
Van 9 — 11 tot nu .… In dit laatste artikel in de reeks van vier belichten we de rol van 2001 tot op heden van het Plunge Protection Team (PPT), de fameuze Poppenspelers waar o.a. Guy Boscart het zo dikwijls over heeft … We zullen enkele interventies van het PPT bespreken en ook aantonen dat het PPT niet altijd oppermachtig is …
Bewijzen beursmanipulatie, deel 4
In ons eerste artikel over Beursmanipulatie hebben we u de 4 personen genoemd die bij de start aanwezig waren en op deze wijze de Poppenspeler zijn 4‑voudige naam bekend gemaakt:
a) Treasury Secretary, de heer Brady,
b) de voorzitter van de Fed (Federal Reserve), de heer Greenspan,
c) de voorzitter van de SEC (Securities and Exchange Commission), toen David Ruder en
d) de Commodity Futures Trading Commission, toen met als voorzitster Susan M. Phillips.
Waarschijnlijk zijn bepaalde namen veranderd en andere (zoals Alan Greenspan) weer niet.
Dit viertal heeft een enorme macht en wordt in de uitoefening ervan geholpen door alle Amerikaanse beurzen en de banken van Wall Street, waaronder de grootste uitgevers van derivaten, nl. Citibank en JP Morgan Chase.
De vreselijke gebeurtenissen van 11 september 2001 liggen nu al meer dan 4 jaar achter ons maar we hebben de indruk, dat het trauma ervan nog niet is verwerkt. De beelden van de brandende en instortende Twin Towers kan eenieder zich herinneren alsof het gisteren was en de moed en de zelfopoffering van de New Yorkse brandweer en politie kunnen alleen maar respect afdwingen.
Dow Jones Industrial Average, jaar 2001
Voor we het zullen hebben over het verloop van de Jones Industrial Average (DJIA) ná 9⁄11 moeten we toch even de periode ervoor bekijken, want dat is zeker de moeite waard.
Na een zijwaarts verloop de eerste 2 maanden van 2001, zakt de DJIA opeens weg om tegen het einde van de eerste trimester (Q1/2001) bijna 2000 (!) punten lager te beëindigen. Een wegebbend verbruikersvertrouwen en verminderende fabrieksorders, gemengd met wat boekhoudingkundig geknoei zijn zeker niet vreemd aan die teruggang. Maar wat zien we gebeuren? Nog voor Q1/2001 goed en wel voorbij is, wipt de DJIA omhoog, valt dan wat weg om dan 2 maand aan een stuk te klimmen. En dat zonder aanwijsbare redenen. De Poppenspelers (nu weten we dat het om een kwartet gaat) trekken de DJIA tot boven het peil van ca 10.500 punten van het begin van het jaar. In de aanloop naar de aanslagen van 11 september viert het PPT de touwtjes wat, maar zorgt er toch voor, dat het niveau van 10.500 punten gehandhaafd blijft.
Na een zijwaarts verloop de eerste 2 maanden van 2001, zakt de DJIA opeens weg om tegen het einde van de eerste trimester (Q1/2001) bijna 2000 (!) punten lager te beëindigen. Een wegebbend verbruikersvertrouwen en verminderende fabrieksorders, gemengd met wat boekhoudingkundig geknoei zijn zeker niet vreemd aan die teruggang. Maar wat zien we gebeuren? Nog voor Q1/2001 goed en wel voorbij is, wipt de DJIA omhoog, valt dan wat weg om dan 2 maand aan een stuk te klimmen. En dat zonder aanwijsbare redenen. De Poppenspelers (nu weten we dat het om een kwartet gaat) trekken de DJIA tot boven het peil van ca 10.500 punten van het begin van het jaar. In de aanloop naar de aanslagen van 11 september viert het PPT de touwtjes wat, maar zorgt er toch voor, dat het niveau van 10.500 punten gehandhaafd blijft.
Onmiddellijk na het bekend worden van de tragedie, werd Wall Street samen met de andere beurzen waar ook ter wereld gegrepen door paniek. De dagen voor 11 september was de Dow Jones Industrial Average (DJIA) langzaam aan het wegzakken van 10.000 punten richting 9.500 punten. Alsof iets ergs verwacht werd?
