Hoe sprak men in de 1960’er jaren over de crash van 1929 en de daarop volgende recessie? Hoe beschreef men toen de maatregelen van de toenmalige president Hoover en zijn opvolger Roosevelt, de man van de New Deal?
Crash 1929, door de ogen van de sixties
Sinds vele jaren zijn we de toch nog altijd trotse eigenaar van editie 1964 van de Amerikaans-Brits-Canadese Encyclopaedia Britannica. Op geregelde tijdstippen consulteren we deze volumineuze kennistank, al was het maar om de kennis en bepaalde standpunten van 45 jaar geleden te toetsen aan wat we nu weten of menen te weten.
Zo vonden we het intrigerend om na te gaan, hoe men in 1964 aankeek tegen de beurscrash van 1929, de daaropvolgend depressie en de herstelmaatregelen van de toenmalige overheid, Franklin Roosevelts New Deal op kop.
Om ons wat terug te kunnen verplaatsen in de tijd, eerst een tabelletje met de Amerikaanse presidenten van het begin van de 20ste eeuw tot de periode waarin onze Encyclopaedia Britannica verscheen. Tot en met de jaren van de crash domineerden Republikeinse presidenten de scène.
De informatie die nu volgt, ontlenen we volledig aan geciteerde encyclopedie. Alsof we burgers zijn van de sixties.
Nadat hij op 4 maart 1929 begonnen was aan zijn ambtstermijn, concentreerde president Hoover zich aan de bestrijding van de al dan niet georganiseerde misdaad en aan de versterking van het gerechtelijke apparaat. De VS waren de wereldleider (nvdr: zo staat het letterlijk in de encyclopedie) op het gebied van doodslag, hold-ups, inbraak en omkoperij. Gangsters gewapend met machinegeweren gebruikten zware wagens om dood en verschrikking te zaaien, ook onder de politiemensen. Niet meer dan 3 misdaden op 100 werden bestraft. Om aan deze mistoestanden paal en perk te stellen, stelde Hoover een commissie samen onder leiding van een advocaat, George Wickersham.
Nog lang voor het eerste rapport van de commissie-Wickersham tot stand kwam, stortte Wall Street ineen. Tot oktober 1929 lag schijnbaar de weg naar rijkdom breed open voor allen (sic). De aandelenkoersen hadden astronomische hoogtes bereikt en er leek geen einde te komen aan de stijging. Miljarden dollars werden bij de banken geleend en belandden bij de makelaars in Wall Street. Er ontstond een verkoopgolf, die even wild was als de aankoopgolf tot op dat moment. Op dinsdag 29 oktober werden 16,4 miljoen aandelen aan gelijk welke prijs in de markt gegooid.
Hierboven ziet u de terugval van de koersen van enkele toen (en sommige nu nog) belangrijke aandelen, in de encyclopedie vermeld.
Politieke en financiële leiders noemden het voorval ‘een kramp’ van de markt. President Hoover en zijn staatssecretaris Mellon zegden dat de economie ‘fundamenteel gezond’ was en dat een grootse heropleving van de welvaart lag te wachten ‘om de hoek’.
In januari 1930 had volgens de president een opwaartse trend terug ingezet, in maart luidde het dat de crisis binnen de 60 dagen voorbij zou zijn en in mei dat het ergste achter de rug was.
Maar gedurende het jaar 1930 werd het duidelijk, dat de VS een ernstige recessie te wachten stond. Buitenlandse handel slabakte, fabrieken werden gesloten, de werkloosheid nam angstwekkende proporties aan, hypotheken werden niet meer ingelost, banken gingen
overkop, dividenden werden niet meer uitgekeerd, de prijzen van grondstoffen zoals tarwe, katoen, koper, olie kelderden, federale budgettaire reserves veranderden in tekorten en de koopkracht van de ganse natie was verlamd.
Eén jaar na oktobercrash in Wall Street kondigde president Hoover een aantal maatregelen af om ‘het ongemak van werkloosheid’ (sic) te verlichten. Het kwam neer op het volgende:
— aanleggen van wegen
— optrekken of renoveren van openbare gebouwen
— aanleggen van dijken en drainagekanalen om overstromingen onder controle te houden
— uitbouwen van luchthavens
— verlenen van kredieten aan de landbouw
Alweer een jaar later, we schreven toen als oktober 1931, slaagde Hoover erin de bankiers te overtuigen gezamenlijk een bedrag van ½ miljard dollar bijeen te leggen waarmee minder fortuinlijke sectorgenoten gesteund konden worden.
