Vaak wordt gesteld dat de maand januari een voorbode vormt voor wat ons de rest van het jaar op de beurs te wachten staat. Het gezegde luidt dat de eerste 5 beursdagen van het jaar bepalend zouden zijn voor het koersverloop voor de rest van het jaar. Een andere opvatting is de hele maand januari als indicator voor de rest van het jaar te nemen. Dit jaar is er echter een opmerkelijk verschil tussen de eerste week en de rest van de maand. Zo startte de beurs het jaar met winst om de maand januari vervolgens met verlies af te sluiten. Wat moeten marktvoorspellers met dit gegeven? Voor zover er al waarde gehecht zou moeten worden aan de maand januari als voorspeller voor de rest van het jaar kunnen beleggers niet veel met het huidige koersverloop.
Een opvallend verschijnsel is inmiddels wel de voortgaande opmars de dollar. Want deze munt was eind november immers volledig uit de gratie bij beleggers. De consensus was toch dat deze munt alleen maar verder kon dalen. Zelden waren beleggers zo onderwogen in ’s werelds belangrijkste valuta als in de herfst van 2009. En ziedaar, sinds begin december – de dollar bereikte toen een voorlopige bodem ten opzichte van de euro van 1,51 — is de dollar bezig aan een opmerkelijke rally. Inmiddels staat de dollar op 1,36 en daarmee zo’n 10 % hoger. Hoe ver zal deze dollarrally zal reiken en wat zijn de implicaties voor andere beleggingen als aandelen en obligaties?
Tijdens de rally op de beurzen de afgelopen tien maanden vormde de zwakte van de dollar voor beleggers een gunstige rugwind. Er was een bijna perfecte negatieve correlatie van 0,95 tussen de dollar en de beurs. De bewegingen vormden elkaars spiegelbeeld. Tot eind november vorig jaar. Gedurende de maand december stegen zowel de dollar als de beurs in tandem. Maar inmiddels zijn de wegen van beide kortstondige vrienden weer gescheiden. Historisch is een sterke dollar altijd een ondersteuning geweest voor de beurs. Eigenlijk waren daarop maar twee uitzonderingen. Dat was gedurende de jaren ’70 en tijdens de recente kredietcrisis. In beide gevallen vormde de dollar een vluchthaven voor beleggers die de aandelenmarkt niet langer vertrouwden. Ook de laatste weken zien we weer een opmerkelijke vraag naar Amerikaans schatkistpapier als alternatief voor beleggingen met een hoger risico. Met name de aanzwellende onzekerheid over de soliditeit van de staatsfinanciën van een aantal Zuid-Europese landen doet de euro geen goed.
Een stijgende dollar doet echter wel veel zogenaamde carry trades op het kerkhof belanden. De haussemarkt op de beurzen werd mede veroorzaakt door beleggers die leenden in dollars – de rente was laag en de munt waarin geleend werd had de neiging verder te dalen – en vervolgens belegden in effecten met een hoger rendement zoals bijvoorbeeld aandelen, bedrijfsobligaties, grondstoffen en emerging markets. Een stijgende dollar noopt deze beleggers echter deze transacties weer terug te draaien met de huidige koersdalingen op de beurs tot gevolg. In dat opzicht heeft een stijgende dollar dus wel een nadelig effect op de beurzen. Maar voor economieën als Portugal, Italië, Griekenland en Spanje – in de financiële wereld beter bekend als PIGS — heeft een verder stijgende dollar ook voordelen. Hun staatsfinanciën zijn juist in de problemen gekomen door de sterke euro. Waar deze landen zich vroeger uit de problemen konden devalueren is dat niet langer mogelijk nu zij deel uitmaken van de Eurozone. Maar een zwakkere euro komt ze nu helemaal niet slecht uit.
De huidige ontwikkelingen rond de dollar en in de Zuid-Europese landen zijn een volgend en onvermijdelijk stadium in de afwikkeling van de kredietcrisis. De stijging van de dollar komt veel beleggers even niet goed uit maar kan de Zuid-Europese economieën juist weer ten goede komen. Er is altijd gezegd dat de dollar in de toekomst alleen maar omlaag kan. Dat is waarschijnlijk maar ten dele waar. Ten opzichte van de Chinese yuan is de dollar inderdaad zo’n 50 % overgewaardeerd en is een verdere daling te verwachten. Ten opzichte van de euro is een verzwakking van de dollar maar zeer de vraag. Wij Europeanen moeten ons langzaam gaan neerleggen bij het feit dat wij in de toekomst wellicht het museum van de wereld worden. Musea groeien niet erg hard en hebben zeker geen sterke valuta.
Jan-willem Nijkamp
voor US Markets