Hoewel de Fed talrijke critici kent, is het telkens opnieuw John Williams van ShadowStats (Shadow Government Statistics) die de Fed met de neus op de harde feiten weet te drukken. Zo stelt hij in een interview met The Gold Report dat je niet gevoelig moet zijn voor de Fed’s “propaganda” om de QE eventueel te gaan temperen. De gecorrigeerde indicatoren van zijn instituut (zie www.shadowstats.com) tonen aan dat de V.S. bij benadering nog niet toe is aan enig herstel en de Fed juist meer zal moeten stimuleren dan afbouwen.
Voorts is zijn vraag waarom de centrale bank dan toch “dreigde” met afbouw als daartoe geen aanleiding bestaat? Er werd slechts geschermd met relatief rosy projections gemarkeerd door een grote “if”, zo zei hij. Bernanke had ook aangegeven door te blijven gaan als de economie het niet beter zou gaan doen. Williams kwam in dit kader tot de uitspraak: ‘the reality is that the economy is weak and it’s going to get weaker’.
Nadat het bankensysteem in 2008 nagenoeg in elkaar was geklapt, was het alle hens aan dek en werden de geldsluizen opengezet om te voorkomen dat het systeem volledig zou imploderen. Deze actie droeg evenwel niet bij tot oplossing van de onderliggende problemen. Vandaar dat we nog steeds in recessie verkeren waarbij de economie neigt juist verder terug te zakken. In feite is er de afgelopen 5 jaar totaal niets veranderd, laat staan verbeterd of zelfs maar in gang gezet.
Primaire functie van de centrale bank
Williams gaat verder door te zeggen: ‘the purported nature of the quantitative easing is a fraud on the public’ (de strekking van het opblazen van de geldhoeveelheid is niets anders dan fraude ten koste van de samenleving). Dit wordt door Bernanke c.s. echter vertaald met het stimuleren van de economie (verbetering werkgelegenheid en duurzame economische groei gepaard gaande met een milde inflatie). Maar het betreft hier slechts de ‘secondary concerns’ van de Fed, terwijl hij benadrukt dat het in de eerste plaats moet gaan om: The U.S. central bank’s primary function always has been to assure banking system solvency and liquidity’ (de primaire functie van de Amerikaanse centrale bank is zorg te dragen voor een solvent en liquide banksysteem). De stortvloed aan liquiditeit die de monetaire basis deed opzwellen, is niet in het normale geldcircuit terecht gekomen en heeft de man in de straat nooit bereikt. De Fed hanteert QE als dekmantel voor een zwakke economie om te verhullen dat het systeem nog steeds aan barrels ligt.
De onderliggende factoren
Maar de huizenmarkt is toch aan de beterende hand? Williams’ antwoord is dat de huizenbouw nog steeds 60% onder de piek van vóór 2008 ligt. Zowel de huizenbouw als de industriële productie liggen op schema voor een kwartaal-op-kwartaal krimp en zouden eveneens tot een krimp van het BBP in het 2e kwartaal moeten leiden. Met de onderliggende fundamentele zwakheden is er geen basis voor een zich herstellende economie. De reële werkloosheidscijfers met 20 miljoen werklozen of gedeeltelijk werklozen, het stijgende aantal van 47,7 miljoen dat nu op voedselbonnen leeft alsmede het feit dat 76% van de werkzame bevolking van paycheck naar paycheck leeft terwijl de inkomens stagneren, spreken hun eigen taal.
Voortwoekerende koopkrachtdaling
De Amerikaanse consument bepaalt voor meer dan 70% het BBP en heeft een directe invloed op de balans van de economie. Voor een duurzame consumptiegroei heb je een duurzame groei in liquiditeit (inkomen) nodig zo mogelijk ondersteund door krediet. Zowel inkomen als krediet stagneren op z’n minst. De grafiek hieronder (voor de objectiviteit geleend van Sentier Research, opgezet door voormalige stafleden van het U.S. Census Bureau vergelijkbaar met ons CBS) geeft aan dat er sinds vorig jaar hooguit sprake is van enige stabilisatie. Williams gaat nog verder door te stellen dat het gemiddelde huishoudinkomen qua koopkracht in 2011 zelfs lager is dan eind jaren ‘60/begin jaren’70.
Het inkomen, de koopkracht en de toekomstverwachting sturen de consumptie en niets anders. In de jaren vóór 2008 werd de economische groei niet door inkomensgroei maar door kredietgroei bepaald. Het consumentensentiment volgt de economische ondertoon in de pers. Het consumentenvertrouwen begon al te haperen in 2006 en doet nu niet meer dan aan bottom-bouncing.
