![](/images/legacy-images/images/080417--jvb-+-vat.gif)
Bodem olievat in zicht
Bijna dagelijks wordt onze mailbox bestookt met enthousiaste berichten over kolossale olievondsten. De ontdekkers hiervan zijn bijna zonder uitzondering kleine bedrijfjes, waarvan ik onmiddellijk de aandelen zou moeten kopen, want over enkele maanden zal mijn winst geen tientallen, maar honderden percenten bedragen. Allen daarheen, dus? Laat u niet vangen.
De huidige bewezen voorraad ruwe olie is ca 1.200 miljard vaten. Deze voorraad kan nog aangroeien tot ca 2.000 miljard vaten, rekening houdend met de minder gemakkelijk exploiteerbare reserves zoals oliezand en schalieolie. Aan het huidige verbruikstempo van
wereldwijd 30 miljard vaten per jaar volstaan genoemde reserves nog voor 40, resp. 66 jaar. Omdat het olieverbruik jaar na jaar toeneemt, lijkt het ons verstandiger te rekenen met een voorraad voor 33, resp. 53 jaar.
Op dit ogenblik verbruikt 10% van de wereldbevolking 40% van de olie. Een kwart van de wereldbevolking heeft 70% van alle olie nodig. Maar het duurt niet meer lang of 30, 40, 50% of meer van de wereld maakt aanspraak op het kleverige goud.
De ‘grote zes’ van de olie-industrie (Exxon Mobil, Royal Dutch Shell, BP, Chevron, ConocoPhillips en Total) zitten natuurlijk niet stil en besteden honderden miljoenen euro aan het uitbreiden van hun olievoorraden. Nog nooit ging er zoveel geld naar prospectie, exploitatie en productie. Tegelijkertijd waren de problemen om de olie te ontginnen zo complex. Denk aan het Braziliaanse Tupi-veld waar de olie van op ontzaglijke diepte naar boven moet worden gehaald. Waar is de tijd van de vrolijk opspuitende oliebronnen?
Nu de olieprijs zich thuis lijkt te voelen op het 115 dollarniveau, mogen we niet vergeten dat duurdere exploitatiemethodes hun kans krijgen. Zolang het vat ruwe olie ongeveer 50 dollar kostte, was het immers zinloos te komen aandraven met olie uit oliezand, die pakweg
40 dollar per vat kostte. Maar nu is de situatie anders en krijgen de ‘exotische’ oliesoorten hun kans. Tot spijt van wie het benijdt, want de prijs zal er niet sympathieker door worden.
Wees maar zeker dat er nu duchtig in de aardbodem wordt gewroet op zoek naar olie, zowel op het vasteland als onderzee, zowel in broeierig hete tropen of woestijnen als in barre bevroren vlaktes.
Naar schatting zijn op dit ogenblik een honderdtal bedrijven en bedrijfjes op zoek naar olie in ca 120 landen. Er zijn wellicht 15.000 oliebronnen in exploitatie.
En er wordt niet alleen naar olie, maar ook naar aardgas druk gezocht. Zo heeft bij voorbeeld het Franse Total een joint venture met het Russische Gazprom om in de Barentszee, geen plek om je vakantie door te brenegen, tegen 2009 24 miljard kubieke meter aardgas per jaar te produceren.
Er zijn ook conflicten, zoals tussen Exxon Mobil en de Venezolaanse staat. Eerstgenoemde heeft in een rechtszaak over oliewinning gelijk gekregen van een terzake bevoegde Britse rechtbank, die voor 12 miljard euro activa heeft bevroren van het staatsbedrijf Petróleos de Venezuela, S.A. (PDVSA). Soortgelijke wrijvingen zijn ook te verwachten in andere olieregio’s, zoals in de Arabische wereld. Naarmate de voorraden zullen slinken, zullen de oliestaten liever zelf alle winsten van de exploitatie opstrijken.
Tekenen van een zich (snel) wijzigend patroon in de oliewereld zijn o.m., dat de oliestaten, vooral de Arabische, hun kapitalen meer en meer investeren in Westerse ondernemingen en veel moeite doen om toeristen te lokken. Aan de andere kant zien we bij voorbeeld dat het Franse Total een overeenkomst heeft gesloten met landgenoten Suez en Areva voor het leveren van twee nucleaire centrales aan Abu Dhabi.
De bodem van het olievat komt langzaam in zicht en het zullen de creatiefste en kapitaalkrachtigste ondernemingen zijn, die zullen verder bestaan ook als de olie op is.
Wat ons te wachten staat in een post-olietijdperk is moeilijk voor te stellen. Kernenergie kan nog een tijdje voor soelaas zorgen, maar ook uranium en zelfs thorium gaat niet eeuwig mee.
Waterkracht, windturbines, zonnepanelen zijn voor de hand liggen alternatieven met alle hun voor- en nadelen en vooral hun prijskaartje. En de biobrandstoffen lijken ons niet realistisch inzetbaar op grote schaal omadt dan de voedselproductie in het gedrang komt.
Maar aardolie is veel meer dan een energiebron. Als we rondom ons kijken, dan merken we dat het grootste deel van onze gebruiksvoorwerpen, voertuigen, kleren, medicamenten, chemicaliën en noem maar op afkomstig te zijn van olie. Hoe men die toepassingen kan invullen zonder olie is wellicht dé uitdaging. En over de weerslag op de economie zullen we dan maar zwijgen.
Jan Van Besauw
Publicist voor US Markets
Ondergetekende is een gepensioneerde marketing manager. Hij schrijft voor US Markets o.m. columns, nieuwsberichten en artikelen over diverse onderwerpen. Hij heeft op het moment van schrijven geen materieel belang of bezit in de besproken bedrijven of beleggingsinstrumenten.