...

De beer spant zijn spieren

12 december 2003, 14:30 | US Markets Redactie | leestijd: 7 minuten | moeilijkheid: 6 / 12 | (0)

Wat is de dri­jfveer achter onverwachte of niet direct verk­laar­bare koerssti­jgin­gen? De col­umn sug­gereert wat de verk­lar­ing kan zijn en probeert, aan de hand van de Put-Call Open Inter­est Ratio, te onder­zoeken hoe de beurssi­t­u­atie echt is. 


De beer spant de spieren
De ogen­schi­jn­lijk ons­tu­it­bare opgang van de Dow Jones (en ook de Nas­daq en andere beurzen) gedurende de afgelopen maan­den doet vele wenkbrauwen fron­sen. Immers, waar­door wordt de koop­drang gedreven? Nie­mand kan het pre­cies zeggen. In de pers lezen we o.m. dat het de hoop is op een economisch her­s­tel. Hoop doet lev­en, dat wel. Daar­door komt een ket­tin­gre­ac­tie op gang. 
Elke ket­tin­gre­ac­tie wordt door iets op gang gebracht. In de scheikunde spreekt men van katal­yse’. Een katalysator is iets dat een reac­tie start of ver­snelt, maar achter­af onveran­derd achter blijft. 
Met deze weten­schap in het achter­hoofd keren we terug naar de beur­swereld. Want wat lezen we in aller­lei acht­enswaardi­ge kran­ten en tijd­schriften? Dat het niet uit te sluiten is dat Wall Street van over­hei­dswege financiële ste­un kri­jgt wan­neer dat nodig is. 
Dat is nu de katal­yse: fonds X, een ste­vige blue chip, daalt. Opeens komt er een mys­terieuze bestelling voor een respectabel aan­tal effecten. De koers sti­jgt. Aha, denken de beleg­gers, goed nieuws, we zullen ook maar vlug wat kopen. En hup, daar kiest de koers een noord­waartse richt­ing. Kuddegedrag. 
Bli­jft onze vergelijk­ing met de chemis­che katal­yse opgaan, anders gezegd zal de mys­terieuze spon­sor onmid­del­lijk zijn stukken verkopen en terug uit de markt verd­wi­j­nen? Denke­lijk niet, want als het pakket dat hij kocht vol­doende groot was om een koop­golf te initiëren, zou het vroegti­jdig van de hand doen ervan wel eens een omge­keerd effect kun­nen hebben. 
Boven­di­en zal het in de prak­tijk niet gaan om één, maar om een ganse reeks fond­sen. Onze spon­sor zal spoedig de bodem van zijn schatk­ist zien, geen enkel bud­get is onu­it­put­telijk. De stukken moeten terug verkocht wor­den. Als er op dit moment geen goed onderne­m­ingsnieuws is, zullen we een omkeerd kat­alytisch effect meemak­en, erg­er nog, er kan een vertrouwen­scri­sis ontstaan. 
Dan blijkt de sti­jging niet het gevolg te zijn van een economis­che ver­be­ter­ing, maar van doo­dge­wone manip­u­latie. De beleg­gers ver­liezen hun vertrouwen, keren zich af van de markt, het gaat zuid­waarts met de koersen. 
Vertrouwen: een enorm belan­grijk woord. Hoe kun­nen we dat meten? Uit het boven­staande blijkt dat het koopge­drag van aan­de­len niet echt uit­drukt hoe de beleg­gers aankijken tegen de markt. 
Beter is te onder­zoeken welk beleg­gingsin­stru­ment beter het gevoel van de beleg­gers uit­drukt. En dat instru­ment bestaat in de vorm van opties. Immers, wie in opties han­delt, doet dat alti­jd met het oog op een toekom­stige sit­u­atie. Een aan­deel neemt men in porte­feuille of op een effecten­reken­ing. Een optie is veel min­der tast­baar, het is een wis­sel op de toekomst.
Om een idee te kri­j­gen hoe de optiehan­de­laars aankijken tegen de beurs kan men de Put-Call open inter­est ratio (P/​C‑ratio) bereke­nen. De P/​C‑ratio bekom je door bij voor­beeld dagelijks het aan­tal ver­han­delde puts te delen door het aan­tal ver­han­delde calls. Is de uitkomst van deze del­ing 1, dan zijn er de bewuste dag net zoveel puts als calls over de toon­bank gegaan. Wan­neer de P/​C‑ratio klein­er is dan 1, dan wijst dat op opti­misme en is er een stieren­markt of is deze op komst. In geval de P/​C‑ratio grot­er is dan 1, dan heerst er pes­simisme en hebben de beren de markt veroverd of staan ze op het punt dit te doen. 
