![](/images/legacy-images/images/080314-jvb-+-wall-street.gif)
Crash 1987: visie Greenspan
In zijn boek ‘The Age of Turbulence’ geeft Alan Greenspan o.m. het relaas van de gebeurtenissen op ‘Black Monday’, maandag 19 oktober 1987. We zullen hem volgen gedurende deze spannende dagen en zien hoe hij reageerde.
Alan Greenspan
Bron: Washington Post
Alan Greenspan werd op 11 augustus 1987 door president Ronald Reagan benoemd tot opvolger van Paul Volcker als voorzitter van de Fed. Het was de bedoeling van de kersverse, toen 61-jarige voorzitter zich geleidelijk in te werken in zijn nieuwe functie. Tot die datum was hij voorzitter geweest van het economische adviesbureau Townsend-Greenspan & C°, dat zijn activiteiten stopzette toen Greenspan baas van de Fed werd.
Hij leerde dagdagelijks om te gaan met een staf van 2000 medewerkers die hem eerbiedig ‘Mr. Chairman’ noemden en niet Alan zoals hij tot dan gewoon was. Hij leerde de geplogenheden en eigenaardigheden van zijn ambt.
Wat op hem aanvankelijk een grote indruk maakte, was het 7‑koppige Federal Open Market Committee (FOMC), dat o.m. instaat voor het vastleggen van de basisrente (discount rate), een van de meest invloedrijke factoren van de VS-economie. Het FOMC vergaderde in het geheim en niemand buiten de 7 leden kende de agenda. Een week nadat Greenspan de voorzittershamer mocht hanteren moest hij het FOMC al leiden en naar eigen zeggen had hij geen idee van de manier van stemmen of argumenteren.
Na 2 maanden kwam er een abrupt einde aan Greenspans inloopperiode.
Greenspan kende toen al zijn klassiekers en uit zijn boek blijkt dat hij terugdacht aan de oktoberdagen in 1929. Toen blokletterden de kranten dat er niets aan de hand was. En nu, in september 1987, zat Greenspan met nare voorgevoelens.
Hij moet hebben gemerkt, dat er een al te duidelijke parallel met 1929 gaande was. Sinds het begin van 1987 steeg de DJIA, er was blijkbaar geen houden meer aan. Aandelen waren zeer populair en velen droomden ervan, slapend rijk te worden.
De economie, die onder Ronald Reagan nu al het vierde jaar op rij aan het groeien was, vertoonde volgens Greenspan tekens van oververhitting. De vastgoedsector deed mee en noteerde exuberante prijzen.
Hij was van oordeel, dat de economie aan afkoeling toe was. Tijdens een zitting van het FOMC in september 1987 stelde Greenspan voor, de rente te verhogen van 5,5 naar 6%. Dat was een grote en gedurfde stap, maar alle FOMC-leden volgenden hun nagelnieuwe voorzitter.
Zoals u uit de grafiek hierboven ziet u wat er gebeurde: de DJIA zakte. Meer in detail ging dat als volgt. Op 25 augustus 1987, Greenspan leidde net twee weken de Fed, had de DJIA de recordkoers van 2.722,42 punten bereikt, een stijging van ca 40% tegenover het begin van hetzelfde jaar. Kort hierna en waarschijnlijk tengevolge van de rentestijging nam de DJIA wat gas terug en zakte tegen eind september 1987 tot ca 2.500 punten. Maar dan klom hij terug en bereikte op 7 oktober 1987 de 2.551,08 punten. Voor velen, ook experts, was die korte terugval naar 2.500 een adempauze en was de DJIA niet van plan deze hoge regionen te verlaten.
Greenspan bleef ongerust. De economie bleef vertragen en de dollar verzwakte tegenover de Yen en de Europese munten. Investeerders en financiële instellingen kwamen tot het besef dat voor miljarden dollar aan speculatief kapitaal geen cent zou opleveren.
Een bijna vergeten gevoel stak zijn kop op: angst. Daardoor zakte in de eerste week van oktober de DJIA ca 6%. De week daarop werd het erger. Op vrijdag 16 oktober 1987 bij voorbeeld verloor de DJIA op één dag 108 punten.
Greenspan rekende uit dat op die dag sinds het einde van september 1987 al voor bijna
500.000 miljard (!) dollar belegde waarde in rook was opgegaan. Toen begon de angst om te slaan in paniek.
In Time magazine van de week van 12 tot 16 oktober 1987 verscheen lang artikel onder de titel ‘Wall Street’s October Massacre.’ Profetische woorden, want het ergste moest nog komen…
Op de inmiddels beruchte maandag 19 oktober 1987 vloog voorzitter Greenspan naar Dallas, Texas om daar de dag erop een toespraak te houden voor een congres van Amerikaanse bankiers. Voor hij opsteeg, had hij nog vernomen dat de DJIA de eerste uren alweer 200 punten kwijt was. Bij zijn aankomst vroeg Greenspan hoe het stond met de DJIA (zelfs het woord gsm bestond nog niet) en hij kreeg als antwoord: ‘Down five oh eight.’
