Om een idee te krijgen of er van de BRIC-landen een remonte te verwachten is, vergelijken we een reeks indices versus de Dow Jones en de AEX en kijken we ook naar belangrijke economische parameters.
Uit ons artikel van 7 augustus 2010 bleek, dat BRIC nog niet uit de startblokken geschoten was. We stelden vast, dat voortgaande op het koersverloop van hun voornaamste indices de BRIC-landen het eerste halfjaar van 2010 zwak tot ronduit ondermaats hadden gepresteerd,.
Er is alweer ruim een trimester voorbijgegaan en dus lijkt het tijd om eens te gaan kijken welke richting genoemde indices hebben genomen en ook na te gaan, hoe de economische situatie bij BRIC-landen is.
Na bijna 11 maanden 2010 is het plaatje meer rooskleurig:
Alle vier BRIC-indices hebben sinds ons vorige overzicht (koers 30 juli 2010) een inhaalbeweging gemaakt, gaande van een met de AEX vergelijkbare +3,3% voor Brazilië tot een toch al respectabele +11,2% voor India.
Tegenover de startkoers van 6 januari 2010 (11 januari voor Rusland) ligt Brazilië een waarschijnlijk snel overbrugbare ‑1,4% achter. Met +0,4% kunnen we zeggen dat Rusland het een tikkeltje beter dan break-even doet. De Indiase BSE doet het zeer goed met een groei van meer dan 12%. De Chinese SSEC, die op 30 juli nog ‑19% achterstond tegenover de startkoers op 6 januari, heeft een deel van die achterstand goedgemaakt maar er is nog altijd een kloof van bijna 13% te overbruggen.
Tegenover de startkoers op 6 januari (11 januari voor Rusland) 2010 deed de DJIA het beter dan de BRIC, behalve wat India betreft. De AEX stond op 17 november 2010 nagenoeg op hetzelfde niveau als op 6 januari, wat maakt dat de AEX enkel de Braziliaanse en de Chinese indices klopt.
Maar om te weten of er bij de BRIC echt een kans is op remonte moeten we aandacht besteden aan de macro-economische data.
Brazilië
Daar waar in december 2009 een groei van de bnp van 3,5% voor 2010 werd verwacht, gaan de specialisten nu (november 2010) uit van +7,7% , wat meer dan het dubbele is en merkbaar beter dan de daling met 0,2% in 2009. In 2011 zou de bnp minder groeien, maar toch nog een behoorlijke 5% bedragen.
De inflatie (4,5% in 2010 en 2011) zou beter kunnen, maar er heeft zich een daling ingezet t.o.v. 2009.
De verwachte fiscale balans (het resultaat van alle overheidsinkomsten minus de uitgaven) in 2010 en 2011 vergeleken met 2009 zal minder negatief worden, wat wijst op een afname van het nationale tekort.
De groei van de uitvoer, die in 2009 bijna ‑23% was, wordt in 2010 omgebogen naar een forse stijging van 13%, die nog beter zou worden in 2011.
De evolutie van de Braziliaanse invoer, in 2009 allesbehalve een hoogvlieger (minus ca 26%), zou in 2010 een spectaculaire +44% doen noteren. Waarschijnlijk ter compensatie wordt voor 2011 een relatief bescheiden +8% verwacht.
De lopende rekening was in 2009 met ‑1,5% deficitair en in 2010 wordt het zelfs nog slechter
(-3,5%) om dan in 2011 licht, maar niet bevredigend, te verbeteren rond ‑2,8%.
De reserves van Brazilië, in 2009 goed voor 13 maanden import, zullen in 2010 terugvallen tot ca 10 maanden om in 2011 dan weer iets of wat te verbeteren.
In realiteit kende het BNP in Q1 en Q2/2010 een groei van telkens 9% vergeleken met Q1 en Q2/2009. Als deze trend zich doorzet wordt de verwachting van +7,7%, vermeld in bovenstaande tabel, ruim overschreden. Voortgaande op cijfers van de tewerkstellingsmarkt én positieve industriële en economische indicatoren geven voedsel aan enig optimisme.
Belangrijke kredietratings voor Brazilië vinden we o.m. bij Moody’s (Baa3), S&P (BBB) en Fitch (BBB-).
