Uiteindelijk kregen de beren dan toch hun zo vurig gewenste correctie op de beurs. Na een bijna onafgebroken rally van een half jaar begon de markt in al zijn voegen te kraken. Van de opstanden in Tunesi? en Egypte werd de in blakende vorm verkerende stier nog niet echt bang maar een voor zijn lijfsbehoud vechtende Libische dictator, een zich voortslepende eurocrisis en een vernietigende aardbeving in Japan deden hem uiteindelijk toch door zijn hoeven zakken. Op 18 februari bereikte de S & P‑500 zijn top van 1343 punten om vervolgens met 6,4 % weg te zakken tot 1256 punten op 16 maart. De beren kraaiden victorie. Dit zou toch het jaar van het aandeel worden? Wat zaten die optimistische beursgoeroes er weer gruwelijk naast!
Helaas juichten de beren te vroeg. Hoezeer lekkende kerncentrales, bruut optredende autoriteiten in Syri?, een weifelend optredende NAVO in Libi? en kibbelende Europese politici ook hun best deden, de beurs boog wel maar brak niet. En de koersen herstelden wonderbaarlijk snel. De S & P‑500 is weer bijna terug op het niveau van voor de correctie en ook de grondstoffen hervonden hun oude allure. Het goud reikte zelfs naar een nieuw record. De stier rees weer overeind en stuurde de beren terug het bos in.
Maar wat verklaart dit opmerkelijke herstel op de beurzen na een hoeveelheid ellende van ongekende proporties? De gevolgen van de onrust in het Midden-Oosten en de kernramp in Japan zijn immers nog lang niet te overzien. Het antwoord op deze vraag is te vinden in een aloude beurswijsheid: do not fight the Fed. Het heeft voor beleggers weinig zin tegen het beleid van de centrale bank in te gaan. Het was immers de gouverneur van de centrale bank van de VS die zeven maanden geleden het vuur aanstak voor deze rally door een nieuwe ronde van monetaire verruiming aan te kondigen. De centrale bank van de VS maakte bekend voor een bedrag van 600 miljard aan staatsobligaties te gaan opkopen teneinde de economie van de VS van de broodnodige stimulansen te voorzien. Daar een half jaar eerder een soortgelijk programma werd be?indigd werd deze nieuwe stimuleringsronde QE2 gedoopt.
Met deze investering van 600 miljard dollar werd een waardevermeerdering op de financi?le markten gerealiseerd ter grootte van het zesvoudige! Marktvolgers zijn het er wel over eens dat de Fed ten grondslag heeft gelegen aan deze spectaculaire stijging op de beurzen. Inmiddels vertoont de economie van de VS weer tekenen van leven. Ondanks de zwakke huizenmarkt groeit de economie weer, begint de torenhoge werkloosheid af te nemen, neemt het vertrouwen onder consumenten weer toe en investeren bedrijven weer. En belangrijker, het Amerikaanse bedrijfsleven is bijna net zo winstgevend als in het recordjaar 2006.
De beren ontwaakten dus te vroeg uit hun winterslaap. Die correctie was er overigens toch wel gekomen, ook zonder opstanden in het Midden-Oosten en het Japanse nucleaire drama. Wanneer koersen maandenlang onafgebroken stijgen komt er steevast een moment waarop beleggers gaan twijfelen over de houdbaarheid van een rally en winst gaan nemen. Vervolgens gaat men op zoek naar een excuus om dit te doen.
Maar wat nu? De komende maanden zullen de markten zich voornamelijk richten op het beleid van de Fed. Deze was immers voornemens QE2 in juni stop te zetten. De grote vraag is nu in hoeverre dat reeds in de markt is verdisconteert. Hoe zullen de aandelen- en obligatiemarkt reageren wanneer de centrale bank niet langer staatsobligaties opkoopt? En welke troeven houdt de Fed nog achter de hand? Want de mogelijkheid op QE3 is steeds open gehouden. Bernanke heeft de gebeurtenissen uit de jaren ’30 waarschijnlijk goed in zich opgenomen. Ook toen werd een grote economische crisis bestreden met het laten draaien van de geldpersen. Ook toen leidde dat tot een spectaculaire rally op de beurzen. Alleen maakten de monetaire autoriteiten toen de fout het stimuleringsprogramma te vroeg stop te zetten met een rampzalige nieuwe crisis tot gevolg. Hoe ernstig de gebeurtenissen in het Midden-Oosten en Japan ook mogen zijn, beleggers doen er beter aan zich te concentreren op het beleid van de centrale banken wanneer zij zich een beeld willen vormen over de beurzen.
Jan-willem Nijkamp
Publicist US Markets