De carry trade is een strategie waarbij valuta’s in landen met een lage rente worden geleend, om deze gelden uit te zetten in landen waar de rente ‑en dus het rendement- hoger is. Zo was lange tijd de yen carry trade populair: Japanse yens werden tegen een lage rente geleend en vervolgens geïnvesteerd in ‘hoogrentende’ valuta in onder meer de VS en Europa.
Maar sinds juni 2008 bouwden beleggers in rap tempo hun carry trades af, beurzen daalden, de koers van de yen liep op ten opzichte van de euro en de dollar, kortom: de neergaande spiraal werd ingezet. Inmiddels is de carry trade bezig aan een comeback, zo bleek uit een onderzoek van Bloomberg. Wel is er iets veranderd: het rentedifferentieel tussen Japan en Europa is fors afgenomen vanwege de renteverlagingen die de ECB doorvoerde. En dus zien we nu de euro carry trade: geleende euro’s worden geïnvesteerd in opkomende markten waar de rente wel hoog is, zoals Brazilië en Zuid-Afrika. Hoewel dit op termijn negatief kan uitpakken voor ons continent (Europees geld wordt elders geïnvesteerd) blijven de Europese beurzen goed liggen. Sinds begin maart wisten de indices sterk te herstellen en is er zelfs sprake van uptrends. De CAC40 doorbrak recent de dalende weerstandslijn vanaf september. De index vormde onlangs een hogere bodem en is nu op zoek naar een volgende top. De DAX maakt een vergelijkbare ontwikkeling door: hoewel de toppen van januari en februari nog niet zijn uitgenomen, bevindt de index zich in een korte termijn uptrend. De Stoxx50 laat sinds begin maart eveneens hogere toppen en dito bodems zien. Terwijl de ‘carry traders’ hun heil in opkomende markten zoeken, zijn er dus ook in Europa fraaie rendementen te behalen.
Euro op zoek naar bodem
Nadat de euro in juli 2008 een top rond $ 1,60 neerzette, daalde de Europese munteenheid fors. Vorig jaar viel de euro uit een stijgend wigpatroon, hetgeen een negatief signaal is. Nadat de Fed de basisrente in december 2008 verlaagde tot een bandbreedte van 0% tot 0,25%, kreeg de euro een immens positieve impuls tot circa $ 1,47. Na deze heftige pull back-beweging daalde de euro vervolgens verder richting de steungrens rond $ 1,25. Rond dit niveau bevindt zich het eerste Fibonacci retracement level, gerekend vanaf de bodem in 2001 tot aan de top in 2008. De ECB volgde met een renteverlaging naar een historisch laag niveau van 1,25%. Begin maart werd de $ 1,25-grens wederom aan een zware test onderworpen, waarna de euro vanaf dit niveau opnieuw sterk wist op te veren. Daarbij werd de euro geholpen door de Fed, die aankondigde de geldpers op de hoogste toeren te laten draaien. De euro is begin april nogmaals afgeketst op de dalende weerstandslijn en zoekt momenteel naar een bodem.
Brent in stijgende trend
Brent bereikte in juli 2008 een recordniveau rond $ 147 per vat, maar verloor vervolgens circa 70% van de waarde. Volgens het oliekartel OPEC neemt de vraag naar olie door de recessie wereldwijd sneller af dan tot dusver werd aangenomen. De organisatie van olie-exporterende landen stelt in het laatste maandrapport dat de vraag dit jaar met 1,37 miljoen vaten per dag zal afnemen, versus een eerder verwachte vermindering met 1,01 miljoen vaten. De OPEC reduceerde de olieproductie sinds september met niet minder dan 13% en zal op 28 mei opnieuw bijeenkomen. Brent wist vanaf het 50% Fibonacci retracement level, gemeten vanaf de bodem in 1999 tot aan de top van 2008, sterk op te veren. Brent is op de goede weg en vormde zelfs een hogere top. Hoewel er onlangs behoorlijk veel gas moest worden teruggenomen, onder meer vanwege de verzwakkende euro, wist Brent een hogere bodem neer te zetten. Het proces van hogere bodems en dito toppen van de afgelopen maanden, oftewel een uptrend, is nog steeds in volle gang. De vraag is nu, waar de volgende top komt te liggen.
Dow op weg naar top januari
Bullish georiënteerde beleggers hebben de afgelopen weken niets te klagen gehad op Wall Street. Hoewel de Dow Jones zich op lange termijn nog steeds in een dalende trend bevindt, wist de index zich recent terug te vechten tot de 8000-puntengrens. Vanaf begin maart werden zowel hogere toppen als hogere bodems gevormd: een korte termijn uptrend. De eerstvolgende significante top werd in januari geplaatst rond een niveau van 9000 punten. Nu zal moeten blijken, of de Dow vitaal genoeg is om dit niveau te bereiken en, liever nog, te overschrijden. De S&P500 bevindt zich eveneens in een korte termijn uptrend en is ook nog ver van de top van januari verwijderd. Nog altijd staat de Nasdaq er het beste voor. De twee opwaartse koershiaten die de technologie-index vanaf begin april heeft gevormd, zijn illustratief voor de kracht van de Nasdaq, die alweer rond de top van begin 2009 noteert. Trekt de technologiesector de rest van de markt mee omhoog?
Met vriendelijke groet,
www.beursbulletin.nl
www.beleggen.com
Harm van Wijk
Wilt u dit dagcommentaar per e‑mail ontvangen? Klik dan op bovenstaande link.