
BRIC: lucratieve investering?
Dat landen de neiging hebben om zich te verenigen in allerlei soorten clubjes en associaties is niets nieuws. Om te zwijgen van de Benelux is er onze eigenste EU, die in 1951 in elementaire vorm bestond de 6 landen van de EGKS (Europese Gemeenschap van Kolen en Staal, nl. België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West-Duitsland. Meer dan een halve eeuw later is de EU uitgegroeid tot een bont allegaartje van 27 landen, druk op zoek naar een eenvormige identiteit. Over de plas hebben we NAFTA (North American Free Trade Agreement), rond de Stille Oceaan resideren de landen van de APEC (Asia-Pacific Economic Cooperation) en de meeste olieboeren vinden we in de OPEC (Organization of the Petroleum Exporting Countries), om maar te zwijgen van de ASEAN (Association of Southeast Asian Nations).
In 2003 publiceerde zakenbank Goldman Sachs een document, waarin gesteld werd dat Brazilië, Rusland, India en China (aangeduid met BRIC) tegen 2050 de wereldeconomie zullen domineren.
BRIC zou dus over enkele decennia de economische motor van de wereld zijn en dus Wall Street onttronen. Misschien is het daarom, dat we geen ticker konden vinden met deze afkorting.
Ondertussen, conform de eerder aangehaalde neiging van clubvorming, bestaan er al varianten op BRIC, zoals BRICA (waarbij de A staat voor Arabische landen), BRICM (met Mexico erbij), BRICS (met Zuid-Afrika) en BRICET (met Oost-Europa en Turkije). Verder is er zelfs een associatie CEMENT…
In een volgend artikel zullen we het hebben over al deze varianten, maar vandaag beperken we ons tot BRIC.
BRIC, dus Brazilië, Rusland, India en China vertegenwoordigen op dit ogenblik iets meer dan 42% van de totale wereldbevolking. Een indrukwekkende meerderheid, die in schril contrast staat tot hun BNP, dat voor de totale BRIC 3.563 miljard euro bedraagt ofwel 10 % van het wereldtotaal. Vergelijk hiermee de EU met zijn 29% en de VS met hun 28%. Op het vlak van BNP is er voor de BRIC-landen nog veel ruimte naar boven.
Vormen de BRIC-landen een politieke unie, zoals de EU? Neen. Hebben ze handelsakkoorden, zoals de ASEAN? Ook niet. Er is wel onderling overleg over deze thema’s, waarbij naar voren komt, dat het de bedoeling is om van de VS toegeeflijkheid af te dwingen op het vlak van handelsakkoorden of politieke soepelheid te bekomen voor zaken zoals de ontwikkeling van de kernenergie.
De BRIC-landen bestaan ruwweg uit twee groepen. Enerzijds hebben we Brazilië en Rusland als belangrijkste leveranciers van grondstoffen en anderzijds staan India en China in voor afgewerkte producten en diensten. Hierbij kunnen in de schoot van de BRIC-landen grondstoffen door Brazilië en Rusland geleverd worden aan India en China in ruil voor goederen en diensten. Maar zeker zal BRIC ook de handel opvoeren met de rest van de wereld.
In 2004 publiceerde Goldman Sachs een tweede rapport over het landenkwartet. Uitgaande van een bruto-jaarinkomen van 3.000 USD werd gesteld dat rond 2015 ca 800 miljoen mensen uit de BRIC dit inkomenspeil zullen bereiken. Dat is ongeveer het tienvoudige van heden. Voor wat de middenklasse in de BRIC betreft, verwacht Goldman Sachs dat tegen 2025 het peil van 15.000 USD zal worden bereikt door ca 200 miljoen mensen. Dat inkomen steekt kop en nek uit boven de lagere inkomens bij BRIC, maar staat in de schaduw van de 35.000 USD die gemiddeld verdiend worden door ieder van de 690 miljoen burgers van de G6 (Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, het VK en de VS). Te noteren is, dat tegen 2025 slechts 24 miljoen BRIC-burgers (ca 3,5 % van de burgers van de G6) eenzelfde inkomen zullen hebben.
Op de keper beschouwd is de BRIC sterk gepolariseerd. Aan de ene zijde zijn er Brazilië en Rusland, de voornaamste grondstoffenleveranciers, met samen 331 miljoen inwoners, wat 13,5% is van de som van de inwoners van India en China (samen 2,45 miljard mensen). Stel dat de BRIC een politieke eenheid zouden vormen op democratische basis, dan is het duidelijk langs welke kant de beslissingen zouden komen.
Een ander punt van polarisatie zien we in de verdeling van de persoonlijke rijkdommen. In Rusland en India is het verschil tussen rijk en arm bijna onoverbrugbaar groot, wat weer democratisch overleg in de weg staat.
Dan zijn er nog de mensenrechten, die in China en in Rusland op zijn zachtst gezegd stevig moeten worden bijgeschaafd. In deze beide landen zijn er ook ernstige problemen op het gebied van het milieu. Verder kampt Rusland met een erg verouderde infrastructuur en is de goede naam van China geregeld in het gedrang wegens zijn houding t.o.v. Taiwan.
Verder is het een feit, dat de bevolking van Rusland en van China aan het dalen is, terwijl een omgekeerde trend zich aftekent in Brazilië en India.
Al deze factoren maken het ontstaan van een politiek en economisch verenigd BRIC niet gemakkelijk. Nochtans zou Rusland, bij monde van president Poetin, al een tijdje bezig te zijn te sleutelen aan economisch en politieke verdragen.
Gesteld dat de komende jaren er werk van gemaakt om de BRIC te laten evolueren tot een echt economisch en politiek blok. In dit geval zijn de kansen reëel, dat BRIC op termijn de fakkel overneemt van de VS en de EU als zwaartepunt van de industriële ontwikkeling. Met het oog hierop is het wellicht interessant na te gaan, in hoeverre een belegging op de beurzen van de BRIC-landen interessant is.
Hieronder ziet u de evolutie de laatste 3 jaar van de voornaamste indices van de BRIC-landen:
- Brazilië: Bovespa, Sao Paulo,
- Rusland: Russian Trading System, Moskou,
— India: Bombay Stock Exchange, Bombay,
— China: Shangai Stock Exchange, Shangai.
Voor Brazilië, Rusland en India is het verloop nagenoeg parallel: een gestage klim met nu een dan een dip, zoals de fameuze van juli vorig jaar. China is later op gang gekomen, maar heeft minder dips gekend tot op heden.
Van de BRIC-landen zijn geen wonderen te verwachten, maar het is gebleken dat ze (veel) minder onderhevig zijn aan felle koersdalingen dan hun Westerse of Japanse tegenhangers.
Op eigen initiatief beleggen in aandelen van BRIC-landen lijkt ons nogal avontuurlijk de eerstvolgende jaren. Maar de meeste grote banken en investeringsmaatschappijen kunnen BRIC-fondsen aanbieden, die bestaan uit aandelenpakketten gespreid over de 4 landen in kwestie.
En andere mogelijkheid zijn natuurlijk turbo’s, zoals men die vindt via de zoekterm BRIC bij ABN Amro. Er verschijnt een lijstje met o.m. BRIC-certificaten en turbo’s long en short.
Uw volledige portefeuille overboord kieperen en vervangen door BRIC-fondsen en –turbo’s lijkt ons nogal overdreven. Maar als diversificatie kan het leuk zijn.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
9 september 2007.
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.
Reacties kunt u sturen naar: jan@usmarkets.nl