...

Bewijzen beursmanipulatie: deel 1

12 september 2005, 21:20 | US Markets Redactie | leestijd: 9 minuten | moeilijkheid: 8 / 12 | (0)

Dit is het eerste in een reeks artike­len over het offi­ciële manip­uleren van de beurzen in de VS. Wij schet­sen u het onstaan van het zg. Plunge Pro­tec­tion Team tengevolge van de beurscash van 1987. Hier­mee bren­gen we de iden­titeit van de Poppenspeler(s) naar voren en kun­nen we er zelfs namen op plakken.
Bewi­jzen beurs­ma­n­ip­u­latie: deel 1
Al sinds geruime tijd en bij her­hal­ing ver­wi­jzen onder­getek­enden in deze web­site naar het manip­uleren van de aan­de­len­mark­ten in de VS. Meestal sym­bol­is­eren we de ver­ant­wo­ordelijken hier­voor door ze als pop­pen­spel­er’ te betite­len. Stap voor stap kwa­men we bepaalde ele­menten te weten, zoals het creëren van het zg. Plunge Pro­tec­tion Team als reac­tie op de okto­ber­crash in 1987
Het bestaan van dit team, eve­nals het hele mech­a­nisme van manip­uleren van de mark­ten, is nu beves­tigd in een studie, getiteld The Vis­i­ble Hand of Uncle Sam , geschreven door twee medew­erk­ers van de Canadese finan­ciële groep Sprott Asset Man­age­ment (Toron­to), zo genoemd naar de stichter en CEO Eric Sprott. We hebben het lijvige doc­u­ment voor u doorgenomen en we pre­sen­teren de inhoud ervan in ver­schil­lende afleveringen. 
We geven u alvast de conclusies:
1. In de VS is een Plunge Pro­tec­tion Team’ (PPT) actief. Het PPT heeft als doel om desta­bil­isatie van de VS-economie te ver­mi­j­den tengevolge van dal­ende marktprestaties. 
Het begrip PPT is in 1989 ontstaan nadat in 1988 de pres­i­den­tiële Work­ing Group on Finan­cial Mar­kets’ gecreëerd werd.
2. De ver­ant­wo­ordelijkheid van het PPT beperkt zich niet tot de aan­de­len­markt. Als het erop aankomt, zal het PPT ook zijn invloed lat­en gelden om grote banken de wis­selko­ersen te ondersteunen.
3. In de nasleep van de ter­ror­is­tis­che aansla­gen van 11 sep­tem­ber 2001 waren de Fed­er­al Reserve (Fed) en grote Wall Street-onderne­min­gen voor­bereid, om aan­de­len te kopen zodra er sprake was van paniekverkopen. 
4. Voor de invasie in Irak in 2003 was er een akko­ord tussen de VS en Japan om tussen te komen, moest er op de aan­de­len­mark­ten een cri­sis ontstaan tengevolge van de oor­log. Hoewel het door Japan beves­tigd is gedurende per­scon­fer­en­ties, hebben de VS het bestaan van dit akko­ord nooit pub­liek toegegeven. 
5. De VS-regering beschouwt de sta­biliteit van de aan­de­len­mark­ten als een zaak van nationale vei­ligheid. De over­heid van de VS leeft in de over­tuig­ing, dat de finan­ciële gezond­heid van de VS essen­tieel is voor de uit­gelezen posi­tie van de States en voor de wereldstabiliteit. 
6. De krant USA Today bracht al in 1989 aan het licht, dat verte­gen­wo­ordi­gers van de over­heid aan insti­tu­tionele beleg­gers in okto­ber 1989 hebben gevraagd, om aan­de­len te kopen om een crash zoals in okto­ber 1987 te ver­mi­j­den. Omdat op dit voors­tel niet in vol­doende mate werd inge­gaan, zijn grote make­laarfir­ma’s tus­sen­gekomen via de futures markt om zo de onderliggende indices te ste­unen. Iets of iemand heeft druk uit­geoe­fend op deze fir­ma’s, al kwam nooit aan het licht hoe de vork aan de steel zat.
