...

Biografie: de Dow Jones

3 maart 2006, 08:26 | US Markets Redactie | leestijd: 9 minuten | moeilijkheid: 7 / 12 | (0)

Als er één index is, die over­al ter wereld van nabij wordt gevol­gd, dan is het zek­er de Dow Jones Indus­tri­al Aver­age. Dit jaar, om pre­cies te zijn op 26 mei as., bestaat deze index der indices 110 jaar. Dat is een mooie gele­gen­heid om het ontstaan te belicht­en n van dit toch wel merk­waardig geestesproduct.

Biografie: de Dow Jones
Alles begon in 1882, toen een jour­nal­ist uit Con­necti­cut de beurs van New York bezocht. Deze jour­nal­ist was toen 33 jaar oud en zijn naam was Charles Dow. Hij stelde vast, dat er nauwelijks sprake was van han­del in aan­de­len, het zwaartepunt lag bij oblig­aties. Hij zette zich diep aan het denken en kwam tot de con­clusie, dat gebrek aan transparante infor­matie over firma’s en hun aan­de­len aan de basis lag van deze toestand. 

Dow, de denker Jones, de nieuws­gaarder Bergstress­er, de sponsor
In Wall Street liep hij Edward Jones op het lijf, een col­le­ga en streekgenoot. Dow kon Jones er snel van over­tu­igen, dat er een gebrek was aan financiële bericht­gev­ing. Jones was iemand die veel mensen kende en ze ook kon manip­uleren. Op deze manier ontstond het con­tact met Charles Mil­ford Bergstress­er, een finan­cieel jour­nal­ist met veel gevoel voor bud­get­ten en financies.
Charles Dow was iemand met rustig karak­ter, die graag op de achter­grond bleef, omringd door doc­u­men­tatie, sta­tistieken en tabellen. Hij was het, die op het idee kwam een beursin­dex in het lev­en te roepen. Hij werd geboren in 1851 en stierf in 1902 op 51-jarige leeftijd. 

Edward Jones was het gezicht van de onderne­m­ing, zeg maar de pr-man. Je kon hem meestal aantr­e­f­fen op de beursvlo­er van Wall Street of in de omliggende pubs, waar hij gretig nieuwt­jes verza­melde. Berucht was hij voor zijn woedeaan­vallen als er iets niet klopte met zijn verwachtin­gen. Hij zag het lev­enslicht in 1856 en stierf in 1920. Hij had zich toen al 21 jaar teruggetrokken uit het actieve bestaan.
Num­mer drie was Charles Bergstress­er. Hij financierde het project en keek erop toe dat elke dol­lar­ce­nt goed werd besteed. Gierigheid was zijn han­delsmerk. Men noemde hem ‘de man met de diepe zakken en de korte arm­p­jes’. Van zijn geboorte­jaar zijn we niet zek­er (1854?) maar we weten dat hij stierf in 1923.
Samen richt­ten ze in 1882 de fir­ma Dow Jones & Co. op. Ze huur­den een pand­je vlak naast de New York Stock Exchange en begonnen ijverig nieuws te verza­me­len uit de financiële en bedri­jf­swereld, dat ze ver­w­erk­ten tot handgeschreven ‘newsletters’, getiteld ‘Customers’ After­noon Let­ter’, von­den gretig aftrek en na 7 jaar telde het bedri­jf al 50 werknemers. 
In 1889 besloot het trio een eigen krant op te richt­en. De weinig inspir­erende naam van hun nieuws­brief veran­derde op aan­raden van Bergstress­er in ‘The Wall Street Jour­nal’ en op
8 juli 1889 ver­scheen het eerste num­mer. De krant besloeg 2 tot 4 pagina’s en werd met de hand geschreven op flin­ter­dunne vel­let­jes (‘flimsies’) met ertussen car­bon­pa­pi­er. Onze vrien­den Dow, Jones en Bergstress­er kon­den zo 24 exem­plaren in 1 keer mak­en!

Dat zijn naam van­daag niet meer bek­end is, heeft Bergstress­er zelf zo gewild. In de aan­loop naar het ontstaan van de nieuwe index sprak men van de Dow-Jones-Bergstress­er, maar hij stond erop, zijn fam­i­lien­aam weg te lat­en voor mar­ket­ingre­de­nen. En gelijk had hij, vin­den we.

Hoe is Charles op het idee gekomen om een index te creëren? Het moet het resul­taat geweest zijn van een lang denkpro­ces. Gedurende jaren bestudeerde hij het wel en wee van bij­na alle Amerikaanse firma’s. Hij stelde vast hoe de aan­de­lenko­ersen ste­gen en daalden en vroeg zich af wat erachter stak. Was het enkel en alleen het nieuws dat van deze firma’s door­drong tot het pub­liek? Uit de artikels die hij schreef in The Wall Street Jour­nal blijkt dat hij ver­moed­de dat er een soort terugkop­pel­ing in het spel was, dat er op en naar gaande cycli speelden die een alge­meen sen­ti­ment uitdrukten. 
Hij zocht naar een meth­ode om deze cycli in een cijfer vast te leggen, een een­voudig getal dat aangeeft hoe de glob­ale markt aankijkt tegen de sit­u­atie. Waarschi­jn­lijk heeft hij uren zit­ten denken en klad­jes volkrabbe­len ter­wi­jl zijn com­pagnons Jones en Berg­stet­ter elk op hun ter­rein druk bezig waren. En opeens, dat was begin 1896, ver­scheen in The Wall Street Jour­nal een merk­waardi­ge tabel. Ze ver­meldde net­jes onder elka­ar 11 bedri­jven en hun koersen: Chica­go & North West­ern, Delaware Lack­awan­na & West­ern, Lake Shore, New York Cen­tral, St. Paul, North­ern Pacif­ic Pre­ferred, Union Pacif­ic, Mis­souri Pacif­ic, Louisville & Nashville, Pacif­ic Mail en West­ern Union. U merkt het, spoor­weg­maatschap­pi­jen waren pop­u­lair in die tijd. Onder­aan de tabel waren al die koersen opgeteld en gedeeld door 11. Geen poes­pas, sim­pele ine-mine-mutte wiskunde. De Dow Jones Index was geboren en ver­scheen vanaf dan geregeld in de krant. 
Lat­er vond Dow dat zijn index toch niet zo even­wichtig was en dat getal 11 was niet zo mooi rond. Na wat denk- en zoek­w­erk kwam en nieuwe lijst tot stand, samengesteld uit 12 bedri­jven, die een bred­er, meer op de indus­trie afgesteld spec­trum van de Amerikaanse economie verte­gen­wo­ordig­den. Dit was de Dow Jones Indus­tri­al Aver­age (DJIA), voor het eerst gepub­liceerd op 26 mei 1896.

