
Bewijzen beursmanipulatie: deel 2
De Poppenspelers aan het werk
In ons eerste artikel (DEEL 1) in deze reeks hebben we u het ontstaan geschetst van het Plunge Protection Team (PPT) naar aanleiding van de beurscrash op ‘Black Monday’,
19 oktober 1987. We eindigden met te zeggen dat de eerste grote test voor de werking van het PPT er al vlug kwam, nl. in 1989.
19 oktober 1987. We eindigden met te zeggen dat de eerste grote test voor de werking van het PPT er al vlug kwam, nl. in 1989.
In 1989, en het toeval wil dat het weeral was in de maand oktober, had de Dow Jones Industrial Average (DJIA) nogmaals last van hoogtevrees. Op vrijdag 13 oktober 1989 verloor deze index 190 punten, dat is ca 6,9%.
Wat was er aan de hand? Ten eerste zat de schrik voor Black Monday er nog goed in. Er mocht niet veel misgaan of er was paniek. En op die beruchte vrijdag de 13de in 1989 kwam het nieuws, dat de luchtvaartmaatschappij United Airlines in zware financiële moeilijkheden verkeerde. Dat was genoeg om een verkoopgolf op gang te brengen die eindigde met de geciteerde terugval met 190 punten ofwel ‑6,9%, het twaalfde ergste verlies in de geschiedenis van de DJIA. Genoeg om je ernstig zorgen te maken. Temeer omdat het beursnieuws de dagen ervoor niet veel goeds beloofde, het gonsde van geruchten over faillissementen en tegenvallende economische cijfers.
Alle economische en financiële hoofden keerden zich naar Washington. Daar zat immers de regering en alleen die werd geacht in staat te zijn ‘iets te doen’ om de dreigende monstercrash te vermijden.
Ditmaal had de regering een instrument tot haar beschikking dat ze dadelijk aan het werk zette: het PPT.
Wie het PPT was, hebt u kunnen lezen in voorgaand artikel, maar we geven u toch nog even de samenstelling:
Wie het PPT was, hebt u kunnen lezen in voorgaand artikel, maar we geven u toch nog even de samenstelling:
a) Treasury Secretary (Nicholas Brady),
b) de voorzitter van de Federal Reserve (Alan Greenspan),
c) de voorzitter van de Securities and Exchange Commission (David Ruder) en
d) de Commodity Futures Trading Commission (Susan M. Phillips).
Het PPT had eigenlijk geluk dat het net weekend was, zodat er veel tijd voor overleg en lobbyen was. Er werd druk getelefoneerd naar tradingfirma’s, makelaars, bankiers, beurshuizen, verzekeringsmaatschappijen en noem maar op. Zonder dat de feiten officicieel zijn bevestigd, kunnen we ervan uitgaan, dat volverstrekkende financiële volmachten en mandaten werden toegekend.
Anders kon niet gebeuren wat die maandag geschiedde. Op grote schaal werden ‘strategische’ aandelen gekocht bij voorbeeld institutionele beleggers. De koersen begonnen te stijgen, eerst aarzelend, maar toch.

DJIA, 10 — 19 oktober 1989
U ziet hoe na de neergang op 13 oktober de DJIA op maandag 19 oktober behoorlijk wat punten terugwon, nl. 88 punten om te sluiten op 2657.26 punten. Het verloop van deze index op 19 oktober 1989 van uur tot uur toont hoe in de loop van de dag de pessimisten het loodje moesten leggen ten voordele van de optimisten.
Het is belangrijk dat u zich realiseert, dat er sinds vrijdag 13 oktober geen nieuwe economische of politieke feiten waren ‚die het plotse optimisme zouden kunnen verklaren…
Een enorme rol in heel deze manipulatie speelde nog maar eens de bescheiden Major Market Index (de MMI, met slechts 20 aandelen op zijn lijst) die grote broer DJIA over de schreef trok. Er werden massaal aandelen van de MMI gekocht en zo kwam de koopgolf op gang.
Voor de volledigheid geven we u het verloop van de DJIA over het ganse jaar 1989. Deze grafiek toont hoe efficiënt het PPT zijn werk heeft gedaan.
De volgende keer bespreken we de periode van de 1990’er jaren, die van de irrational exuberance.
Guy Boscart en Jan Van Besauw
Columnists voor US Markets
20 september 2005
20 september 2005