Tot daar de con­clusies van dit merk­waardi­ge rap­port. Het lei­dt geen twi­jfel: het PPT bestaat en is alive and kick­ing’. Elke bew­er­ing die u nu verder gaat lezen, is in het rap­port onder­s­te­und door ref­er­en­ties naar pub­li­caties zoals kran­te­nar­tike­len en boeken, ver­sch­enen ten tijde van de gebeurtenis­sen of ook in een recen­ter verleden, zodra de feit­en aan het licht kwa­men. U kunt het rap­port down­load­en via deze link.
Om het ontstaat van het PPT te schet­sen moeten we een sprong achter­waarts in de tijd mak­en, terug naar het jaar 1987.
Op Zwarte Maandag 19 okto­ber 1997 dook de DJIA 508 pun­ten lager en landde kei­hard op 1738 pun­ten, 23% onder het vorige slot. De dins­dag erop spartelde de index wat tegen, klom zelfs 200 pun­ten hoger maar sloot die dag op 1711, nog eens 27 pun­ten (1,5%) onder het vorige slot. Voor velen was het duidelijk dat de markt op de rand van de afgrond bal­anceerde, klaar voor de her­hal­ing van 1929. Maar er kwam geen her­hal­ing van deze mon­ster­crash, toen de terug­val van de Dow Jones Indus­tri­al Aver­age op 1 dag meer dan 40% was om 715 dagen lat­er te eindi­gen op ‑89%.
Waarom niet? Alle ele­menten waren nochtans voorhan­den. Net als in 1929 waren vele banken en make­laars er finan­cieel veel slechter aan toe dan ze lieten uitschi­j­nen. Banken blok­keer­den verdere kredi­eten aan gespe­cialiseerde bro­kers, ver­ant­wo­ordelijk voor het ‘maken’ van de markt op de NYSE. Die fameuze dins­dag 20 okto­ber daag­den gen kop­ers meer op, wat lei­d­de tot een liq­uiditeitscri­sis. Alle waarne­mers zat­en met toegeknepen ogen te wacht­en op een don­derende ineen­stort­ing van Wall Street. Men vrees­de een verkoop­golf, gevol­gd door een cas­cade van faillissementen.
Maar wat gebeurde er? Zoals uit de grafiek hier­boven blijkt, her­stelde de Dow Jones zich en koos een kalm zijwaarts kanaal van 1800 – 2000 punten.
De mirac­uleuze afwend­ing van een beurscat­a­strofe ste­unde op drie even belan­grijke pijlers:
1. De Fed die de banken liq­uiditeit­en bezorgde, waar­door deze laat­ste de beleg­gings­maatschap­pi­jen weer kredi­eten kon­den verlenen. 
2. Een goed geor­gan­iseerde gold van gun­stige bericht­en, die een posi­tief psy­chol­o­gisch kli­maat herstelden. 
3. Een mys­terieuze opwaartse beweg­ing van een weinig gebruikt futures con­tract dat de rol van de Dow Jones even overnam.
Nog iets over dit laat­ste punt. Het futures con­tract was de Major Mar­ket Index (MMI). Op de fameuze dins­dag 20 okto­ber was de han­del in de voor­naam­ste aan­de­len zo goed als stil­gevallen. Er gin­gen luidere en luidere stem­men op om de NYSE te sluiten. Opeens schoot de MMI als een raket de hoogte in. Tegelijk­er­ti­jd kwa­men er bericht­en dat er terug kop­ers waren voor de blue chips. En de banken lieten weten dat er volop vers geld was. Maar de katalysator in dit alles was de kleine, beschei­den MMI. Of juis­ter: de Pop­pen­spel­er die de MMI op het juiste ogen­blik in beweg­ing bracht. En die Pop­pen­spel­er was op dins­dag 20 okto­ber 1987 nie­mand anders dan de Fed, toen al onder voorzit­ter­schap van Alan Greenspan. 