De kers­verse DJIA bevat­te 12 fond­sen: Amer­i­can Cot­ton Oil, Amer­i­can Tobac­co, Amer­i­can Tobac­co pre­ferred, Dis­till­ing & Cat­tle Feed­ing, Gen­er­al Elec­tric, Gen­er­al Elec­tric pre­ferred, Laclede Gas, Nation­al Lead, North Amer­i­can, Ten­nessee Coal & Iron, Ten­nessee Coal & Iron pre­ferred en U.S. Leather preferred. 
De eerste noter­ing op 26 mei 1896 sloot op 40,94 pun­ten. Een twee­t­al maan­den lat­er, op 8 augus­tus 1896 werd voor het eerst een all time low gemaakt op 28,48 punten.
De DJIA begon een tweede fase in zijn lange lev­en op 4 okto­ber 1916, toen nl. het aan­tal fond­sen werd ver­hoogd van 12 naar 20. En 12 jaar lat­er, in 1928, werd dit aan­tal verder uit­ge­breid naar het huidi­ge aan­tal van 30. Van Dows oor­spronke­lijke 12 heeft er nog één een noter­ing: Gen­er­al Elec­tric.
Mem­o­ra­bele peri­odes in het lev­en van de Dow Jones waren de crash­es in de 1920’ er en 1980’er jaren. 
Met het inklap­pen van de inter­net­bubbel van de Nas­daq bereik­te de Dow Jones begin 2000 zijn all-time high op 11.750,20 punten. 
In de begin­jaren was de hoogte van de index nog een­voudig te bereke­nen. Zoals hoger ver­meld, telde men de koersen gewoon op en deelde het totaal door het aan­tal geno­teerde fond­sen.

Vooral aan­de­len­splitsin­gen maak­ten het op een gegeven moment onmo­gelijk om de juiste waarde van de index te bepalen. Het waren de mensen van de The Wall Street Jour­nal die met het idee kwa­men om een “deler” in het lev­en te roepen om zo de ver­houdin­gen meer naar de realiteit weer te geven.

De exacte manier van bereke­nen is gehuld in een waas van geheimzin­nigheid. Men telt nog alti­jd de 30 koersen op, maar nu deelt men ze door een “magic num­ber”. Wat dat num­mer pre­cies is, ken­nen slechts enkele ingewijden. 
Van­daag de dag is de DJIA als vol­gt opgebouwd: 
Het bek­ijken van deze tabel zal u wellicht de wenkbrauwen doen fron­sen. Zo heeft IBM (althans op
27 feb­ru­ari ll., dat kan over enkele maan­den geheel anders zijn) veruit het groot­ste gewicht in de index
(5,8%) en heeft een kolos zoals Gen­er­al Elec­tric een score van 2,4% (idem).
Zoals we al zeg­den: een rare index. Maar de DJIA is en bli­jft toon­aangevend op wereld­vlak. Een feit is, dat de 30 fond­sen, in de wan­del­gan­gen 30 Dogs of the Dow (ander woord voor large caps) genoemd, niet de juiste afspiegeling zijn van de Amerikaanse economie. 
Een ander twist­punt is het feit dat de fond­sen in de Dow Jones index gewogen wor­den op de koers en niet op de markap­i­tal­isatie van het bedri­jf achter het aan­deel. Met andere woor­den; aan­de­len met een hogere koers, wegen zwaarder door in de index, ongeacht de grootte van het bedrijf. 
Charles Dow creëerde niet allen de beroemd­ste index, maar hij was ook de grond­leg­ger van de “Railroad Average“. Ook deze index kwam in 1896 op de bor­den en behield zijn naam tot 1970. Toen veran­derde de index in Trans­porta­tion Aver­age Index, een naam die tot van­daag nog bestaat. In 1929 kwam daar nog de Util­i­ties Aver­age Index bij. Op dit moment zijn er in de wereld veel Dow Jones index­en, waaron­der b.v. de Dow Jones EuroStoxx 50, de Dow Jones Islam­ic Mar­ket, de Dow Jones Shang­hai enz.
In alle geval zien wij de DJIA en zijn soortgenoten nog niet zo vlug van de scher­men verd­wi­j­nen, tot spi­jt van wie het benijdt.
Jan Van Besauw
Colum­nist voor US Markets

3 maart 2006.
Onder­getek­ende is gepen­sioneerd, hij schri­jft voor US Mar­kets columns en financiële bericht­en. Hij heeft op het moment van schri­jven geen materieel belang of bez­it in de bespro­ken fond­sen of bedrijven .

Reac­ties kunt u sturen naar: jan@​usmarkets.​nl

Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.