Afgelopen week kwam de Europese Centrale Bank voor zijn rentebespreking bijeen in Lissabon. Een eventueel te nemen besluit over de rente heeft echter niet de eerste prioriteit. De turbulente ontwikkelingen op de financiële markten zouden de centrale bankiers wel eens kunnen inspireren tot het nemen van veel ingrijpender maatregelen. De eenheid van de Eurozone en het voortbestaan van de euro staan de laatste tijd tenslotte behoorlijk onder druk.
Eind november vorig jaar werd voor het eerst duidelijk dat de schuldenlast van de Grieken veel omvangrijker was dan tot dan was aangenomen. Naarmate de tijd verstreek begon het tot de markten door te dringen dat de Grieken hun schulden moeilijk op eigen kracht zouden kunnen aflossen. En dat een Griekse deconfiture veel verder zou reiken dan het land zelf. Veel Europese banken hebben de Griekse schuld immers mede gefinancierd. Een financiële injectie van de Europese Unie en het IMF bleek noodzakelijk. Diverse reddingsplannen werden gelanceerd waarbij de betrokken bedragen steeds groter van omvang werden. Maar ook het meest recente plan ter omvang van 110 miljard euro bleek niet in staat de financiële markten tot rust te brengen. De rente op diverse Zuid-Europese staatsleningen steeg verder en de beurzen kelderden. Een default is nog steeds niet uitgesloten.
Ondertussen is de rente op bijvoorbeeld Portugese staatsleningen gestegen tot boven de 5 %. En dat is nu juist het percentage waartegen de Eurolanden – inclusief Portugal – de Grieken een lening willen gaan verstrekken. Voor Portugal dus een verliesgevende transactie. En dan hebben we het nog niet over de zwaar geblesseerde Spaanse stier. De Spaanse staatsschuld is weliswaar alleszins binnen de perken gebleven – bijvoorbeeld kleiner dan de Nederlandse schuld — maar het begrotingstekort is van dien aard dat enige urgentie geboden is. En een werkloosheid van 20 % helpt ook niet erg mee. De Spaanse economie is aanmerkelijk groter dan de Griekse en een Spaans default zou voor de Europese Unie en de euro in zijn huidige vorm waarschijnlijk het einde betekenen.
Nu was de Europese Centrale Bank vanaf de oprichting een soort kopie van de Duitse Bundesbank. Het monetaire beleid was – zoals het Duitsers betaamt — conservatief en louter gericht op het beteugelen van de inflatie. Onder druk van de financiële crisis heeft de Europese Centrale Bank echter steeds meer Zuid-Europese trekjes gekregen. Er werden exorbitante bedragen aan het bankwezen uitgeleend teneinde het financiële systeem overeind te houden. En sinds vorige week heeft de ECB de minimum kredietwaardigheid voor het accepteren van onderpand laten varen. Ook Griekse staatsleningen – junk bonds immers – worden nu geaccepteerd als onderpand bij de Centrale Bank.
Maar de ultieme stap voor de ECB zou datgene zijn waar men zich de afgelopen jaren steeds manmoedig tegen heeft verzet. Waar de centrale banken van de VS en Groot-Brittannië overgingen tot het opkopen van staatsleningen – kwantitatieve verruiming — om de markt liquide te houden en de rente laag heeft de conservatieve ECB dat tot op heden steeds geweigerd. De markten speculeren inmiddels voorzichtig op een draai van de ECB. Zou het ondenkbare denkbaar kunnen worden? Een ECB – een kloon van de Bundesbank – die de geldpers op volle toeren laat draaien? Het zou de ultieme daad zijn om de financiële markten tot rust te manen en obligatiebeleggers de garantie te geven dat ze hun leningen te allen tijde kunnen verkopen tegen een redelijke prijs.
De problemen in Zuid-Europa zijn ontstaan omdat deze economieën – vastgeklonken aan de euro — zich niet zo als voorheen uit de crisis konden devalueren. In het verleden devalueerde men de waarde van de drachme, lire of peseta en de economie draaide weer door. Door de invoering van de euro waren echter harde aanpassingen – bezuinigingen en loonsverlagingen – nodig om de economie weer op gang te krijgen. De voortgaande daling van de euro sinds november vorig jaar betekent echter de facto toch een devaluatie. En deze devaluatie zou de Zuid-Europese economieën nu net de lucht kunnen geven om te overleven. Veel harde bezuinigingen kunnen dan wel eens overbodig blijken. De daling van de euro komt zo bezien nog niet zo slecht uit.
Jan-willem Nijkamp
voor US Markets