieke waarde van een onderneming. In tegenstelling tot veel andere beleggers zijn zij bereid om tijdens een bovengemiddelde koersstijging een deel van hun positie te verkopen. Daarbij spreekt het vanzelf dat zij bereid zijn om, onder bepaalde voorwaarden, hun positie uit te breiden tijdens een bovengemiddelde koersdaling.
Technische analyse
Aanhangers van de technische analyse gaan ervan uit dat goed geïnformeerde marktpartijen inderdaad een bepaalde trend in gang zetten. Volgens hen heeft het geen zin om economisch of fundamenteel onderzoek te verrichten en is het efficiënter om het verloop van een bepaalde trend in een vroeg stadium vast te stellen, om aan de hand daarvan een positie in te nemen en die aan te houden totdat er opnieuw een omslagpunt wordt bereikt.
Nu ook academische kringen hebben toegegeven dat het menselijk (kudde)gedrag van invloed is op de koersvorming krijgt de technische analyse steeds meer aanhangers. Elk zichzelf respecterend financieel instituut beschikt tegenwoordig over een speciale afdeling die zich uitsluitend bezig houdt met technische analyse. Toch blijft het opsporen van een trend in wording geen gemakkelijke bezigheid. Vaak moet men achteraf constateren dat de verkeerde signalen werden gevolgd. Eenvoudiger is het opsporen van een herkenbare trend, waarbij sprake is van een duidelijk trendkanaal. Waakzaamheid blijft geboden, soms loopt een dergelijke trend al weer op zijn laatste benen, omdat verondersteld wordt dat de onder of overwaardering ondertussen is verdwenen.
Gevaarlijker wordt het als een bepaalde trend al enige tijd voortduurt, zeker als die ondertussen de aandacht van het brede publiek en de media heeft gekregen. Sommige technische analisten laten zich dan verleiden om de huidige situatie te extrapoleren en koersdoelen te projecteren die vanuit fundamenteel oogpunt onzinnig zijn. Goede voorbeelden daarvan zijn het koersverloop van de AEX-index in de jaren 1999/2000 en 2003.
Bovenstaande grafiek toont aan dat de AEX-index vanaf 1995 tot begin 2000 een prachtige performance liet zien. Financiële schandalen en crisis in Rusland en Azië veroorzaakte een korte onderbreking in 1998, een uitstekend instapmoment naar achteraf bleek. Zeker toen duidelijk werd dat de centrale banken de korte rente drastisch verlaagde om een mondiale crisis te voorkomen. Op het hoogtepunt in het jaar 2000 bedroeg de koers 700 punten, volgens de media en deskundige voorspellers was dat het begin van een nieuw tijdperk waarin we rekening zouden moeten houden met veel hogere waarderingen voor bedrijven. Ook sommige (bekende) technische analisten voorspelden dat er veel hogere koersen voor ons in het verschiet lagen.
Niets bleek minder waar. Een sterke koersdaling, die historisch genomen ongekend was, wachtte ons op. In 2003 resulteerde dat in een dieptepunt op 220 punten. Dezelfde voorspellers wisten ons op dat moment te vertellen dat we op weg waren naar koersen van 150 punten of lager.
Om de gemiddelde koersontwikkeling weer te geven is er op deze lange termijn grafiek een regressielijn getrokken. (de middelste diagonale lijn) Als de actuele koers zich dicht tegen de regressielijn aan beweegt is er sprake van een betrouwbare trend. Naarmate de afstand groter wordt is de trend minder betrouwbaar. De bovenste diagonale lijn geeft de maximale afwijking in 2000 weer, terwijl de onderste diagonale lijn de maximale afwijking in 2003 weergeeft.
Conclusie
Markten en de koersontwikkeling daarvan laten zich op de korte termijn nauwelijks voorspellen. Het is eerder uitzondering dan regel dat een trend zich langdurig op een krachtige manier voortzet. Een langdurige en krachtige trend kan leiden tot een over of onderwaardering.
Nu in juli 2006 bevindt de koers van de AEX-index zich op dezelfde hoogte als in juli 1997. Toen bewoog de koers zich krachtig en steeds verder van de lineaire regressielijn af terwijl de koers nu een trendmatige beweging maakt die lager dan de regressielijn ligt maar wel een gelijkmatiger verloop kent. Achteraf blijkt duidelijk dat de bovengemiddelde beweging, die in 1997 in gang werd gezet, in het jaar 2000 heeft geleid tot een sterke overwaardering en vervolgens in het jaar 2003 tot een sterke onderwaardering.
De lange termijn grafiek geeft duidelijk aan dat er koerstechnisch nog geen sprake is van enige overwaardering. Dat wordt fundamenteel onderbouwd. Immers de winstgevendheid van de bedrijven die onderdeel uitmaken van de AEX-index ligt nu op een veel hoger niveau dan in het jaar 1997 of 2000. Bovendien zijn de omzetten aanzienlijk toegenomen en is de kwaliteit van de winst veel beter. Kortom de waarderingscijfers (de ratio getallen) zijn nu een stuk aantrekkelijker dan in 1997, zeker als we beseffen dat de rente nu op een lager niveau ligt dan toen.
Onze websites www.openbuy.nl en www.eurotop25.com zijn u behulpzaam om uw posities flexibel aan te passen aan de marktomstandigheden, samen met het verhogen/verlagen van uw financiële reserve draagt dat bij aan een bovengemiddeld portefeuilleresultaat.