...

BRIC nog niet uit startblokken

7 augustus 2010, 10:51 | US Markets Redactie | leestijd: 9 minuten | moeilijkheid: 8 / 12 | (0)

Voort­gaande op de beur­spresta­ties van belan­grijke indices hebben de BRIC-lan­den niet goed gepresteerd, zek­er niet in vergelijk­ing met geves­tigde waar­den zoals de Dow Jones en de AEX. Wat zijn de vooruitzicht­en voor deze vier nog alti­jd als opkomend geachte economieën?


In onze col­umn van ker­stavond 2009 vroe­gen we ons af, of BRIC klaar was om toe te slaan. Deze vraag kwam er na de vast­stelling, dat de BRIC-lan­den (Brazil­ië, Rus­land, India en Chi­na) de cri­sis van 2008 – 2009 beter had­den doorstaan dan de klassieke West­erse economieën.

Zeven maan­den lat­er is het plaat­je niet meer zo rooskleurig:

alt

De Brazil­i­aanse Boves­pa en de Rus­sis­che RTS daalden meer dan 4,5% sinds begin jan­u­ari 2010. Dat is erg, maar zek­er niet zo erg als wat gebeurde met de Shangai Stock Exchange Com­pos­ite, die bij­na 20% kwi­jt­speelde. Enkel de Bom­bay Stock Exchange slaagde erin, een beschei­den plus van bij­na 1% te realiseren.

In diezelfde peri­ode ver­loor de Dow Jones Indus­tri­al Aver­age 1% en de AEX zag meer dan 3% in rook opgaan.

We mogen dus stellen, dat de 4 BRIC-indices het moeil­ijk hebben en sedert lange tijd min­der groei tonen dan de DJIA en AEX.

Wat gaat er mis? Hoe zien de macro-economis­che vooruitzicht­en eruit? Om dat te weten, is een virtuele ron­drit door de BRIC-lan­den nodig.

Brazil­ië

Enkele belan­grijke economis­che para­me­ters om te beginnen:

alt

Daar waar in decem­ber 2009 een groei van de BNP van 3,5% voor 2010 werd verwacht, gaan de spe­cial­is­ten nu (juli 2010) uit van 6,8% voor 2010, wat bij­na het dubbele is. In 2011 zou dan wat gas teruggenomen wor­den, maar we gaan daar niet verder op in wegens te spec­u­latief.

De inflatie (5,5% in 2010 en 2011) zou beter kun­nen, maar is o.i. nog beheers­baar.

De verwachte fis­cale bal­ans in 2010 en 2011 zou min­der negatief wor­den, wat wijst op een afname van het nationale teko­rt. Immers, de fis­cale bal­ans is het resul­taat van alle over­hei­dsinkom­sten minus de uit­gaven.

De groei van de uitvo­er, die in 2009 bij­na ‑23% was, zou in 2010 een forse sti­jging van ca 18% ken­nen. Ook qua invo­er was 2009 geen hoogvlieger (minus ca 26%), maar dit slechte cijfer zou in 2010 hele­maal weggew­erkt wor­den…

De lopende reken­ing was in 2009 1,7% defici­tair en naar verwacht­ing ver­g­root deze trend in 2010 en 2011.
De reserves van Brazil­ië dek­ten in 2009 13,4 maan­den import en in 2010 zou dit nage­noeg het­zelfde zijn.

In realiteit kende het BNP in Q1/2010 een groei van 9% vergeleken met Q1/2009. Dit geeft voed­sel aan opti­misme, dat ook gesterkt wordt door de vooruitzicht­en van mas­sale infra­struc­tu­ur­w­erken, die dit jaar zouden moeten starten met het oog op de FIFA World Cup van 2014 en de Olymp­is­che Spe­len van 2016.

Ook de werkgele­gen­heid en de indus­triële en economis­che activiteit tonen vol­gens waarne­mers duidelijke teke­nen van herstel.


Rus­land

alt


Na zich van 2006 tot Q1/2008 zijwaarts te hebben voort­be­wogen rond het +7,5%-niveau kalfde het BNP van Rus­land steil af om tegen het einde van Q2/2009 een min­i­mum bij ‑9,3% te bereiken. Maar van dan af zien we een her­s­tel. Dit verk­laart, waarom de regering haar economis­che vooruitzicht­en in posi­tieve zin bijstelt.
De beter dan verwachte cijfers voor export van grond­stof­fen ligt hier­aan ten grond­slag. Voor het ganse jaar 2010 wordt een economis­che groei van 4% vooropgesteld.
Nochtans zijn er fac­toren die deze groei negatief kun­nen beïn­vloe­den. De voor­naam­ste hier­van zijn een ver­slap­ping op het vlak van de investerin­gen en een toe­name van de invo­er. Even­wel overtrof in Q2/2010 de uitvo­er (41%) de invo­er (33%), wat door de economen is toege­juicht.
Onder­tussen steekt een ander spook de kop op: de erg­ste droogte in 10 jaar, die onte­gen­spreke­lijk de land­bouw­pro­duc­tie naar bene­den zal halen. Zo wordt voor de graanoogst 17% min­der opbrengst in 2010 ver­sus 2009 gevreesd.

Veel zal afhangen van de manier waarop de over­heid de prob­le­men van de land­bouw aan­pakt en of de export van grond­stof­fen de gun­stige richt­ing bli­jft uitgaan.

India

alt

Boven­staande tabel geeft een overzicht van enkele belan­grijke economis­che para­me­ters voor India. Voor de verk­lar­ing van de ter­men ver­wi­jzen we naar de para­graaf over Brazil­ië.

Voor het BNP wordt een langzame maar zich toch doorzettende groei verwacht.