En in januari 1932 had Hoover een zg. Reconstruction Finance Plan klaar, dat 2 miljard dollar ter beschikking stelde van o.m. noodlijdende banken, verzekeringsmaatschappijen, landbouwcoöperatieven en spoorwegmaatschappijen.
Eind 1931 won Franklin Delano Roosevelt de presidentsverkiezingen. Gedurende de 4 maanden tussen deze verkiezing en de daadwerkelijk inauguratie op 4 maart 1932 inviteerde president Hoover zijn opvolger meermalen voor besprekingen over hoe de economische situatie verbeterd moest worden. Maar Roosevelt besloot aan de kant te blijven staan totdat de politieke macht bij hem zou liggen. Tussen december 1931 en maart 1932 besloten meerdere staten banken te sluiten, om paniektransacties te vermijden. Al te veel spaarders hadden angst, het weinige geld dat hen nog restte te verliezen door nog onbekende maatregelen van de nieuwe president. Gedurende zondagnacht 5 maart 1932 stelde Roosevelt zijn eerste daad als president: over het ganse grondgebied moesten alle banken 4 dagen gesloten blijven. Hij noemde deze maatregel ‘bank holiday’. Op 9 maart riep hij het Congress bijeen en werd zijn Emergency Banking wet met overdonderende meerderheid gestemd. Deze wet riep een systeem in leven waarbij officieel aangestelde personen toelating konden geven om banken te heropenen, die voldeden aan strenge criteria. Hierdoor werd het vertrouwen hersteld en het geld stroomde terug naar de banken.
De overheid bleef nood hebben aan fondsen en in maart 1933 werd een wet gestemd, die de handel in bier met 3,2% alcohol toeliet. Hierdoor kwam het einde van de Drooglegging (januari 1920-december 1933 ) in zicht.
Eveneens in 1933 lanceerde Roosevelt de AAA, zijnde de Agricultural Adjustment Act die o.a. landbouwers toeliet hun prijzen te verhogen. In datzelfde jaar werd voor 3 miljard dollar nieuw geld gedrukt en werd de tegenwaarde in goud versus de dollar gereduceerd tot 50%. Misschien wel de meest verbijsterende maatregel van Roosevelt in 1933 was de National Industrial Recovery Act, een wet die de overheid de controle gaf over de voornaamste industrieën. Onder impuls van deze wet werd kinderarbeid grotendeels afgeschaft en kwamen vakbonden tot stand om te bemiddelen tussen werkgevers en werknemers.
Deze wetten en maatregelen vormden Roosevelts New Deal programma, waarvan de naam ontleend aan het kaartspel. Tegen de zomer van 1934 had de overheid al voor 5 miljard dollar geïnvesteerd in zg. ‘nooduitgaven’ in het kader van de New Deal.
Uit Republikeinse hoek was zware kritiek was op de New Deal, die omschreven werd als ‘een serie onsamenhangende en haastig ineengeflanste remedies die een economische chaos zonder einde veroorzaken’. Maar Roosevelt behield zijn populariteit en bekwam in 1935 een tweede kapitaalsinjectie van 4,9 miljard dollar, te besteden aan de voortzetting van de New Deal.
Sinds de herfst van 1934 was de economische en financiële activiteit begonnen met een voortdurend, zij het langzaam herstel. Spoorwegen, banken en verzekeringsmaatschappijen betaalden hun ontvangen overheidsleningen terug. Firma’s die diep in het rood waren gegaan werden weer winstgevend. Dividenden werden terug uitgekeerd. Lonen en salarissen stegen. De landbouwers zagen hun inkomsten stijgen van 5,3 miljard dollar in 1932 naar 8 miljard dollar in 1935. De buitenlandse handel, die in 1932 was weggezakt tot 2,993 miljard dollar, was in 1935 teruggekomen tot 4,329 miljard dollar.