Hoe zit dat nu in de prak­tijk? Bek­ijken we even onder­staande grafiek van de koers van de OEX-index (S&P 100, zwarte lijn) en de P/​C‑ratio ervan (okergele lijn).
Bron: Sen­ti­men­Trad­er
Uit deze grafiek blijkt duideljk dat de laat­ste maan­den de putop­ties ruim­schoots de cal­lop­ties overtr­e­f­fen en dat we kun­nen spreken van een berensen­ti­ment. Lat­en we de sit­u­atie iets grondi­ger bekijken. 
De sti­j­gende P/​C‑ratio duidt erop dat de traders putop­ties kopen, in de veron­der­stelling dat de koersen zullen dalen. Waarom? Omdat ze aankijken tegen een over­bought’ sit­u­atie, die uitein­delijk niet anders kan dan omslaan in een verkoop­golf. Hoe lat­er die verkoop­golf op gang komt, hoe gevaar­lijk­er het wordt. 
Stel dat tegen beter weten in de koersen bli­jven sti­j­gen, bij voor­beeld wegens onge­fun­deerd opti­misme en/​of het kat­alytisch effect van spon­sor­ing’ van over­hei­dswege. De dag komt dat genoemde opti­etraders (en ook short-beleg­gers) niet anders kun­nen dan hun posi­ties te sluiten, terug te kopen dus. 
Dit kan de koersen nog wat hoger jagen. Mooi? Niet mooi. Genoemde traders ver­liezen geld bij het sluiten van hun short-posi­ties, min­der ervaren beleg­gers kopen (bij) en ver­groten hun pakket aan­de­len. Tot op een dag mas­saal gere­aliseerd wordt dat het hele gebeuren geen ste­vig plat­form heeft, dat er geen groei- en/​of omzetci­jfers zijn die het opti­misme schra­gen. Een verkoop­golf komt op gang en de koersen gaan in vri­je val. Waaraan doet ons dit denken? Juist, aan de jaren 1929 – 1932. Lees hierover in de col­umn De depressie van 2003?’. 
Geldt deze redener­ing ook voor de toon­aangevende AEX-index? Dichter bij huis is het plaat­je anders, maar ook niet geruststellend. 
De grafiek hieron­der geeft de 1‑daagse Call/​Put open inter­est ratio (zwarte lijn) en de 12-daagse Call/​Put open inter­est ratio (rode lijn) van de AEX. Let wel: het gaat om de Call/​Put open inter­est ratio (C/​P‑ratio), dus het omge­keerde van wat getoond werd bij de OEX hier­boven. In de AEX-grafiek betekent een C/​P‑ratio klein­er dan 1 een pes­simistis­che trend, de markt is over­sold. Een C/​P‑ratio grot­er dan 1 slaat dan ook op een opti­mistis­che sfeer en bij waar­den boven 1,5 hebben we een over­bought sit­u­atie en bij een C/​P‑ratio van 2 of meer is er zelfs te veel opti­misme, dat snel kan omslaan. De grafiek spreekt voor zichzelf. De verwachtin­gen zijn (te) hoogges­pan­nen. Een klein beet­je twi­jfel kan het kaarten­huis doen instorten.
Of het in de VS en als gevolg daar­van wereld­wi­jd tot een crash komt weet nie­mand. ©n ding is zek­er: zoals de zak­en er nu voorstaan, kan het niet anders of er komt een ste­vige cor­rec­tie. Het is niet uit te sluiten dat het her­s­tel voor de tweede helft van dit jaar (tussen haak­jes: in 2001 en in 2002 sprak men ook van her­s­tel in de tweede helft van het jaar’) niet zal optre­den en we in de plaats een Dow Jones zouden kun­nen meemak­en die zal terugge­floten wor­den van zijn huidi­ge 9.000+ niveau om tevre­den te zijn met 6 Ã 6.500 punten. 
Is de sti­er moe gewor­den? De beer heeft in alle geval rust kun­nen nemen en zal niet aarze­len toe te slaan zodra hij er de kans toe ziet. Hij spant zijn spieren, klaar voor de aanval. 
Jan Van Besauw
Colum­nist voor US Markets
11 juni 2003.

Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.