Greenspan glimlachte opgelucht en zegde: ‘Great! What a terrific rally!’. Waarop hij door zijn toehoorders met gefronste wenkbrauwen werd aangekeken. Hij had namelijk ‘ five oh eight’ op de gebruikelijke manier geïnterpreteerd als 5,08. Toen werd het hem duidelijk gemaakt dat de DJIA 508 punten was gezakt, een crash van 22,5%. Dat ziet u in de chart hierboven.
De ganse avond en een goed deel van de nacht bracht Greenspan telefonerend door. Hij praatte met zijn vice-voorzitter Manley Johnson en andere leden van zijn staf, met verantwoordelijken van Wall Street en van andere belangrijke beurzen in de VS. Hij liet een crisis management team samenstellen om hem en zijn staf bij te staan.
Greenspan was zich er wel van bewust, dat het de verantwoordelijkheid van de Fed is, om zg. financiële verlamming te voorkomen. In een soortgelijke situatie zoals tijdens en na ‘lack Monday’, 19 oktober 1987, hebben de banken de neiging om hun onderlinge betalingen uit te voeren, noch om leningen toe te staan. Gevolg: de economie komt tot stilstand.
En hier doet Greenspan in zijn boek een vage verwijzing naar het ontstaan van de Working Group on Financial Markets, die opgericht werd in 1988 op initiatief van Ronald Reagan. Deze werkgroep is later, zoals wij aanhalen in het artikel
Bewijzen beursmanipulatie: deel 1
http://www.usmarkets.nl/modules.php?name=News&file=article&sid=53468
van 12 september 2005, het Plunge Protection Team (PPT) gaan heten. Het PPT heeft als doel destabilisatie van de VS-economie te vermijden ten gevolge van dalende marktprestaties.
Ten tijde van Black Monday bestond dit team nog niet, maar Greenspan heeft het wel over het principe ervan en de noodzaak om in dit verband te beschikken over liquide middelen om institutionele beleggers uit het slop te helpen.
Dinsdag 20 oktober schrapte Greenspan zijn speech en vloog terug naar zijn post te Washington. Daar aangekomen vernam hij dat de NYSE van plan was de handel stil te leggen bij gebrek aan kooporders. Nu verloor Greenspan even zijn kalmte. Hij besefte dat het sluiten van een beurs tot echte paniek leidt. Want zolang als er handel is, hebben de beleggers nog het gevoel eronderuit te kunnen. Over de hierop volgende actie is Greenspan in zijn boek ook vaag. Hij zegt enkel dat een uur nadat hij wist wat de NYSE van plan was, er genoeg kopers waren om dit plan op te doen doeken.
De dagen erop wendde Greenspan al zijn invloed en intellectuele vermogens aan om financiers, bankiers, beursmensen en politici te kalmeren. Het FOMC gaf het bevel aan handelaars in New York om voor miljarden dollars schatkistobligaties te kopen op de open markt. Hier vinden we het rudiment van de werking van het PPT terug: er was terug geld in circulatie waardoor de interesten op korte termijn verlaagden.
Op politiek vlak startte Greenspan gesprekken met o.m. stafchef James ‘Jim’ Baker (zie inzet in bovenstaande afbeelding voorpagina Times). Het ging vooral over maatregelen om het tekort op de handelsbalans te beperken (is nota bene vandaag nog altijd een torenhoog probleem in de VS) en de nationale budgetten te herzien. Hiervan is niets in huis gekomen, schrijft Greenspan, maar het heeft geholpen de gemoederen te bedaren.
Greenspan liet zijn ‘Operations Center’ dag en nacht werken. Het verloop van de beurzen in Europa en in Japan werd op de voet gevolgd en uit de slotkoersen werd een kunstmatige DJIA gedestilleerd, om een idee te krijgen hoe Wall Street zou openen. Bij dit fenomeen loont het de moeite even stil te staan. Want meestal is het zo, dat wij in Europa afwachten hoe het beursverloop over de plas is geweest. Als het in New York regent… In oktober 1987 was het omgekeerd en elke keer als Amsterdam, Brussel, Frankfurt, Londen of Parijs stijgingen toonden, kon men in Wall Street wat beter ademen.
Greenspan wijst er wel op, dat het meeste werk van de Fed in deze crisisperiode achter de coulissen gebeurde. Zo ging in de week na Black Monday de optiemarkt van Chicago bijna overkop, omdat de grootste trader in geldnood zat. De Fed-afdeling van Chicago kwam tussenbeide (hoe juist laat Greenspan in het midden) en de bui waaide over.
Vanaf november 1987 keerde de rust terug en Greenspan kon zijn crisis management team ontbinden. Begin 1988 stond de DJIA terug op het peil van begin 1987 en kwam in een stijgend trendkanaal terecht.
De crash had plaatsgevonden, hier en daar zijn erdoor bedrijven die hun deuren hebben moeten sluiten, maar tot een depressie is het gelukkig niet gekomen. Dit is zowat de conclusie van Alan Greenspan over zijn eerste confrontatie met een beurscrisis. Het zou zijn laatste niet zijn.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.