De toen­ma­lige pres­i­dent Ronald Rea­gan (19112004, 40ste pres­i­dent van de VS, zie foto) was niet alleen tevre­den dat er geen her­hal­ing van 1929 was gekomen, boven­di­en wou hij weten waarom. Hij nam de vol­gens ons zeer ver­standi­ge besliss­ing, alle gebeurtenis­sen te lat­en analy­seren door een com­missie, onder lei­d­ing van Nicholas Brady, Trea­sury Sec­re­tary, wij zouden zeggen de min­is­ter van financiën. Op korte tijd, nl. al in feb­ru­ari 1988, con­cludeerde de com­missie dat de 1987-crash op gang was gebracht door de manier van han­del dri­jven van de grote mark­t­par­tic­i­pan­ten. Zeg maar: te veel klanten wer­ven en dat doen gebaseerd op loze beloftes van toren­hoge aan­de­lenko­ersen. Kor­tom: het blazen van een zeep­bel. De com­missie was voor­stander van meer coördinatie tussen de beur­shuizen. Dit rook naar con­t­role en betut­tel­ing en er ontstond de ene poli­tieke rel na de andere. 
Toen nam Rea­gan zijn tweede wijze besluit. In maart 1988 vaardigde hij Exec­u­tive Order 12631 uit, waarmee hij de Work­ing Group on Finan­cial Mar­kets oprichtte. De groep moest bestaan uit:
a) Trea­sury Sec­re­tary (de reeds aange­haalde heer Brady),
b) de voorzit­ter van de Fed­er­al Reserve (de heer Greenspan),
c) de voorzit­ter van de Secu­ri­ties and Exchange Com­mis­sion (de SEC, toen met als voorzit­ter David Rud­er) en
d) de Com­mod­i­ty Futures Trad­ing Com­mis­sion (toen met als voorz­it­ster Susan M. Phillips).
De eerste opdracht van deze Work­ing Group was, en wij ver­tal­en let­ter­lijk, het iden­ti­fi­ceren en afwe­gen van de voor­naam­ste pun­ten die naar voren zijn gekomen uit de tal­loze stud­ies over de gebeurtenis­sen in de finan­ciële mark­ten in de aan­loop naar en als gevolg van 19 okto­ber 1987.
Een tweede, al even belan­grijke taak van de werk­groep was het nas­treven van het ver­beteren van de integriteit, de effi­ciën­tie, het ordelijke ver­loop en de com­pet­i­tiviteit van de finan­ciële mark­ten [van de VS, nvdr] en het hand­haven van het vertrouwen van de beleg­gers’.
Wij stellen voor, dat u deze laat­ste vetge­druk­te para­graaf nog even leest. Want hierin zit alles ver­vat, wat de ker­n­ac­tiviteit gewor­den is van de Grote Pop­pen­spel­er waarover wij het zo dik­wi­jls hebben. En deze activiteit wordt uit­geoe­fend door het Plunge Pro­tec­tion Team (PPT), de min­der eerbiedi­ge pseudoniem voor het deftige Work­ing Group on Finan­cial Markets.
Maar wie de eerste Pop­pen­spel­er was (of waren, want het team bestond uit 4 mensen), dat weet u nu met naam en toenaam.
Vol­gende keer hebben we het over de eerste inter­ven­ties van het PPT, met als vuur­proef vri­jdag 13 okto­ber 1989, toen Wall Street weer aan de rand van de afgrond stond. U zult lezen hoe het PPT de klus klaarde en er zelfs smaak begon in te krijgen.
Guy Boscart en Jan Van Besauw
Colum­nis­ten voor US Markets
10 sep­tem­ber 2005

Reageren

Anonieme comments achterlaten is niet toegestaan. Hiervoor moet u ingelogd zijn. Login »
Turbo’s zijn complexe instrumenten en brengen vanwege het hefboomeffect een hoog risico mee van snel oplopende verliezen. 7 op de 10 retailbeleggers verliest geld met de handel in turbo’s. Het is belangrijk dat u goed begrijpt hoe turbo’s werken en dat u nagaat of u zich het hoge risico op verlies kunt permitteren.