Rusland
Na een pijnlijke daling met bijna 8% van het bnp in 2009 zijn de verwachtingen voor 2010 en ook 2011 een stuk rooskleuriger. Of dit realiteit zal worden is nog af te wachten, want de vreselijke droogte gepaard met enorme bosbranden gedurende meerdere maanden in 2010 hebben niet alleen de landbouw, maar ook de industrie en de bouwsector negatief beïnvloed.
Om het geld te verwerven dat nodig is om al deze verliezen te compenseren, heeft de Russische regering besloten om een 900-tal ondernemingen te privatiseren en deze operatie zou in de loop van de komende 5 jaren ongeveer 60 miljard dollar moeten opbrengen.
In verband met genoemde regeringsmaatregelen zou de inflatie in 2010 en in 2011 niet bepaald goed, maar wel minder slecht worden dan in 2009.
Idem dito voor de fiscale balans (overheidsinkomsten minus –uitgaven).
Van de sterke terugval van de uitvoer en de invoer in 2009 wordt verwacht, dat deze parameters in 2010 én in 2011 een groei zullen kennen. Alleen de verwachting dat in 2011 de invoer groter wordt dan de uitvoer doet economisten de wenkbrauwen fronsen.
De lopende rekening geeft een bevredigend beeld en dit zowel in 2009, als in de verwachtingen voor 2010 en 2011. Hetzelfde kan gezegd worden van de reserves, die zich vasthouden aan het niveau 13 à 15%.
Belangrijke kredietratings voor Rusland vinden we o.m. bij Moody’s (Baa1), S&P (BBB) en Fitch (BBB).
India
Van het bnp, dat in 2009 een respectabele 7,7% groeide, wordt in 2010 en in 2011 een nog meer geprononceerde groei verwacht. Op deze manier komt India dicht in de buurt van het Chinese groeipeil qua bnp, vooral als men de bnp-cijfers van Q1 en Q2 in 2010 vergelijkt met 2009: resp. +8,6 en 8,8%.
Als de verwachtingen kloppen, zal de inflatie in 2010 nog wat toenemen om dan in 2011 behoorlijk wat gas terug te nemen.
Uit de fiscale balans blijkt, dat de overheid in 2010 en 2011 haar uitgaven wil beperken.
De uit- en de invoer, die in 2009 beiden een negatief beeld van iets minder dan ‑15% kenden, zouden in 2010 drastisch omkeren tot een groei van meer dan 19% om dan in 2011 het wat minder stormachtig te doen.
De situatie van de lopende rekening zou in 2010 de goede, want minder deficitaire kand opgaan maar zou in 2011 terugvallen naar het niveau van 2009.
De cijfers van de reserves lopen in 2010 en 211 iets terug maar er is geen reden tot ongerustheid.
Belangrijke kredietratings voor India vinden we o.m. bij Moody’s (Baa3), S&P (BBB-) en Fitch (BBB-).
China
In 2009 groeide het bnp van China met een benijdenswaardige 8,7% en zou het in 2010 zelfs nog beter doen met een +9,4% om in 2011 wat terug te vallen. In Q1 en Q2 van 2010 was het bnp resp. 11,9 en 10,3%. De mogelijk zit erin, dat het reële bnp van 2010 de vermelde verwachting van +9,4% nog zal overtreffen.
In 2009 was er sprake van een negatieve inflatie, een eufemisme voor deflatie van ‑0,7%. In 2010 en 2011 zou de inflatie stijgen tot iets meer dan 3%.
Volgens de fiscale balans gaf in 2009 de Chinese overheid iets meer dan 2% meer uit dan wat ze ontving. Dit cijfers verslechtert iets of wat in 2010 en 2011.
Net als India verwacht China in 2010 en 2011 een radicale ommekeer op het gebied van groei van uit- en invoer. Het is zelfs zo, dat de invoer in 2010 de uitvoer bijna 7% zou overtreffen. China zal dus zijn positie als grote afnemer van buitenlandse goederen in 2010 én in 2011 terug waar beginnen te maken.
De lopende rekening zou in 2010 en 2011 nog altijd positief zijn, hoewel iets minder uitgesproken dan in 2009.
De reserves zijn toereikend voor bijna 2 jaar.
Over een tweetal maanden kennen we echte resultaten van de BRIC-landen voor 2010 en hebben we een wellicht nog beter onderbouwde vooruitblik op 2011. Maar uit hetgeen we vandaag al weten, lijkt de kans groot dat er van deze landen een remonte te verwachten is.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
________________________________________
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.