Het ‘dressen’ van de indexcijfers
Alle economische groeicijfers ten spijt blijken deze cijfers sterk inflatie vertroebeld te zijn. Al sinds de jaren ’80 werd de inflatiemeting methodiek aangepast om een lagere dan de reële inflatie te kunnen laten zien. Voedsel en energie (juist de belangrijkste indicatoren) werden uit het basis indexcijfer gehaald. Dit had een aantal redenen. In de eerste plaats behoefden de sociale fondsen alsmede de pensioenfondsen minder inflatievast uit te keren. In de tweede plaats gold dat ook voor de overheidssalarissen en in de derde plaats was dat gunstig voor de inflatieperceptie in het algemeen (inflatie duidt immers op niets anders dan koopkrachtverlies). Een aantal aanpassingen van het bekende CPI cijfer hadden betrekking op de BBP’s impliciete prijsdeflator, waarmee de inflatie effecten op het BBP konden worden uitgenomen of juist meegenomen. Als je alle inflatie effecten uitsorteert dan blijkt dat het BBP al in 2006 begon te dalen, hard daalde in 2009 en thans niets anders doet dan ook aan bottom-bouncing, samen met alle andere indicatoren.
De Fed weet dat als geen ander en dat is voldoende reden om het huidige QE beleid gewoon voort te zetten. William’s woorden: ‘any talk of tapering is pure propaganda to placate global markets on the U.S. dollar, trying to hit gold and maybe get a sense of how the markets would respond to an actual withdrawing of quantitative easing’ (elke suggestie van tempering is pure propaganda om de markt wereldwijd gunstig te stemmen m.b.t. de dollar, tegelijk om goud naar de onderaardse gewelven te verwijzen en om een indruk te krijgen van de reacties in de markt bij een feitelijke afbouw van QE).
De aandelenmarkt
De aandelenmarkten reageerden na Bernanke’s uitspraken direct negatief. Voor Williams aanleiding om deze markten als volstrekt irrationeel te bestempelen. Immers, evenals het edelmetaal wordt ook de aandelenmarkt heftig bemanipuleerd middels de President’s Working Group on Financial Markets (na de Wall Street Crash in 1987 geïnstalleerd, RB), in de volksmond de Plunge Protection Team geheten. Volgens Williams dragen deze ingrepen allerminst bij tot een verbetering van het economisch klimaat maar meer als buskruit voor een ‘proximal hyperinflation trigger with a devastating impact on the dollar and a spike in gold’.
Williams bespeurt 4 majeure marktpercepties die totaal uit de pas lopen met de onderliggende fundamentele realiteit:
1) het Fed beleid dat wordt opgesloten door de geldpers wordt in de markt beschouwd als het “enig juiste beleid”
2) het fiscale klimaat en het langere termijn failliet van de staat dat niet wordt onderkend
3) de economie die veel zwakker is dan het consensus verwachtingspatroon, met een totaal uit de hand gelopen begrotingstekort
4) nieuwe schandalen die het vertrouwen in het bestuur en in de dollar beschamen.
Eindspel in zicht
Williams voorspelt in zijn betoog de nadering van het eindspel weerspiegeld in een toenemende volatiliteit op de aandelenmarkten, valuta’s en uiteraard het edelmetaal. Een en ander zal zichtbaar worden in de koers van de dollar die naarmate de selling toeneemt de daling onomkeerbaar in werking zet. Op dat moment is de toon voor hyperinflatie gezet. De Fed zal machteloos blijken en lijdzaam moeten toezien tot welke brokken haar beleid heeft geleid. De rente loopt tegelijk in cadans op en richt een ware slachting aan onder alles dat papier vertegenwoordigt. The banks are going to collapse and the economy is going to hell’.
Duidelijke taal voor degenen die nog aan normalcy bias lijden in de veronderstelling dat er na deze “recessie” weer betere tijden in het verschiet liggen. Weltruste!
Robert Broncel
Voor US Markets
PS. ook deze column gaat naar bankpresident Klaas Knot (je hoort hem nauwelijks!) met het advies vooral nú goud bij te kopen en naar premier Rutte die met z’n maatje Samson ons aanzet tot het verbrassen van het laatste geld alsmede naar de fractieleiders van de belangrijkste politieke partijen in de Tweede Kamer. Mogelijke reacties?