De dag van de drievoudige en van de verijdeling van een vierder aanslag was er geen sprake van normale beursactiviteiten, maar van 14 tot 21 september was er geen houden meer aan: de DJIA gleed weg tot rond de 8.000 punten, dat was een verlies van ca 16%. Niemand durfde het woord ‘crash’ in de mond nemen, maar toch was het dat wel. Hoewel het een bijzondere vorm van crash betrof, één die niet toe te schrijven was aan roekeloos koopgedrag in de voorafgaande periode.
Hoe dan ook, na 21 september 2001 begon de DJIA aan een wonderlijke comeback. Gedurende een volle maand steeg de index dagelijks, maakte dan een klein dipje en zette dan de opgang voort tot het jaareinde.
De dag van de drievoudige en van de verijdeling van een vierder aanslag was er geen sprake van normale beursactiviteiten, maar van 14 tot 21 september was er geen houden meer aan: de DJIA gleed weg tot rond de 8.000 punten, dat was een verlies van ca 16%. Niemand durfde het woord ‘crash’ in de mond nemen, maar toch was het dat wel. Hoewel het een bijzondere vorm van crash betrof, één die niet toe te schrijven was aan roekeloos koopgedrag in de voorafgaande periode.
Hoe dan ook, na 21 september 2001 begon de DJIA aan een wonderlijke comeback. Gedurende een volle maand steeg de index dagelijks, maakte dan een klein dipje en zette dan de opgang voort tot het jaareinde.
Na de rally van de laatste trimester van 2001 zijn er nog meerdere gekomen. Ze hebben allemaal een gemeenschappelijk kenmerk: elke rally begon met een gevoelige terugval van de DJIA bij de openingsbel op Wall Street, om vanaf de namiddag aan een onverklaarbare klim te beginnen.
Nochtans was het jaar 2002 er een om zo snel mogelijk te vergeten: schandalen (Enron, Worldcom),
beukten in op het gemoed van de beleggers.
En op het einde van 2002 was er de dreiging van een oorlog in Irak waarvan iedereen dacht, dat hij een enorme weerslag zou hebben op de wereldbeurzen.
DJIA van 2001 tot heden
Als we de grafiek van het jaar 2003 bekijken, lijkt het ons onverklaarbaar, dat het uitbreken van een conflict met een natie die verdacht werd te beschikken over chemische en misschien wel kernwapens, het startschoot zou zijn van één van meest voorbeeldige rallies op Wall Street?
S&P 500, 2000−2001−2002
Dat het PPT niet oppermachtig is, tonen bovenstaande charts van resp. de Nasdaq en de S&P 500. In de periode 2000 – 2002 volgden beide indices een neerwaarts verloop en ook het PPT heeft daaraan niets kunnen doen, blijkbaar. Daaruit zou je kunnen besluiten, dat je een echte en algemene trend niet kunt ombuigen. Denk aan de stelregel ‘the trend is your friend’. In de strikte betekenis wil dit zeggen dat je nooit mag ingaan tegen de trend en dat was juist in 2000 – 2002.
De trend heeft bewezen sterker te zijn dan de PPT en dat is heel wat. We moeten in dit verband bedenken, dat het PPT enkel kan functioneren als het beschikt over vele en vele miljarden dollars. En deze miljarden komen van de overheidskas van de VS. Maar deze kas raakt ook stilaan leeg.
Wij hadden het al eerder en bij herhaling over de bedreigingen voor de VS-economie. Denk aan Fannie Mae/Freddie Mac, de olieprijzen, het effect van de voorbije en nog komende orkanen, de steeds weer opduikende schandalen, het tekort op de handelsbalans en ga zo maar door.
Eens zal de bom barsten, PPT of geen PPT. En dan is wellicht goud nog de enige redplank, op voorwaarde dat het PPT zijn oog niet laat vallen op de goudprijs…
Guy Boscart en Jan Van Besauw
Columnisten voor US Markets
Columnisten voor US Markets
19 oktober 2005