Spijts deze positieve factoren, was het ook zo dat de nationale schuld van jaar tot jaar bleef aanzwellen. Er waren nog altijd veel werklozen, zo tussen 10 en 12 miljoen.
Eind 1936 werd Franklin Roosevelt met grote meerderheid herkozen als president en hij begon zijn tweede ambtstermijn op 20 januari 1937. Hij schreef zijn succes toe aan de New Deal, maar wees er tijdens zijn inaugurale speech op, dat hij ‘nog maar net begonnen was te vechten’ voor zijn programma en hij drong erop aan, onmiddellijk actie te nemen met de slogan ‘action now’.
Toen Roosevelt aan zijn tweede ambtstermijn begon, was niet te voorzien dat gedurende datzelfde jaar 1937 de recessie een tweede maal zou toeslaan. Van de zomer tot de herfst van 1937 viel de productie-index terug van 111 naar 89 punten, er waren opnieuw 10 miljoen werklozen en de aandeelkoersen waren gedaald met gemiddeld 20%.
De president deed pogingen om nieuwe noodmaatregelen goedgekeurd te krijgen door het Congress, maar dat mislukte.
Er volgde een periode van frictie tussen de president en het Congress en tussen de president en de vertegenwoordigers van de industrie, die hij openlijk verweet zich meer bezig te houden met middelen om hun belastingen niet te moeten betalen dan met hun economische activiteit. Republikeinen en anti-New Deal activisten dwarsboomden waar ze konden.
Het was in dit moeilijke klimaat dat de VS er getuige van waren, dat voor de tweede maal in 25 jaar in Europa een oorlog uitbrak. Aanvankelijk wilde Roosevelt een neutrale koers varen, maar de Japanse verrassingsaanval op Pearl Harbour op 7 december 1941 deed de VS ertoe besluiten, de oorlog te verklaren aan Japan en kort daarna aan Duitsland en Italië.
Onze encyclopedie geeft niet aan, wanneer en hoe de recessie geëindigd is. Wanneer vermeld wordt dat Harry Truman in 1944 de verkiezingen wint, ligt de focus op de Tweede Wereldoorlog die in een eindfase gekomen was en op de beslissing van Truman om in augustus 1945 twee kernbommen te droppen boven Japanse doelwitten. Dat de economische crisis, gestart bij de crash in 1929 uiteindelijk echt voorbij was in de jaren 1950 wordt nergens vermeld. Wel dat in de 1950’er jaren de VS opgescheept zaten met de oorlog in Korea, de Koude Oorlog werldwijd en bovendien de tot paranoianiveau opgezweepte communistenvervolgingen onder impuls van de Republikein Joseph McCarthy.
Tot slot een 21ste ‑eeuwse commentaar : als we zien wat Hoover en Roosevelt destijds bedacht hebben, dan merken we dat president Obama zijn klassieken kent en vooral bij Roosevelt inspiratie heeft gezocht en gevonden. Toch is het riskant om de parallel tussen de crash van 1929 en die van 2008 te ver door te trekken. De huidige middelen zijn anders, de maatregelen (hopelijk) beter doordacht.
Laat ons er daarom van uitgaan, dat de oplossing van de crisis van 2008 niet zo lang op zich zal laten wachten als destijds deze van 1929. Toen waren de eerste tekenen van herstel er eerst in 1936. Als het nu even lang zou duren, moeten we nog wachten tot 2015 voor een verbetering…
Optimist als we zijn, blijven we ervan overtuigd dat het in 2009 anders zal lopen dan in 1930 omdat mensen zoals Barack Obama toch wel de lessen van het verleden geleerd hebben. Er zijn trouwens toch wel markante verschillen tussen Roosevelt en Obama. Laatstgenoemde heeft meer belangstelling voor het buitenland, hij heeft zich van meet af aan omringd met bekwame medewerkers en speelt heel kort op de bal: vandaag 20 februari 2009 is hij net één maand aangetreden. Hij heeft zijn miljarden dollars noodhulp al binnen, heeft concrete plannen klaar en is begonnen met het ontwarren van het kluwen Irak/Afghanistan/Midden-Oosten.
Zullen we maar besluiten met de hoop dat het tij ditmaal sneller kan/zal/moet keren dan in de 1930’er jaren?
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikels over uiteenlopende onderwerpen.