Wat de inflatie betre­ft, stellen we vast, dat de regering deze nog niet echt onder con­t­role heeft. Oor­spronke­lijk was voor 2010 een ver­be­ter­ing t.o.v. 2009 verwacht, maar we stellen vast dat er na 5 maan­den 2010 een merke­lijke sti­jging is. Naar onze mening moet dan ook het cijfer van 6,5% voor 2011 met de gebruike­lijke kor­rel zout genomen wor­den.

Zow­el de uit- als de invo­er zou in 2010 en 2011 fors sti­j­gen. Dit is te verk­laren door de aantrekkende werelde­conomie, die zorgt voor meer vraag naar Indi­ase pro­ducten, niet alleen afkom­stig van de zg. ser­vices sec­tor, maar ook van de land­bouw en andere sec­toren zoals elek­tron­i­ca en bin­nenko­rt ook de auto-indus­trie.
De lopende reken­ing is en bli­jft defic­tair in 2010 en 2011.

De Indi­ase regering wil de groeira­tio van 8,5% in 2010 en 9% in 2011 realis­eren door

- de inflatie (zo goed mogelijk) onder con­t­role te houden,
- de land­bouwac­tiviteit op te dri­jven
- besparin­gen te doen op het gebied van de energie.

We willen eraan herin­neren, dat op 30 juli (zie grafiek bove­naan) van de 4 BRIC-lan­den India als enige een koerssti­jging van de voor­naam­ste beursin­dex (Bom­bay Sto­cEx­change) kan voor­leggen.



China

alt


Eind juni 2010 bedroeg het BNP van Chi­na 4,909 mil­jard dol­lar, wat goed is voor 7,92% van het wereld-bnp. Daarmee staat Chi­na op de tweede plaats, na de VS. De voor­naam­ste boost­er van het Chi­nese bnp is de pijl­snelle toe­name van de uitvoer.

Een blik op de grafiek van de groei van het bnp sinds 2006 spreekt voor zichzelf. Sinds Q1/2007 gleed deze groei richt­ing dal van op een piek bij 13% om op het einde van Q1/2009 te belanden bij 6,2%. Dan vol­gde een merke­lijke klim tot 11,9% om dan weer terug te vallen tot 10,3% (eind juni 2010). Voor het ganse jaar 2010 wordt +9% verwacht.

alt

De inflatie in Chi­na is sinds een top bij 8,7% in Q1/2008 sterk gedaald en passeerde in Q1/2009 de door zoveel lan­den met gemengde gevoe­lens bekeken nul­li­jn om te lan­den in een negatieve zone in de peri­ode van Q1/2009 tot Q3/2009 met als dieptepunt ‑1,8%, m.a.w. een deflatie van 1,8%. Nog in datzelfde jaar 2009 door­brak de inflatie weer de nul­li­jn en bevond zich eind juni 2010 bij 2,9%. De over­heid doet inspan­nin­gen om de inflatie te beheersen, vooral door poli­tiek gevoelige’ pri­jzen onder con­t­role te houden. Deze maa­trege­len hebben vooral betrekking op de voed­sel­pri­jzen, die in mei 2010 al met 6,1% geste­gen waren. Hoe poli­tiek gevoelig dit the­ma is, is te ver­staan uit het feit dat vele fam­i­lies de helft van hun inkomen moeten spenderen aan voed­ing.
De over­hei­ds­maa­trege­len han­de­len vooral over het ver­hogen van de rentevoeten het opwaarderen van de nationale munt, de ren­min­bi met als een­heid yuan (CNY). Deze munt is sinds eind 2008 vast­gek­lonken aan de USD aan een niveau dat de meeste economen beschouwen als arti­fi­cieel laag met als doel, de con­cur­ren­tiele posi­tie van de Chi­nese export te garanderen. 

alt

Op 19 juni 2010 liet de Chi­nese nationale bank (People’s Bank of Chi­na) weten de ren­min­bi op een flex­i­bel­er manier’ te zullen waarderen. Boven­staande grafiek toont het effect van deze maa­tregel, hoewel de huidi­ge ver­sterk­ing’ van de USD ver­sus de CNY slechts ca 1% bedraagt, niet bepaald spec­tac­u­lair naar onze mening.

Maar de Chi­nese over­heid heeft andere doel­stellin­gen met de veran­der­ing in het beleid van de ren­min­bi. De over­heid wil staps­gewi­js de economie ompolen van een exportge­dreven sys­teem naar een mod­el gebaseerd op de bin­nen­landse vraag.

Uit het oog­punt van beleg­gin­gen in Chi­nese aan­de­len is de ver­soe­pel­ing van de koers van de ren­min­bi een goede zaak. Deze aan­de­len zullen aantrekke­lijk­er wor­den omdat de over­heid zich min­der pro­tec­tion­is­tisch begint op te stellen, waar­door de han­del vlot­ter zal ver­lopen en de risi­co­premie zal dalen.

____________________

Tot slot her­halen we ons stand­punt, dat de BRIC-lan­den niet uit het oog te ver­liezen zijn, ook als was de eerste jaarhelft 2010 niet jé van hét.

Ze zijn nog niet uit de start­blokken geschoten maar wat niet is kan komen.

Jan Van Besauw
Pub­li­cist voor US Mar­kets

________________________________________
Onder­getek­ende is een gepen­sioneerde mar­ket­ing man­ag­er. Hij schri­jft voor US Mar­kets o.m. columns, nieuws­bericht­en en artike­len over diverse onder­w­er­pen. Hij heeft op het moment van schri­jven geen materieel belang of bez­it in de bespro­ken bedri­jven of beleggingsinstrumenten.


Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.